CRPA gedurende zeventien jaar hebben weten op te bouwen. Indien archieven on der de werking van de wet behoud cultuurbezit zouden vallen, vrezen wij dat een groot aantal particuliere archiefeigenaren zal afzien van medewerking aan het CRPA, uit angst dat de gegevens van het CRPA bij de samenstelling van de in het wetsontwerp voorziene lijsten gebruikt zullen worden. Daardoor zouden ook de overige onmisbare functies van het CRPA ernstig in ge vaar komen. De vertrouwenspositie van het CRPA maakt het mogelijk particuliere archiefeigenaren te adviseren inzake het beheer van hun archief en indien de eige naar zulks wenst te bemiddelen bij het vinden van een geschikte bestemming voor het archief: een archiefdienst van de overheid of andere openbare instelling. In de keuze daarvan is de particulier vrij. Over die bestemming merkt de Archiefraad in zijn advies nr. 218 aan de staatssecretaris van CRM van 17 augustus 1981 op 'dat in dit kader geen regulerende wettelijke maatregelen passen met betrekking tot beheer of bestemming van particuliere archieven. Hooguit kan zijn inziens worden gedacht aan een poging om middels informatie en voorlichting in ruime kring te komen tot een mentaliteitswijziging waardoor particuliere archiefeigenaren zich in toenemende mate bewust worden van het belang van het onder hen berustende archief'. 7 Het aandeel van ons land in de ontwikkeling van de wereld sedert de 15e eeuw brengt voor vele Nederlandse archieven mee dat zij als 'joint heritage' te beschou wen zijn: een archief kan een deel vormen van het nationaal patrimonium van meer dan één staat. Dit concept van 'joint heritage' is aanvaard door de 20e Algemene Vergadering van de Unesco (document 20 C/102) en aanbevolen door de directeur- generaal van de Unesco in zijn circulaire CL/2671 van 2 september 1979. Verscheidene staten kunnen moreel eigenaar zijn van archieven gevormd door in stellingen werkzaam voor volkeren die een gemeenschappelijk verleden delen. De fysieke verblijfplaats van de archieven is daarmee internationaal tot een factor van ondergeschikt belang geworden. Het ontwerp van wet tot behoud van cultuurbezit stelt echter juist de fysieke ver blijfplaats van cultuurgoederen op de voorgrond, vanuit het enge standpunt dat in Nederland op zijn minst aanwezig hoort te zijn datgene 'wat van wezenlijk belang is voor het begrip en de kennis van de eigen cultuur'. Naar onze mening is echter juist de Nederlandse cultuur vanouds internationaal en niet te verstaan zonder studie en onderzoek van de Nederlandse cultuurvoortbrengselen in het buitenland. De gehele wereld vormt als het ware het 'musée imaginaire', waarover André Malraux schreef. Het is begrijpelijk dat vooral de landen in de Derde Wereld een halt hebben willen toeroepen aan de export van hun cultuurvoortbrengselen en daarbij de steun van de Unesco hebben ingeroepen. Naar onze mening past het Nederland zich op een uni verseler standpunt te plaatsen door te aanvaarden dat de Nederlandse cultuur mon diaal, dus ook in het buitenland, present is. Het bestuur van de Vereniging van Archivarissen in Nederland dringt er bij u op aan te bevorderen dat komt vast te staan dat de wet tot behoud van cultuurbezit geen be trekking heeft op archieven. Tot het geven van nadere toelichting op ons standpunt zijn wij gaarne bereid. Het bestuur van de Vereniging van Archivarissen in Nederland, drs. C. O. A. baron Schimmelpenninck van der Oije (voorzitter), provinciaal inspecteur der archieven in Gelderland dr. F. C. J. Ketelaar (vice-voorzitter), plaatsvervangend algemeen rijksarchivaris A. W. M. Kooien (secretaris), archivist bij het rijksarchief in Friesland, P. J. M. de Baar (tweede secretaris), archivist bij het gemeentearchief van Leiden, H. J. M. Mijland (penningmeester), streekarchivaris van Noord-Kempenland, F. Cossee-de Wijs (tweede penningmeester), archivist bij het gemeentearchief van Rotterdam, drs. J. N. T. van Albada, gemeentearchivaris van 's-Hertogenbosch, O. A. M. W. Hartong, hoofd van de Centrale Archiefselectiedienst, mr. J. H. van den Hoek Ostende (redacteur), adjunct-gemeentearchivaris van Amsterdam. [202] [203]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1981 | | pagina 6