Broomtrifluormethaan als blusstof voor branden in archief depots De redakteur van ons blad werd door de N.V. W.A. Hoek's Machine- en Zuurstoffa- briek 'Hoek Loos' uitgenodigd tot het bijwonen van de persbijeenkomst Halon 1301, wat werd aangekondigd als het unieke gasvormige brandblusmiddel dat geen blusscha- de veroorzaakt. Ondergetekenden, leden van de bedrijfszelfbescherming van de Amsterdamse archiefdienst, werd door de redakteur gevraagd op de uitnodiging in te gaan. Dankzij enig vooronderzoek bleek dat Halon 1301 een andere naam is voor het gas broomtrifluormethaan waarvan de blussende werking berust op negatieve katalyse. Het wordt alleen geleverd in vaste installaties waarin het in vloeibare vorm is opgesla gen en is, doordat het na uittreding direkt gasvormig is, vanzelfsprekend alleen geschikt voor afgesloten ruimten. Een vulling van de lucht in de ruimte waarin brand uitbreekt met 5-7% van deze stof blust de brand totaal en maakt verdere ontbranding onmoge lijk. Mensen kunnen ondertussen rustig de ruimte verlaten. Het gas is 5,2 maal zwaar der dan lucht. Het veroorzaakt geen enkele blusschade en is geschikt voor de brand klassen B, C en klasse A in het vlammenstadium. Het is gevaarlijk bij brandklasse D. Na dit vooronderzoek togen ondergetekenden op 25 februari 1.1. met de volgende bran dende vragen naar het filiaal van Hoek Loos op het industrieterrein Sloterdijk. - Hoe (on)veilig is het gas nu precies voor mensen die zich in de ruimte bevinden waarin wordt geblust? - Hoe groot is het volumeverschil tussen de vloeibare opgeslagen toestand en de gas vormige toestand, dit om voor iedere ruimte te kunnen berekenen hoeveel er nodig is? - Het gas is zwaar; is het wel effektief boven in een vertrek? Uit het inleidende toespraakje tijdens de bijeenkomst bleek, dat Hoek Loos niet de komplete brandblusinstallaties bouwt, doch slechts het gas aan de installatiebedrijven toelevert. Dit laatste dan wel met zodanige service, dat een eventueel gebruikte installa tie zeer snel opnieuw wordt gevuld. Vervolgens werd de promotiefilm 'Instant fire fighter' getoond, waaruit behalve voor ons reeds bekende feiten nogmaals bleek dat Halon 1301 ongevaarlijk is voor de mens, hetgeen na de film op onze vraag wederom uitdrukkelijk werd bevestigd. Hierbij werd zelfs aangeboden door personeel van de firma Hoek Loos voor onze vereniging een de monstratie te houden waarbij zij zelf in de ruimte zouden blijven waarin zou worden Zie ook NAB jrg. 83, 1979, p. 208-215, Brand en archieven van G. M. Levert en A. J. M. den Teuling. [66] geblust. Het is mogelijk om zonder schadelijke gevolgen een kwartier in een ruimte te blijven die met 7% Halon 1301 is gevuld en er zijn proeven geweest die tot 3 uur uitlie pen waarbij slechts een verhoogde hartslag werd gekonstateerd. Het volumeverschil is zodanig, dat 6,2 kg Halon 1301 1 m3 gas oplevert, oftewel, om 1 m3 voor 7% te vullen is 0,434 kg nodig. Ondanks het feit dat Halon 1301 zwaar is wordt het zodanig met de lucht vermengd, dat een ruimte van boven tot onder van voldoende blusstof wordt voorzien. Overigens werd in de voorbeelden die wij in de film zagen de blusstof steeds bovenin de vertrek ken ingebracht. Zoals in de film 'Fire in the engine room'. Daarin werd een experiment getoond waarbij bovenin de machinekamer van een mammoettanker twee grote bakken met olie werden aangestoken. Die machinekamer was vijf dekken hoog en had open trapverbindingen. Men liet het vuur 18 seconden oplaaien waarna het in 7 seconden met Halon 1301 werd geblust. Tijdens het experiment zijn er mensen in de ruimte gebleven. De ruimte was 15.600 m3 groot en werd in de genoemde 7 seconden voorzien van 6.800 kg Halon 1301, wat overeenkomt met een vulling van 7%. Al met al is ons inziens deze blusstof vanwege zijn bijzondere kwaliteiten de ideale blusstof voor branden in archiefdepots. Het gemeentearchief van Kampen heeft dan ook een installatie met deze blusstof laten aanleggen. In tegenstelling tot het verslag in NAB van 1979 kan men met een dergelijke installatie niet meer spreken van blussing door derden met kleine blusmiddelen. Alle in dat artikel genoemde nadelen van deze blusstof omdat er niet voldoende van voorhanden zou zijn vallen bij gebruik van een dergelijke installatie dan ook weg. Zelfs het voor archiefgebruik enige zwakke punt van deze blusstof (klasse A kernbranden), is van geen betekenis omdat de installatie zeer snel in werking treedt en wel voordat een oppervlaktebrand zich heeft kunnen ontwik kelen tot een kernbrand en dat alles zonder gevaar voor personeel. G. Kouwenhoven en J. Verseput

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 36