'Beveiliging van archieven tegen diefstal en vernieling', verslag van een studiedag, gehouden te Amersfoort op 20 mei 1981 Op 20 mei 1981 werd in 'Kobus aan de Poort' te Amersfoort door de Vereniging van Archivarissen in Nederland en de Landelijke Kring van Gemeente- en Streekarchivaris sen een studiedag belegd over het thema 'Beveiliging van archieven tegen diefstal en vernieling'. De studiedag werd geopend door drs. J. F. J. van den Broek, voorzitter van de Lande lijke Kring van Gemeente- en Streekarchivarissen. In zijn openingstoespraak noemde hij de motieven, die tot het organiseren van deze studiedag hebben geleid: het steeds sterker vervagen van de begrippen 'mijn' en 'dijn', de verhoogde waarde van de vele ar chivalia en de noodzaak aandacht te besteden aan dit onderwerp, voordat het te laat is, te weten wanneer een ieder inmiddels nare ervaringen heeft opgedaan. Diefstal neemt volgens hem toe en leidde al tot brieven en vragen van burgers en kamerleden aan de minister van C.R.M.1 Na de openingstoespraak werd het woord gevoerd door ir. G. H. Schwippert, verbon den aan de Hoofdgroep maatschappelijke technologie van de Stichting TNO te Delft over 'Beveiligingstechniek' en door A. G. M. Olthof, als ambtenaar voorkoming mis drijven werkzaam bij het district 's-Gravenhage van het Korps Rijkspolitie, over Risicoanalyse en algemene opzet van een bedrijfspreventieplan'. Aan het eind van de ochtend vond een discussie plaats onder leiding van de beide spre kers en voorgezeten door dr^. Van den Broek. Na de middagpauze heropende drs. C. O. A. baron Schimmelpenninck van der Oije, voorzitter van de Vereniging van Archivarissen in Nederland, de vergadering. Mevrouw H. M. ten Broecke, hoofd van het uitleenbureau van de Bibliotheek te Arnhem hield een lezing over 'Beveiliging in bibliotheken'. Tenslotte sprak de plaatsvervangend ge meentearchivaris van Arnhem, drs. P. R. A. van Iddekinge, over 'Ervaringen met diefstal in archiefbewaarplaatsen'. Na de middaglezingen vond er een tweede discussie plaats, nu voorgezeten door de voorzitter van de VAN. Rond 16.00 uur sloot deze de studieddg af met hét uitspreken van dankwoorden aan de inleiders en aan de commissie van voorbereiding van deze studiedag, de collegae me vrouw M. Mijnssen-Dutilh, C. van Heel, R. J. Jansen, S. F. M. Plantinga en D. van der Vhs. Hij concludeerde, dat goede bezoekersreglementen een noodzaak zijn, als- Handelingen Tweede Kamer der Staten-Generaal, 1979-1980, bijlagen, nummer 844 (vragen van de leden Meertens, Brinkhorst en Wessel-Tuinstra). [216] mede een betrouwbare registratie van de bezoekers en van stukken, die ter inzage zijn gegeven. Hij meende, dat dit bij de verschillende archiefdiensten nog onvoldoende ge beurt, en pleitte daarom voor meer uniformering. Ook vestigde hij de aandacht op de eventuele wenselijkheid van een soort landelijke toegangskaart. Hij zou het contact, dat CRM en TNO hebben met betrekking tot de beveiliging van musea, willen uitbrei den met de archieven. Aan de studiedag werd door ongeveer 90 personen, werkzaam bij archiefdiensten, deel genomen. De inleidingen en de verslagen van de discussies zijn hierna in chronologische volgorde opgenomen, hetzij in de vorm, waarop de spreker deze op papier heeft gezet, hetzij overgenomen van het bandopname-apparaat. P. J. M. de Baar S. F. M. Plantinga [217]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1981 | | pagina 13