r4^ - PJMawwaw»: R /Vl/M/VvO^ tlAlvCC ltN BUMG E/be wiissttukTET FEftTRFKFftp^ I liet- A ofriu trv tma (f C H wkW -^m^F^cEFa .de adrg^rj/^f bewijsstuk kan worden door middel van erkenning vanwege de tegenpartij is tot de dag van vandaag vanzelfsprekend geweest. Dit betrekkelijk eenvoudige beeld van de twee soorten archiefbescheiden namelijk munimenta (dit wil zeggen rechtsbewijzen) en monumenta (dit wil zeggen herinneringssteunen), die soms in munimenta kunnen ver anderen, wordt ingewikkelder door het optreden van de brief. Het is oorspronkelijk het meest particuliere papier dat zich denken laat; het is een meer of minder literair gesprek tussen afwezigen, die zich beklagen door te zeggen dat zij al zo lang niets van elkaar hebben gehoord, let wel: gehoord. De gehele middeleeuwen door is de brief het oefenstuk bij uitstek voor het latijns kunstproza. Voor het openbaar gezag in ons land en dus voor de archiefvorming heeft de brief als overbrenger van mededelingen heel lang niet bestaan. Bij ons blijft het overbrengen van mededelingen lang het werk van de bode, zijn onkosten vinden we in grafelijke en stedelijke rekeningen het is een dorstig soort mensen. De bode wordt de besteller van 'lettres missives', van gesloten brieven meest bevelschriften als het bestuursrayon te groot wordt, dat is bij ons vooral in de tijd van Philips de Goede, in Gelderland en tussen de Hanzesteden bijvoorbeeld begint het al wat eerder. Vóór die tijd is de brief puur privé of zó zeldzaam, dat een landelijk onderzoek naar de aanwezigheid van dienstbrieven een verantwoord project zou zijn. De huis-, tuin- en keukenbrief met zijn lieflijke aanspraak en met aan het eind de groet, die nog eeuwenlang weerstand zou bie den aan de secularisatie, nam voor ambtelijk gebruik de intitulatio over van de oor konde: de naam en kwaliteit van de autoriteit, die de missive doet verzenden. Hier ligt de oorsprong van het ambtelijk briefpapier met gedrukt briefhoofd, door het zakenle ven nagevolgd. Voor het schrijven van de (gesloten, dus niet voor ieder openbare) zend brieven om een oud purisme te gebruiken komt naast kanseliers, klerken en grif fiers een nieuw genus penvoerder op: de secretaris of om nog eens Hooft te citeren (je geheimschrijver. Nog lang werden zijn concepten of minuten als zijn particulier eigendom beschouwd denk maar eens aan de correspondenties van onze raadspensi onarissen, die allemaal door inbeslagneming in de tijd zelf, dan wel later via schenking of verkoop door erfgenamen in het Algemeen Rijksarchief zijn beland. En het verzonden exemplaar? De ontvanger kan het na lezing vernietigen, tenzij hij het stuk als pro memorie-document oplegt. Eerst in de 16e eeuw is men bij ons begonnen brieven als archiefstukken te beschouwen. De dienstbrief, die in de Oostenrijkse tijd al een instrument van centralisme begon te worden, is dat vooral doeltreffend geworden in de Franse tijd en onder Koning Willem I. Ontdaan van aanhef en groet is de dienst brief de uitdrukking van de koele onbeschoftheid van de overheid tegenover de onder daan, zoals zij onder de tegenwoordige circulaireregering de uitdrukking is van het dé dain van de Haagse bureaucratie tegenover gewestelijke en plaatselijke besturen. Terwijl in onze tijd de oorkonde duidelijk op zijn retour is alleen de gedegenereerde nazaten vermenigvuldigen zich als sprinkhanen is de brief in opmars. Ik bedoel niet dat de kunst van het briefschrijven erop vooruit gaat die kunst is door de telefoon, het verval van de literaire cultuur en de miserabele toestand van het voortgezet onder wijs de nekslag toegebracht. Maar de onschone zakenbrief vindt als soort steeds meer toepassing: talloze zaken, die [509]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1981 | | pagina 7