die gebeurtenis plaats greep, maar ook elders in het bedrijf, waar vergelijkbare situaties bestaan. Men moet lering trekken uit zulke gebeurtenissen, die buiten het bedrijf plaats vonden. Het verdient overigens aanbeveling de risicoanalyse periodiek te herzien, om te contro leren of zij nog is afgestemd op de werkelijkheid. Algemene opzet bedrijfspreventie Natuurlijk is het de bedoeling, dat de gekozen maatregelen een behoorlijk effect heb ben. Men moet dan aandacht besteden aan de volgende aspecten: 1 de organisatie van de beveiliging, 2 de fysieke beveiliging, 3 de personele beveiliging. Als men één van deze aspecten verwaarloost, zal het effect van de andere twee sterk worden verminderd. Bijvoorbeeld: - een sterke deur met een stevig slot houdt geen inbreker tegen, als het personeel zich niet houdt aan de gegeven regels omtrent sluiten en gesloten houden, - goedwillende mensen zullen de alarminstallatie na sluitingstijd niet bijzetten, als niet werd geregeld, wie dat moet doen en hoe dat moet gebeuren. De organisatie van de beveiliging omvat het geheel van regels, voorschriften en instruc ties, waarin is vastgelegd hoe de aangebrachte voorzieningen moeten worden gebruikt, hoe de geoefendheid op peil moet worden gehouden, hoe het personeel zich met betrek king tot beveiliging en veiligheid heeft te gedragen, hoe bewakings- en bestrijdingsorga- nisaties zullen functioneren. Al deze regelingen dienen vastgelegd te worden in een schadepreventieplan, dat ver schillende delen kan omvatten. Met de opname van regelingen in een preventieplan kan men niet volstaan. De leden van de staf en het personeel in het algemeen zullen bij één of meer gedeelten direct betrokken moeten zijn. De controle op het handhaven van de uit te voeren regelingen en maatregelen en op de juiste uitvoering ervan berust bij degene, die verantwoordelijk is voor de schadepreven tie. De schadepreventie dient hiërarchiek georganiseerd te zijn. Aan de top dient een direc tielid te staan, bij voorkeur degene, die 'risicobeheersing' in zijn portefeuille heeft. De ze persoon coördineert de schadepreventiemaatregelen in de verschillende afdelingen van een bedrijf, waar verder de lijnfunctionarissen verantwoordelijk zijn voor: - het analyseren van de risico's, die hun afdelingen lopen, - het voorstellen van de maatregelen daartegen, - het uitvoeren van de maatregelen, die werden goedgekeurd. De fysieke beveiliging omvat het geheel van bouwkundige, mechanische, elektrische en elektronische voorzieningen en apparatuur ten behoeve van de beveiliging. Fysieke beveiliging omvat, in beginsel, de volgende onderdelen: - afscherming, - controle, - bestrijding. Afscherming kan bijvoorbeeld inhouden het verspreiden en van elkaar gescheiden hou den van de verschillende objecten of onderdelen (compartimentering), maar ook het ge ven van regels voor veilig handelen en gedrag. Controle op het functioneel blijven van barrières en op het nakomen van de uitgevaar digde regels is noodzakelijk. Door onbegrip, onverschilligheid of kwaadwilligheid kunnen nuttige effecten van maatregelen of barrières teniet worden gedaan. Controle en bewaking hebben alléén zin, als op een daardoor verschafte waarschuwing ook maatregelen volgen, die de schadeberokkening tegengaan. Het laatste aspect van de algemene opzet van een bedrijfspreventieplan betreft de per sonele beveiliging. Wie personeel in dienst neemt, wil graag weten wie en wat hij in huis haalt. Naast diplo ma's, vakbekwaamheid en ervaring tellen ook andere eigenschappen mee, zoals de be reidheid zich voor zijn werk geheel in te zetten, loyaliteit aan het bedrijf, de dienst, de zaak, gedrag in de groep, betrouwbaarheid, eerlijkheid, milieu waaruit hij of zij voort komt en jeugdervaring. Een zorgvuldig personeelsbeleid vraagt echter om meer dan alleen een goede selectie bij aanname. Ook na de indiensttreding zal men de betrokkene in zijn ontwikkeling als be- drijfsgenoot willen volgen: blijft hij zich loyaal gedragen, heeft hij nog steeds hart voor zijn werk, in hoeverre voldoet hij aan de verwachtingen? Deze voortdurende observatie van de mensen mag natuurlijk nooit uitlopen op de acti viteit van een soort geheime politie. Maar het andere uiterste, alles maar op zijn beloop laten is evenmin te aanvaarden. Ernstige vergrijpen op het werk begaan, zoals diefstal, ontvreemding van belangrijke gegevens, fraude of sabotage, vinden veelal hun oorsprong in druk van buitenaf op be trokkenen uitgeoefend, of door moeilijke omstandigheden, waarin de daders zijn ver zeild geraakt. Het is daarom van belang de symptomen van zulke situaties tijdig te onderkennen. Bij voorbeeld: - het boven zijn stand leven, - gechanteerd worden met vroegere misgrepen, - het zich terugtrekken uit de gemeenschap, - het gebruik van verslavende middelen, alcohol en andere drugs, - nervositeit, geprikkeldheid, zodra bepaalde onderwerpen aan de orde komen, - afwijkende leefgewoonten. Wel moeten we bedenken, dat niet alle mensen zich als heiligen gedragen. Attent zijn op zulke eigenschappen zonder dat dit, ik wil het nogmaals onderstrepen, mag leiden tot een heksenjacht of zelfs maar tot de dreiging van zoiets. [232] [233]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1981 | | pagina 21