8. Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting: a. ruimtelijke ordening b. bouw- en woningtoezicht c. woningwetbouw d. overige onderwerpen 9. Openbare gezondheid: a. algemeen b. toezicht op waren c. begraven d. overige onderwerpen 10. Waterstaat 11. Verkeer en vervoer, communicatie 12. Economische aangelegenheden: a. bodemproduktie, veeteelt b. arbeid c. overige onderwerpen 14. Onderwijs: a. algemeen b. onderwijzend personeel c. gebouwen, leer- en hulpmiddelen d. leerlingen e. overige onderwerpen 15. Kunst en kuituur 16. Kerkelijke zaken 17. Sport en rekreatie 18. Militaire zaken 19. Festiviteiten, herdenkingen en andere bijzondere gebeurtenissen C. GEDEPONEERDE ARCHIEVEN 1. Archief van het burgerlijk armbestuur 2. Archief van het Gemeentelijk Electriciteits Bedrijf 3. Archief van het Gemeentelijk Levensmiddelenbedrijf Ik heb niet bij voorbaat de indruk hiermee het ei van Columbus op tafel te hebben ge legd. Het schema is n.l. grotendeels ontleend aan het bekende archiefschema voor ge meentearchieven. Met de enkele aangebrachte varianten is het evenwel óók goed bruik baar voor volgens de code-VNG geordende archieven. Natuurlijk zijn er wel enkele in- konsekwenties aan te wijzen. Bij voorbeeld: het hoofdstuk Openbare werken in relatie tot het hoofdstuk Onderwijs - gebouwen. Evenzo het hoofdstuk Personeel ten opzichte van het hoofdstuk Onderwijs - personeel. Maar ook in de code-VNG signaleer ik onvolkomenheden. Ik denk aan de bij het hoofdstuk Maatschappelijke zorg ondergebrachte ziekenhuisverpleging, die ik per soonlijk, liever onder het hoofdstuk Gezondheidszorg rangschik. De jacht en visserij van het hoofstuk Economische aangelegenheden kunnen met evenveel recht geplaatst worden onder het hoofdstuk Volksontwikkeling en -opvoeding, religie. In hoeverre is de werkverschaffing onder het hoofdstuk Arbeid te beschouwen als maatschappelijke zorg en in hoeverre valt de tewerkstelling onder -1.842.976 van het hoofdstuk Maatschappelijke zorg onder het hoofdstuk Arbeid? Het uitgangspunt moet daarom zijn: het vinden van een modus, een algemeen aan vaardbare oplossing, waarbinnen enkele afwijkingen als toelaatbaar kunnen worden beschouwd. En als dan het geheel een zekere logica vertoont, er in de praktijk mee te [262] werken valt en de doorsnee bezoeker met het archiefschema overweg kan, neem ik de zoeven geconstateerde tekortkomingen wel voor lief. Volmaakt wordt het immers toch niet! Aangaande de praktische problemen ten aanzien van de dossierinventaris als vermeld onder 2.4, kan ik de geruststellende mededeling doen dat heel wat gemeenten registers en andere financiële bescheiden wél in dossierinventarissen opnemen, evenals notulen. De uitleg over het gebruik van de begrippen dossier, omslag en bundel zijn mij niet he lemaal duidelijk. Immers, uit de beschrijving moet blijken waarmee men te maken heeft. 'Stukken betreffende de bouw van de school te Noorderveld, 1915-1921', is een zaak, zijnde een eindigend complex van handelingen gericht op een bepaald doel, te we ten de bouw van de school. Een archivistisch geschoold persoon weet dan dat hij met een dossier te maken heeft. De omslag 'Stukken betreffende de school te Noorderveld' daarentegen bevat stukken betreffende eenzelfde onderwerp, zodat een archivistisch geschoold persoon weet dat hij nu niet met een dossier te maken heeft, maar met een rubriek of bundel. Degene die niet archivistisch geschoold is zal het echter een zorg we zen. De termen dossier en bundel behoeft men dus niet te gebruiken, mits men correct beschrijft. Voor de volgorde van de beschrijvingen binnen de rubrieken geeft de commissie o.a. een voorbeeld uit de inventaris van het gemeentearchief van Texel van E. J. Pijlman. (Waarom is deze inventaris niet opgenomen bij de geraadpleegde literatuur?) Bij het raadplegen van deze inventaris blijkt, dat de commissie geen volledige weergave geeft van het aangehaalde hoofdstuk: Openbare orde. Voor het weglaten van 2 onderverde lingen heeft de commissie waarschijnlijk een goede reden gehad. Waarom evenwel de laatste onderverdeling, in de inventaris aangegeven met: 8. Openbare orde met mede werking van derden, door de commissie is gewijzigd in: 6. Steun aan het wettig gezag, is mij niet duidelijk. En als de commissie wil klasseren laat ze het dan goed doen; inventa- risnr. 283 -1.759.66 in plaats van -1.759.63. Waaruit volgt dat achter onderverdeling nummer 6 behoort te staan -1.759.6 in plaats van -1.759.63. Voor wat de toegepaste indeling betreft geloof ik dat er verschillende wegen naar Rome leiden. Binnen de gegeven indeling zou ik het zelf bij voorbeeld als volgt hebben ge daan: 111 Openbare orde - 1. Algemeen (inventarisnr. 274) 2. Burgerlijke stand en bevolking (inventarisnrs. 277-281) 3. Strandvonderij (inventarisnr. 282) 4. Overige onderwerpen (inventarisnrs. 275, 283, 276 en 284) Maar nog andere varianten zijn denkbaar. De aanwezige stukken bepalen zelf de wijze en mate van indeling. Tenzij het moeilijk anders kan, lijkt het mij wat te veel van het goede om onderverdelingen te maken voor 1 a 2 beschrijvingen. Als vuistregel is een maximum van 8 a 10 beschrijvingen aan te bevelen. [263]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1981 | | pagina 36