Typographi Bibliopolae Neerlandici usque ad annum MDCC
THESA URUS/Nederlandse boekdrukkers en boekverkopers tot 1700, met plaatsen en
jaren van werkzaamheid, door J. A. Gruys en C. de Wolf. Nieuwkoop, B. de Graaf,
1980. Bibliotheca Bibliographica Neerlandica, XIII, f 70,BTW.
Deze uitgaaf sluit nauw aan bij de in dit tijdschrift van 1980 op p. 166-167 besproken
'A short-title catalogue of books printed at Hoorn before 1701' van dezelfde auteurs.
Daar vindt men een uiteenzetting over het werk van het STCN (Short-Title Catalogue,
Netherlands) Bureau, gevestigd in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Het lijkt
mij goed om voor geïnteresseerden ook nog de volgende bijdrage van de beide schrij
vers te vermelden: 'Boekdrukkers en boekverkopers te Hoorn tot 1700: Ledeboer en de
bibliografische feiten', in: Hellinga. Festschrift/Feestbundel/Mélanges, 1980.
Deze THESAURUS zal namelijk veel worden geraadpleegd en het is voor de gebruikers
altijd nuttig om over de mogelijkheden goed ingelicht te zijn. Het heeft weinig zin om
hier enkele opmerkingen uit de Inleiding, die ook in het Engels (vrije vertaling) als
Introduction werd opgenomen, over te nemen. Slechts wanneer mij dat verderop nog
nuttig voorkomt, wil ik dat doen. De gebruikers kunnen beter zelf die inleiding grondig
lezen en ook nog de hierboven genoemde bespreking en artikel.
Ik geef hier allereerst de inhoud. 'Woord vooraf' van C. Reedijk, de bibliothecaris van
de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag (V), 'Inleiding' (VII) en 'Introduction' (XIII),
uiteraard geschreven door de beide auteurs. Dan komt de werkelijke Thesaurus:
'Namen met plaatsen en jaren van werkzaamheid: alfabetische lijst' (1). Deze is ge
grond op drukken, aanwezig in de vier Nederlandse bibliotheken, die veel oude boeken
bezitten, KB Den Haag en UB Amsterdam, Leiden en Utrecht. De gegevens tot 1540
zijn daarentegen geheel gebaseerd op de bibliografieën van deze periode, die van 1540-
1600 gedeeltelijk daarop.
Het grote voordeel boven de uitgaven van Ledeboer van 1872, 1876 en 1877 bestaat
allereerst in de veel groter betrouwbaarheid en ten tweede in de mogelijkheid om de
bron zelf direct gemakkelijk te kunnen raadplegen.
In het algemeen gingen de auteurs op impressums en colofons af, maar een enkel maal
wijken ze daarvan af en komen ze wel met betrouwbare toeschrijvingen. Hetzelfde
geldt voor dateringen, die, wanneer niet vermeld, alleen worden opgenomen, wanneer
ze algemeen aanvaard zijn.
Ik geef hier een voorbeeld van een kunstverkoper, wiens geschiedenis ik schreef, juist
voordat dit werk verscheen: 'Wit (Frederik de). Amsterdam 1654-1664. Var.: F. de
Widt, F. de Witt.' Op deze varianten vindt men hem uiteraard ook, met verwijzing
naar 'Wit (F. de).''Een eigenlijke boekverkoper was De Wit niet, maar ook de grotere
kunstverkopers vindt men hier dank zij hun uitgaven van plaatwerken en -werkjes.
Wat is nu het nut van deze publicatie? Men kan bij de STCN direct vernemen, welke
publicaties verschenen in die jaren en waar die te vinden zijn. Overigens was De Wit
vermoedelijk al in 1653 werkzaam en bleef tot zijn dood in 1706 (een jaar dat hier
natuurlijk geheel niet meer in aanmerking komt, want men is consekwent met 1700 op
gehouden) werkzaam.
Pseudoniemen zijn ook opgenomen en daarbij is alleen in geval van betrouwbare ge-
gevens of althans die geacht worden betrouwbaar te zijn vermeld, dat het een
pseudonym betreft. Dit gebeurt b.v. bij Fabel en Marteau. Men moet er dus wel op be
dacht zijn, dat in de lijsten ook nog andere dergelijke adders onder het gras kunnen
schuilen. Ik denk b.v. aan Pieter Hamer in Utrecht in 1698.
Ik ga echter verder met de opsomming van de inhoud: 'Namen: chronologisch register
per stad' (105), waar de bovengenoemde Pieter Hamer uiteraard overigens net als
Hans Fabel en Pierre Marteau in Amsterdam te vinden is. Dan volgen drie aanhang
sels: I 'Patronymica die altijd naast een familienaam voorkomen, en dus geen verwij
zing hebben in de Alfabetische lijst', II 'Namen in kopij-impressa' (159 en 165). Deze
laatste vereisen misschien enige toelichting: als voorbeeld wordt gegeven op p. X 'Na de
copye/Eerst gedruckt tot by Tenslotte aanhangsel III 'Steden: chronologisch
op jaar van eerste uitgave' (169). Daarna vindt men een uitslaande kaart 'De uitbrei
ding van boekdrukkerij en uitgeverij in Nederland' en tenslotte 'In afkorting geciteerde
publicaties' (173), Addenda corrigenda' (174) en 'Inhoud' (175).
De THESAURUS zal ongetwijfeld ook door archivarissen veel geraadpleegd worden
en het gebruik zal zeker vaak worden gevolgd door verdere vraagstelling in Den Haag.
I. H. van Eeghen.
Th. S. H. Bos. Repertorium van boeken en tijdschriftartikelen betreffende de geschie
denis van Nederland, verschenen in 1975. 's-Gravenhage, M. Nijhoff, 1978. Rijks ge
schiedkundige publicatiën. (prijs f 41,60).
verschenen in 1978. 's-Gravenhage, M. Nijhoff, 1979. (prijs f 43,00).
Een vorig jaar verschenen (voorlopig) overzicht van lopende Nederlandse
bibliografieën1 bevat 105 titels. Eén daarvan is bovengenoemde historische bibliografie.
Deze uitgave heeft al een lange geschiedenis. In 1907 verscheen het 'Repertorium der
verhandelingen en bijdragen betreffende de geschiedenis des vaderlands, in tijdschrif
ten en mengelwerken tot op 1900 verschenen', samengesteld door L. D. Petit. De
samensteller bewerkte hiermee een eerdere historische bibliografie uit 1863 met de daar
na verschenen supplementen tot één geheel. Deze uitgave werd voortgezet met 10-
jaarlijkse perioden; zo verschenen 1901-1910, 1911-1920, 1921-1929 en 1930-1939.
In 1940 veranderde de uitgave in een jaarlijkse publicatie, wat door de oorlogsomstan
digheden vertraging ondervond. Deel 1 over 1940 kwam nog uit in 1943, deel 2 over
1941 verscheen na de bevrijding, daarna werd de uitgave met 3-jaarlijkse perioden on
veranderd voortgezet tot 1975. In 1954 verscheen tevens een register op de delen 1940-
1950. De eerste delen werden samengesteld door Aleida Gast, later werd dit overgeno
men door J. Brok-ten Broek; daarnaast hebben nog verschillende andere auteurs aan
deze uitgave meegewerkt.
M.i.v. 1975 verschijnt deze uitgave, zoals oorspronkelijk in 1940 de opzet was, weer als
1 A. H. H. M. Mathijsen en P. M. Gomes. Nederlandse lopende bibliografieën, een overzicht;
uitgave van de Nederlandse vereniging van bibliothecarissen.
[79]
[78]