wordt toegevoegd. Nu er bij dit artikel bovendien in voetnoot 13 een vertaling in het Italiaans wordt gegeven van een uitvoerig Duits citaat vind ik het toch wel erg vreemd. Het is toch geen Italiaans tijdschrift? P. Spang geeft een duidelijk beeld van La conservation et la consultabilité des archives contemporaines au Grand-Duché de Luxembourg. Uit zijn korte opstel blijkt dat de Luxemburgse archieven in principe zijn overgebracht en dus openbaar zijn tot 10 sep tember 1944. De jongere archieven zullen verder binnen enkele jaren door middel van gedrukte 'inventaires sommaires' toegangelijk zijn. Het opstel van A. M. Pagnoul, Note sur les services du premier ministre en Belgique 1918-1965 laat ons de groeiende betekenis en (dus) macht zien van de eerste minister in België en vooral van de 'stabilité certaine' van het ambtelijk apparaat achter hem. Na een afzonderlijke bijdrage over Het bestuur, respectievelijk de regie van het Belgi sche Zeewezen tijdens de tweede wereldoorlog, waarin hij uitvoerig aandacht besteedt aan de Regie van het Zeewezen te Londen, vervolgt C. Vleeschouwers zijn, in de vorige jaargang begonnen artikel over de Administratieve evolutie van het bestuur van het Zeewezen, 1830-1978 in België. Het archief van het bestuur van het Zeewezen, 1831- 1976, is te vinden in het Algemeen Rijksarchief te Brussel. L. Schepens verschaft informatie over de openingstijden van de Provinciale Biblio theek en het Cultuurarchief te Brugge en over de aanwezige documentatie en verzame lingen in Het cultuurarchief van de provinciale dienst voor cultuur West-Vlaanderen. Uit de meer bibliografische artikelen vermeld ik het opstel van R. H. Touwaide over L'érotisme dans les Heures de Récréation de Ludovico Guicciardini, waarin wordt be wezen dat de scabreuze verhalen alle van de hand van Guicciardini zelf zijn en dus geen toevoegingen door latere uitgevers, zoals wel beweerd is. Op 27 november 1978 hield de Vereniging van Archivarissen en Bibliothecarissen van België een studiedag over Conservering en behandeling van documenten. De toen ge houden referaten zijn hier afgedrukt. G. Colin sprak over Laphotographie et la conser vation des documentsprécieux, A. Labarre over de Problèmes de conservation a la Bi- bliothèque Nationale de Paris en G. A. de Graaf behandelde de vraag Wat is conserve ring? Aan deze teksten is verder een artikel toegevoegd van H. Bansa over Konservie- rung als ein besonderes Aspekt von U.A.P. Universal Availability of Publications). Een interessant opstel is ook dat van M. de Smedt over Nederlandstalig bibliografisch werk in buitenlandse bibliografische handboeken, waarin o.a. wordt gepleit voor de vermelding van één taal voor Noord- en Zuid-Nederland. De vertaling van 'Neder lands' in het Engels met 'Netherlandic' klinkt mij echter wel vreemd in de oren. Om nog even terug te komen op mijn opmerking bij het eerste artikel: hier is wel een sum mary toegevoegd! Voor de export is het hier misschien ook wel belangrijker. [92] Uit de Mengelingen vermeld ik de Nouveaux suppléments aux itinéraires des dues de Bourgogne Philippe le Bon et Charles le Téméraire (II) verzorgd door P. Cockshaw, en een kort opstel van J. Mertens over Een niet bewaard XVIde-eeuws handboekje voor maten, waarvan de tekst in handschrift aanwezig is in het archief van de Rekenkamers op het Algemeen Rijksarchief te Brussel. Verder geeft J. Lindroth A presentation of the 'Svenska Arkivsamfundet' (The Swedish Archival Association), terwijl M. Mossek hetzelfde doet voor The Israel Archives Association. Tenslotte bevat de rubriek Menge lingen nog het Jaarverslag 1978 van het Katholiek Documentatie- en Onderzoekcen trum (KADOC) te Leuven. Belangwekkend is ook altijd de Kroniek van het Archiefwezen, waarin achtereenvol gens recent nieuws uit België en uit een aantal andere landen (in alfabetische volgorde) wordt meegedeeld. Tot mijn spijt was de in deze jaargang afgedrukte bijdrage over Ne derland de laatste van mijn hand. Tenslotte bevat de 50e jaargang een In Memoriam Joseph Denys (1894-1978) door J. Buntinx, een In Memoriam Joseph Lefèvre, Conservateur honoraire aux Archives Gé nérales du Royaume (1893-1977) door A. Louant, gevolgd door een indrukwekkend 'essai de bibliographie', een In Memoriam Kanunnik Placide-Fernand Lefèvre (1892- 1978) (broeder van de vorige) door G. Slechten en een In Memoriam Fernand Vercaute- ren (1903-1979) door C. Gaier. J. M. F. IJ. [93]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 49