Historische geografie.
S. Hart, Geschrift en getal. Een keuze uit de demografisch-, economisch- en sociaal-historische
studiën 'op grond van Amsterdamse en Zaanse archivalia, 1600-1800.
F. van Heek, Het geboorteniveau der Nederlandse katholieken.
E. W. Hofstee, De demografische ontwikkeling van Nederland in de eerste helft van de negentien
de eeuw. Een historisch-demografische en sociologische studie.
E. W. Hofstee, De groei van de Nederlandse bevolking. In: Drift en Koers. Een halve eeuw socia
le verandering in Nederland.
B. H. Slicher van Bath, Een samenleving onder spanning. Geschiedenis van het platteland van
Overijssel. u
B. H. Slicher van Bath, De demografische ontwikkeling tijdens de Republiek, In: G. A. M. Bee
kelaar e.a., Vaderlands verleden in veelvoud.
G. Mentink en A. M. van der Woude, De demografische ontwikkeling te Rotterdam en Cool in de
17e en 18e eeuw.
J. A. Verduin, Bestaanswijze en huwelijks- en voortplantingspatroon in het 19de-eeuwse Drentse
zandgebied. j
A M van der Woude, Het Noorderkwartier. Een regionaal-historisch onderzoek in de demogra
fische en economische geschiedenis van westelijk Nederland van de late middeleeuwen tol het be
gin van de 19e eeuw.
J. A. Faber, Drie eeuwen Friesland. Economische en sociale ontwikkelingen van 1509 tot 1800.
A. M. van der Woude, De historische demografie in de ontwikkeling van de geschiedwetenschap,
In: Tijdschrift voor geschiedenis, 1969.
P. D. 't Hart.
Schematisch overzicht
fysisch - landschap zonder mens
geografie sociaal - landschap met mens
mens in het landschap
historische geografie: beide aspecten.
- uitersten vallen af vanwege andere disciplines, zoals:
(fys.) geologie, paleonthologie, morfologie (ten dele), enz.
(soc.) anthropologie, demografie, sociale geschiedenis, enz.
- middenstuk blijft over: landschap centraal.
centrale vraag: hoe zag het landschap er uit op bepaalde tijd?
1natuurlandschap
bronnen: bodem, morfologische studies, bodem-, hoogtekaart.
waarneming in landschap, luchtfoto's.
teksten (stormvloeden, waterlopen, moerassen).
2. cultuurlandschap
bronnen: archeologie, vondsten.
waarneming in landschap, luchtfoto's.
teksten (zeer vele soorten).
centrale vraag toegespitst op concrete landschappen:
waarop moet men letten?
[72]
1hoge zandgronden
bodemkaart, hoogtekaart: hoe was het fysische landschap? waar is het land geschikt voor cultuur,
waar niet?
dorpsvorm: samenkomst van wegen, water, brink, eng/es, maat, weide, veld, broek, bos, veen.
begrip meent, meentverdeling
verkaveling: blok-, strookverkaveling
eigendomsverhouding (incl. leen- en cijnsverhoudingen): compact, verspreid.
2. zeekleigebied
bodemkaart: hoe verliep de opbouw van het land.
aanwas, opwas, slik, schor.
oudland: kreekrug, poelgrond, restkreek, watergang,
bedijking: ineens of bij gedeelten?, binnendijken, inlagen,
nieuwlandpolders: volgorde bedijking
verkaveling en wegen: onregelmatig, regelmatig, planmatige opzet.
3. rivierkleigebied met veen
bodemkaart: oeverwallen waar bewoning oud is, onregelmatige verkaveling
veenkoepels, veenstroompjes, wildernis.
in dorpsverband
ontginning
grote ontginningen systematisch
ontginningsbasis, achterkade, zijdwinde, strookverkaveling, opstrek, 'cope'.
afwatering, inversie, molens, bemalingspolders,
verveningen, droogmakerijen, vletweiden.
4. steden
oudste stadsplans: pre-stedelijke configuratie,
pre-stedelijke bezitsverhoudingen, begrip area,
juridische en economische aspekten.
ruimtelijke ordening.
stratenplan, ommuring, omgrachting, uitleg,
wij kindeling (armen-, elitewijken).
Meest voorkomende vraagstellingen in verband met het gebruik van archivalia.
1. bepaling van grenzen: land en huizen, tiendblokken, gemeenten, waterschappen, ambach
ten/gerechten, parochies (voor zover op het terrein der institutionele geografie vaak zeer
moeilijk).
2. straatnaamgeving: namen en straten, wegen, watergangen, dijken, velden.
3. vaststelling verhouding bouw-, wei- en hooiland.
4. bedijking en ontginning (voor zover op het terrein van de middeleeuwse nederzettingsgeschie
denis vaak zeer moeilijk.
5. afwatering.
6. bebossing.
7. vervening.
Op welke historisch-geografische aspecten dient men te letten bij raadpleging
van:
- oorkonden.
- rekeningen.
- tiendregisters.
- vierpondingsregisters/manualen/kohieren/leggers.
- overlopers.
- cijnsboeken.
[73]