Berichten
Persoonlijke en kerkelijke archieven als bronnen voor de (kerk)geschiedenis van de ne
gentiende eeuw
Onlangs is de 'werkgroep registratie afscheidingsarchieven, 1834-1907' gevormd en
gestart met zijn werkzaamheden.
Belangrijkste doelstelling is:
het opsporen van het bronnenmateriaal betreffende de geschiedenis van de gemeenten
en kerken-groepen die zijn voortgekomen uit de Afscheiding van 1834, beperkt tot de
periode 1834-1907.
Steeds vaker wordt namelijk gevraagd naar bronnen voor de negentiende-eeuwse
(kerk)geschiedenis. Kerkelijke archieven spelen daarbij uiteraard een grote rol. Zeker
de archieven van die kerkgenootschappen die in de vorige eeuw zijn ontstaan na de Af
scheiding van 1834.
Helaas is het tot op heden niet duidelijk welke archivalia zijn bewaard gebleven. Een
overzicht hiervan is (nog) niet voor handen. Wel is bekend dat vele archiefstukken uit
deze periode zich bij diverse kerkgenootschappen bevinden. Ook vele particulieren en
instellingen blijken te beschikken over dergelijk archief- en documentatiemateriaal.
Wat is nu precies bewaard gebleven en waar bevindt dit zich? Om hierop meer zicht te
krijgen, is een werkgroep gevormd die een en ander in kaart hoopt te brengen.
Zoals reeds uit de naam blijkt, zal de werkgroep zich richten op het verzamelen van ge
gevens over inhoud en verblijfplaats van archief- en documentatiemateriaal betreffende
de Afscheiding en de geschiedenis van de daaruit voortgekomen kerkgenootschappen.
De verzamelde gegevens worden vastgelegd in een documentatiesysteem. Op deze wijze
hoopt de werkgroep binnen enkele jaren een informatiebestand op te bouwen, waaruit
onderzoekers en belangstellenden de nodige gegevens kunnen putten voor hun
(kerk)historisch onderzoek.
In de werkgroep, waarvan de leden op persoonlijke titel meewerken, zijn vrijwel alle uit
de Afscheiding voortgekomen kerkgenootschappen vertegenwoordigd, namelijk de
Bond van Vrije Evangelische Gemeenten, Christelijke Gereformeerde Kerken, Gerefor
meerde Kerken in Nederland, Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Noord-
Amerika, Gereformeerde Kerken in Nederland (Vrijgemaakt), Gereformeerde Ge
meenten in Nederland en de Nederlands Gereformeerde Kerken.
[94]
Het Centraal Register van Particuliere Archieven, afdeling kerkelijke archieven, te
's-Gravenhage verleent eveneens medewerking aan de realisering van de doelstelling.
Op dit ogenblik nemen de volgende personen deel aan het werk: de dames G. G. Hol-
werda (Utrecht) en drs. M. C. van Leeuwen-Canneman ('s-Gravenhage) en de heren ds.
A. C. Louwerse (Velp), J. Mastenbroek (Alblasserdam), A. Medema (Leusden), H.
Natzijl (Utrecht), P. Sluimer (Hilversum), D. Smits (Vlaardingen) en drs. M. te Velde
(Neede), voorzitter.
Het secretariaat berust bij C. J. de Kruijter, archivaris G. K. N., Postbus 202, 3830 AE
Leusden, tel. 033-943244 (overdag), 033-946293 (thuis).
Archief sociëteit 'Standvastigheid' te Delft.
Deze sociëteit heeft in november 1981 haar 200-jarig bestaan gevierd. Ter gelegenheid
daarvan is een gedenkboekje verschenen en heeft de Gemeentelijke Archiefdienst van
Delft het sociëteitsarchief in bewaring gekregen. Dit is inmiddels geïnventariseerd,
maar omdat de inventaris maar klein is - slechts 48 nummers - loont het niet om daar
van een aparte uitgave te maken. De inventaris is daarom als bijlage opgenomen in het
gedenkboekje. Dit heeft echter een beperkte oplage en een klein verspreidingsgebied,
dat bepaald wordt door het bestuur van de sociëteit.
Mochten archivarissen over een exemplaar van de inventaris van het archief van de so
ciëteit 'Standvastigheid' willen beschikken, dan kunnen zij zich wenden tot de gemeen
tearchivaris van Delft, drs. A. J. H. Rozemond, Oude Delft 169, 2611 HB Delft. Hij
zal hun dan copieën van de desbetreffende bladzijden uit het gedenkboekje toezenden.
De Dingboeken van het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland (1520-
1557) verschenen.
Deze uitgave van Canaletto te Alphen aan den Rijn kwam tot stand door een werk
groep onder leiding van prof. dr. J. L. van der Gouw. Deze schrijft in zijn inleiding
o.a.:
'De dingboeken zijn protocollen van een waterschapsrechtbank in de oude zin. Ten
aanzien van de behandelde stof betekent zulks, dat er zowel zaken van natte als droge
waterstaat aan de orde komen. Het betekent ook dat de bank zowel wetgevende be
voegdheden (het maken van keuren) als rechtspraak en uitvoerende bevoegdheden (in
clusief financieel beheer ten behoeve van de gemenelandswerken) heeft. De rechtspraak
is zowel crimineel (overtreding van keuren, waarop de dijkgraaf als officier van justitie
namens de landsheer straffen eist) als civiel (strijd over belangen of verplichtingen van
partijen op gelijke voet). De criminele zaken komen vaak voor ons oog niet tot een eind
omdat de delinquent de boete op eis meteen betaalt of het met de dijkgraaf heeft afge
maakt (compositie). De civiele zaken eindigen niet zelden met compromissen ontwor
pen door zegsluiden, waaronder zich leden van het college bevinden.
De zittingen zijn soms gedateerd stylo communi (jaardagstijl), soms stylo curie
(Paasstijl). In het laatste geval zijn in de tafels de datums omgerekend op jaardagstijl.
[95]