kerkeraad die 'geestelijke' zaken behandelt, komen zijn archiefstukken 'op de eerste
plaats'.
Nu zal het de beschouwer van de inventaris van de archieven van de Gereformeerde
kerk van Heerenveen in één oogopslag duidelijk worden, dat ik daar niet de regel heb
gehanteerd die ik hierboven met een zekere stelligheid formuleerde. Hij zal konstateren
dat ik daar de notulenboeken van de brede kerkeraad voor die van de smalle plaatste.
Daar was, uiteraard een reden voor. Tot 1924 was de kerkeraad van Heerenveen niet
onderverdeeld in een 'breed' en een 'smal' kollege.
De diakenen waren hier altijd ter vergadering aanwezig. In feite bestond er dus alleen
wat later de brede kerkeraad heet. Toen het onderscheid in 1924 tot stand kwam wer
den haast vanzelfsprekend de notulen van de brede kerkeraad ingeschreven in het in ge
bruik zijnde notulenboek. Ten behoeve van de smalle kerkeraad werd een nieuw notu
lenboek aangelegd. Door de feitelijke gang van zaken gedwongen plaatste ik in dit ge
val de notulenboeken van de brede kerkeraad voorop.17
Het te star hanteren van logische regels, zelfs wanneer men ze in persoon heeft 'uitge
vonden voert onvermijdelijk tot rare konstrukties, indien de feiten niet met onze logi-
ka in overeenstemming zijn.
Voor de volledigheid moet nog worden opgemerkt dat vooral bij kerken in grote plaat
sen het arbeidsveld te uitgestrekt is voor één kerkeraad.
Men gaat dan over tot het instellen van wijkkerkeraden. Daarboven figureert dan een
Kerkeraad Algemene Zaken, gemeenlijk aangeduid met de afkorting KAZ. Deze orga
nen vormen alle hun eigen archief.
In de inventaris neemt men eerst het archief van de KAZ op, gevolgd door de archieven
van de wijkkerkeraden. Men moet die wijkkerkeraden namelijk zien als delegaties. En
het algemene gaat voor het bijzondere.
B. Kommissiearchieven.
Ook de door de kerkeraad ingestelde kommissies kunnen onderscheiden worden in
geestelijke en niet-geestelijke'. Volgens de regels van de kerkordelijke kunst zouden
de kommissiearchieven ook in die volgorde in de inventaris opgenomen moeten wor
den. En wanneer een inventarisator daarvoor kiest is er weinig tegenin te brengen.
In de praktijk ziet het beeld er echter anders uit en overtreffen de 'niet-geestelijke'
kommissies de geestelijke' verre in belangrijkheid. Om die reden verdient een omke
ring van de hierboven geschetste volgorde de voorkeur.
Als eerste moet in dit verband genoemd worden de kommissie van beheer, die de kerke
lijke goederen, fondsen en inkomsten beheert.
Ik merkte al op, dat deze kommissie, zoals elke kerkelijke kommissie, helemaal onder
geschikt is aan de kerkeraad.
De instelling van een kommissie van beheer betekent dan ook volstrekt niet, dat de ker-
Haan, S. de, Inventaris van de archieven van de Gereformeerde kerk van Heerenveen, 1851-
1958 en van de klassis Sneek van de Gereformeerde kerken in Nederland, 1837-1958. Leeu
warden, 1980. (Te citeren als 'archieven Heerenveen' of als 'archieven Sneek').
Archieven Heerenveen, de inventarisnummers 1 t/m 17.
keraad zijn bemoeienis met het beheer uit handen geeft; de belangrijkste beslissingen
dienaangaande worden door hem genomen.
Gelet op het vorenstaande lijkt het mij raadzaam om in de inventaris het archief van de
kommissie van beheer te laten volgen op de archieven van de kerkeraad en de diakonie.
Wanneer men ertoe overgegaan is om de rij van de kommissiearchieven te openen met
het archief van de kommissie van beheer ligt het voor de hand dat in aansluiting daarop
de archieven van de overige 'niet-geestelijke' kommissies worden opgenomen. De volg
orde waarin dit geschiedt is uiteraard ter beoordeling van de inventarisator. Wel ver
dient het mijns inziens aanbeveling om de archieven van de vaste kommissies aan die
van de kommissies ad hoe te laten voorafgaan.
Over de op 'geestelijk' terrein werkzame kommissies kan ik kort zijn. De volgorde
waarin men hun archieven in de inventaris opneemt doet eigenlijk niet veel ter zake.
Een kriterium zou kunnen zijn de importantie die de kommissies ter plaatse hebben. De
beslissing is hier aan de inventarisator.
Wel is het ook in dit geval aan te bevelen om de archieven van de vaste kommissies voor
die van de tijdelijke te plaatsen.
C. Gedeponeerde archieven.
Ten aanzien van deponeren lezen wij in de Nederlandse Archiefterminologie het vol
gende: 'Deponeren is het overdragen van een archief aan een bestuur of persoon, op
wie de rechten of functies van degene, van wie het archief afkomstig is, zijn overgegaan
of aan wie deze laatste ondergeschikt is'.18
Het eerste deel van deze definitie is van toepassing op de vereniging 'de Kerkelijke Kas',
bij sommige kerken de voorgangster van de kommissie van beheer.
Hoewel zo'n vereniging uit hoofde van haar werkzaamheden bijzonder innige betrek
kingen met de kerkeraad onderhield, opereerde ze geheel zelfstandig en maakte geen
deel uit van de kerkelijke organisatie in de strikte zin des woords.19
Toen de verenigingen 'de Kerkelijke Kas' van het toneel verdwenen - veelal geschiedde
dat in het eerste decennium van deze eeuw - werden hun werkzaamheden overgenomen
door de kerkeraden, die ze in een later stadium veelal delegeerden aan kommissies van
beheer. Met andere woorden: hier is duidelijk sprake van 'overgang van rechten en
functies' van het ene orgaan op het andere.
In het tweede deel van de definitie kunnen de archieven gevangen worden van de 'stu
dieverenigingen', die ik in paragraaf 2D van dit hoofdstuk aan een korte beschouwing
onderwierp. Evenmin als de verenigingen 'de Kerkelijke Kas' behoorden zij tot de ei
genlijke kerkelijke organisatie. Maar de door de kerkeraad uitgeoefende kontröle was
wel zo sterk, dat hier zonder enig bezwaar van 'ondergeschiktheid' gesproken kan wor
den.
Voor wat de volgorde van deze laatste kategorie betreft: ik heb altijd gekozen voor een
18 Gouw, J. L. van der, H. Hardenberg, W. J. van Hoboken en G. W. A. Panhuysen, Neder
landse Archiefterminologie, Zwolle, 1962, blz. 37, definitie nummer 113.
19 Zie noot 16.
[42]
[43]