indeling, waarbij de jeugdverenigingen voorafgaan aan de verenigingen voor volwasse nen. III De klassis 1. Begripsbepaling. De eerste vorm van gezamenlijk vergaderen van plaatselijke kerken is de klassis. Dit woord, afgeleid van het latijnse calare, dat noemen, roepen of samenroepen bete kent, wil op kerkelijk gebied zoveel zeggen als 'samenkomst van kerken, die tot eenzelf de buurtschap (sic! d.H.) of district behoren'.20 Artikel 41 van de kerkorde bepaalde dan ook: 'De Classicale Vergaderingen zullen bestaan uit genabuurde kerken'. Uit hoeveel plaatselijke kerken een klassis moest bestaan was niet voorgeschreven. Ge middeld kan men een aantal van tien wel min of meer als regel stellen.21 2. Organisatie. A. Wijze van afvaardiging. Kerkrechtelijk zou het juist zijn, dat uit elk van de kerken die de klassis vormen alle ambtsdragers - dus de predikanten en de ouderlingen - ter vergadering werden afgevaar digd. In de praktijk is dat onmogelijk. Immers, een vergadering van tien plaatselijke kerken met ieder tien ambtsdragers zou al een vergadering van honderd personen ople veren. In verband daarmee is het delegatie- en representatiestelsel ingevoerd, waarbij elke kerk een predikant en een ouderling naar de klassis afvaardigt. In zijn kommentaar op de kerkorde heeft Jansen22 hierover een zeer behartigenswaardi ge opmerking gemaakt die ik vrijwel in ekstenso citeer, temeer waar zij ook het wezen van de klassis in een helder daglicht stelt: 'Door de delegatie (afvaardiging) ontstaat de representatie (vertegenwoordiging). Maar die delegatie verandert het ambtelijk karak ter der classis niet, want de ambtelijke bevoegdheid der afgevaardigden berust èn op het ambt dat zij zelf bekleden èn op het ambt der ambtsdragers die hen afvaardigden. (-) Een classis is dus geen bestuurscollege van personen die hiërarchisch boven de kerkera den staan, maar een ambtelijke samenkomst van de genabuurde kerken zelve, tot on derlinge hulp en steun'. (Kursivering van mij, d.H.). De afgevaardigden hebben niet het recht om bij verhindering zelf hun plaatsvervangers aan te wijzen. Om die reden benoemen de kerken naast een primus- een sekundus- afgevaardigde. Voorts moeten de afgevaardigden kunnen aantonen dat ze de wettige vertegenwoordi gers van hun kerken zijn. Daartoe moeten ze 'hun credentiebrieven en instructiën, on- 20 Jansen, blz. 138. 21 Jansen, blz. 187. 22 Jansen, blz. 188. dertekend zijnde van die ze zenden, medebrengen, en deze zullen keurstem hebben, ten ware in zaken die hun personen of Kerken in het bijzonder aangaan'.23 Een paar punten uit dit citaat behoeven een nadere eksplikatie. Kredentie- of geloofsbrie ven zijn bewijzen van wettige afvaardiging. Een instruktie is een lastbrief die aangeeft wat de afgevaardigden ter vergadering hebben te behandelen en hoe ze dat moeten doen. Slechts afgevaardigden die in het bezit zijn van een kredentiebrief en een instruktie heb ben keurstem, dat wil zeggen: beslissende stem.24 B. De vergaderingen. 1. Vergaderplaats, vergaderfrekwentie en roepende kerk. De klassikale vergaderingen moeten gehouden worden in de plaats die voor alle afge vaardigden het beste te bereiken is. De bepaling betreffende de vergaderfrekwentie dateert al van 1581, toen de synode van Middelburg vaststelde, dat de klasses eens in de drie maanden dienden te vergaderen. In het geval van de klassis Sneek van de Christelijke Gereformeerde kerk heeft men zich overigens aanvankelijk niet strikt aan dat voorschrift gehouden: de vergaderfrekwentie wisselde nogal.25 Voor spoedeisende gevallen kunnen bijzondere vergaderingen worden uitgeschreven.26 De kerk die in opdracht van de andere kerken de klassis samenroept wordt roepende kerk genoemd. Deze taak roeleert langs de kerken die gezamenlijk de klassis vormen. 2. De leiding van de vergaderingen. De leiding van de klassikale vergaderingen berust bij een moderamen, bestaande uit een praeses, een skriba en een assessor. Met nadruk wil ik erop wijzen dat het moderamen geen permanent bestuur is. 'De func ties van praeses, scriba en assessor duren slechts zolang de vergadering zit'.27 Wel kan het moderamen na de vergadering nog enige zaken afhandelen, maar alleen die welke de vergadering het opdroeg en die in direkt verband staan met de genomen besluiten.28 Men zou kunnen zeggen, dat het moderamen in zulke gevallen optreedt als een deputaatschap ad hoe. (Zie hierna). Het presidium wordt tegenwoordig alleen aan predikanten toevertrouwd. In de begin- 23 Kerkorde, artikel 33. 24 Zie hierover ook: Jansen, blz. 156-158. 25 Archieven Heerenveen/Sneek, inleiding, blz. 19. 26 Voor sommige gevallen is het niet nodig, dat alle tot de klassis behorende plaatselijke kerken in vergadering samenkomen. Te denken valt, om een voorbeeld te nemen, aan de tussentijdse approbatie van beroepen. Dergelijke zaken worden afgehandeld door een 'samengetrokken klassis', meer genoemd klassis kontrakta. De niet ter vergadering verschenen kerken betuigen later stilzwijgend hun instemming met de genomen besluiten. Jansen, blz. 188-189. 27 Jansen, blz. 160. 28 Jansen, blz. 164. [45] [44]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1982 | | pagina 25