Graag wil ik deze recensie afsluiten met een suggestie voor toekomstige inventarissen.
In de beschrijvingen komen veel persoonsnamen voor, waarvan niet alle onderzoekers
direct zullen weten wie dat precies zijn. Misschien is het nuttig om voortaan ook een
bijlage met de namen en de ambten van de belangrijkste functionarissen op te nemen.
H. B. N. B. Adam
Vier Limburgse gemeente-archieven, opmerkingen over de ordening en inventarisatie
van 19e eeuwse gemeentearchieven naar aanleiding van: W. van Muiken, Inventaris van
de archieven der gemeente Helden (samen met J. G. AHendriks), Maastricht 1976,
der gemeente Horst, Maastricht 1977, Susteren, Maastricht 1978, Stramproy,
Maastricht 1979. Uitgegeven door de Dienst inspectie der archieven in Limburg.
De vier inventarissen bestaan uit een korte geschiedenis van het plaatselijk bestuur, een
verantwoording van ordening en inventarisatie, de inventarissen van afzonderlijke ar
chieven, die onder de zorg van het desbetreffende gemeentebestuur vallen en tenslotte
klappers op namen en klappers op zaken en onderwerpen, voorkomende in de inventa
ris.
Van twee van de inventarissen, namelijk Helden en Susteren, bestaan volgens de ver
antwoording ondanks de respectabele 287 en 250 bladzijden op kwarto formaat zelfs
nog uitvoeriger edities, waarin enkele series, bijvoorbeeld bouwvergunningen, nader
zijn gespecificeerd.
1 Uiterlijke vormgeving
Hoewel de banden veel steviger aandoen dan die van de door de Rijksarchiefdienst ge
produceerde exemplaren, blijkt bij nadere beschouwing, dat dit is bereikt door de
gestencilde vellen te nieten, en pas daarna van een omslag te voorzien. De nietjes zijn
niet roestvrij, hoewel degelijk materiaal wel in de handel is.
Men heeft gekozen voor een zeer opvallend uniform omslag voor de hele serie, knalgeel
met knalrode letters.
De inventarissen zijn verder voorzien van 10 èt 20 foto's, meest burgemeestersportretten
en dorpsgezichten. Een inventaris met plaatjes verkoopt natuurlijk beter, maar men
moet zich toch tot relevante illustraties beperken. De dorpsharmonie voldoet bijvoor
beeld niet aan dat criterium en evenmin een ongetwijfeld zeer fraaie plaat van een oude
watermolen.
Terecht zijn kaarten van de gemeenten opgenomen, een onmisbaar gegeven. Gekozen
zijn echter reprodukties uit de gemeente-atlas van Suringar (1867/1868). Alleen in de
inventaris Helden is deze duidelijk doorgekomen. Overigens zou een kaart zoals bij
Stramproy, waarop de verdeling in kadastrale secties is weergegeven, met name voor de
determinatie van de vele eigendomspapieren nuttiger zijn.
Het drukprocedé, namelijk stencillen, heeft mede geleid tot een wat grauwe bladspie
gel. Die van Horst is bovendien zo vol, dat de achterste regels van de even bladzijden
slechts met moeite leesbaar zijn. De voornaamste oorzaak van de volle bladspiegel is
mijns inziens het feit, dat de auteur onvoldoende beknoptheid in de afzonderlijke be
schrijvingen heeft betracht. Hierop kom ik hieronder terug.
De afdalende reeks koppen bijvoorbeeld in Helden, pag. 94, is alles behalve fraai.
2 Historische inleiding
Deze bestaan in hoofdzaak uit een korte geschiedenis van het plaatselijk bestuur, met
lijsten van functionarissen, noten en lijsten van afbeeldingen.
De korte geschiedenis bevat inderdaad zeer nuttige informatie over de wijze waarop het
plaatselijk bestuur heeft gefunctioneerd door de staatkundige wisselingen heen, die
juist in Limburg hebben plaatsgevonden en die ook voor de archiefvorming hun gevol
gen hebben gehad. Deze informatie wordt echter volkomen overwoekerd door de ge
schiedenis, niet zozeer van het bestuur, maar van verkiezing, benoeming en aftreden
van raadsleden, wethouders, burgemeesters, secretarissen en ontvangers. Voor het goe
de begrip van archief en inventaris zijn deze grotendeels overbodig, bovendien maken
zij de inleiding-onleesbaar.
Ten overvloede worden daar nog eens lijsten van al deze functionarissen aan toege
voegd. Mijns inziens had de auteur ermee kunnen volstaan in de inleiding die functio
narissen te vermelden, die voor het begrip van het archief gewenst zijn. Een lijst van
burgemeesters, secretarissen, ontvangers en andere archiefbeheerders kan zo'n verhaal
dan completeren. Juist de lijsten van raadsleden en dergelijke zijn van zo zuiver plaat
selijk belang, dat men die alleen in een aanhangsel in de uitvoerige editie zou moeten
opnemen.
3 Verantwoording en indeling van de inventarissen
De verantwoording van ordening en inventarisatie vermeldt in alle vier de gevallen het
eindjaar van de inventaris, terecht bepaald door de invoering van de code V.N.G. tus
sen 1938 en 1948. Voorts krijgt ook de materiële geschiedenis van het archief de aan
dacht, die deze verdient. De verantwoording vermeldt verder de eerdere inventarissen,
die vrijwel zonder uitzondering pover zijn.
De verantwoording van het eigenlijke ordeningswerk is helaas niet volledig. De auteur
verwijst naar de Handleiding en het bestemmings- en herkomstbeginsel, volgens welke
hij de verschillende archieven, die onder de zorg vielen van een gemeentebestuur, heeft
onderscheiden.
Deze beginselen zijn echter niet overal juist toegepast. Van Muiken heeft ten onrechte
enkele functies van het gemeentebestuur als aparte archieven beschreven. De meest in
het oog springende daarvan is de ambtenaar van het kadaster. Een dergelijke functio
naris hebben de gemeenten nooit in dienst gehad. De kadastrale bescheiden worden
door de (rijks)dienst voor het kadaster gedeeltelijk in dubbel opgemaakt, en de dubbele
exemplaren worden naar de gemeenten gestuurd. Het zijn ondanks hun uiterlijke ver
schijning niet meer dan ingekomen stukken, die thuis behoren in het archief beheerd
door de secretaris, de directeur gemeentewerken of gemeente-ontvanger, al naar gelang
[72]
[73]