De rekeningen bevestigen in elk geval dat vanouds bepaalde goederen uit het familiebe
zit werden beschouwd als 'toebehoorende aan het Oude-Mannen ofte Proven-Huis in
de Schoutenstraat tot Alkmaar, by testament van Heer Dirk Symonsz. van Boshuisen
in dato den 4e april 1510 gefundeert'. Deze op het eiland Voorne en in Noord-Holland
gelegen goederen werden beheerd door rentmeesters, die aan de regerende patroon re
kening en verantwoording moesten afleggen. Het afhoren van de rekeningen geschied
de veelal in Den Haag of te Brussel. Behalve rekeningen van de z.g. opper-rentmeester
vonden wij ook rekeningen van onder deze werkende plaatselijke rentmeesters.
Deze rekeningen brengen wat licht in de kwestie hoe het recht van patronage en de
daaraan verbonden verplichtingen, oorspronkelijk gedeeld door drie staken, uiteinde
lijk uitsluitend konden komen in handen van de afstammelingen van de Bronkhorsten.
De rekeningen van de rentmeesters, die de goederen in Noord-Holland, waaronder het
Huis van Zessen, beheerden, bevatten alleraardigste gegevens over het reilen en zeilen
van zo'n provenhuis en over alles wat daar zo nodig was voor de dagelijkse huishouding
en de verzorging van de proveniers.
Weer thuisgekomen uit Brussel hebben we, zoals ons was gevraagd, een kort verslag
van ons onderzoek gezonden aan de heer Scufflaire, departementshoofd van het Alge
meen Rijksarchief, met daarbij gevoegd een dankbrief aan H. K. H. de Prinses de Me-
rode, wier particulier adres ons blijbaar niet kon worden verstrekt. In die brief uitten
we onze erkentelijkheid voor het mogen raadplegen van het archief en voor de zorg en
belangstelling door de eeuwen heen van haar familie voor het Alkmaarse Oudemannen
huis. Aan die zorg en belangstelling immers danken wij ook het bewaard blijven van
een belangrijk deel van het provenhuisarchief, waarnaar we tot diep in Italië op zoek
waren gegaan.
Th. P. H. Wortel.
SUMMARY.
This is the story of a quest after failing parts of the archives of the Alkmaar Old Men's
Home 'het Huis van Zessen' (the House of Six), founded 1510 by testament of Dirck
Symonsz. Claes Corfszoon. The patronage of this foundation remained through the
ages in possesion of the foundators family, namely the descendants of his three sisters.
One of them, Wendelmoet, daughter of Claes Corf, married Andries van Bronkhorst.
In this branch remained finally exclusive the right of patronage. Bij marriages with
members of distinguished Belgian families this right passed during the 18th century in
hands of the Merode-family and in 1846 by marriage of one of its members with an Ita
lian prince was assigned to the family Dal Pozzo della Cisterna and again by marriage,
in 1867, to the family Di Savoia Aosta. This family yielded the right of patronage in
1910 in favour of the bishop of Haarlem 'pro tempore'.
The archives of the foundation, now kept in the municipal archives at Alkmaar, are
very incomplete. No documents from the 17th and 18th centuries. If there was some
thing left somewhere than we had to look for it under the families of the patrons.
[62]
So the quest began in Aosta and led via Torino to II Borro, the domain of H. R. H. Du-
ca Amedeo di Savoia Aosta, situated between Firenze and Arezzo. Thanks to the kind
ness of the Duca and his staff we could make acquaintance with the rich and important
family-archives Dal Pozzo della Cisterna and Di Savoia Aosta. We found many inte
resting things about the family-possesions in Holland, mainly from the 19the century,
but no traces of archives of the Alkmaar Old Men's Home before 1800.
A hint given by Drs. J. Fox in his essay in the bundle Scrinum et Scriptura, offered to
Prof. Van der Gouw, instructed us that the archives of the Merode-family were given in
deposit of the Algemeen Rijksarchief at Brussels and let to an inquiry in those rich re
cords and finally to the discovery of a long series of accounts from 1656 to 1800 concer
ning the Old Men's House at Alkmaar.
[63]