borgen is daarbij geen bezwaar, evenmin als dat bij de charterberging een bezwaar is. Voor de stukken betreffende of afkomstig van commissies (niet: de door commissies gevormde afzonderlijke archieven) moet men per geval beoordelen, of het om stukken van algemene aard gaat, of dat zij binnen een bijzonder onderwerp thuishoren (bijv. de commissie van advies inzake aankoop van voorwerpen van beeldende kunst). De code-VNG (hier alleen toegepast t.a.v. de gemeenten) is niet in strijd met de door veel archivarissen voorgestane hoofdindeling. Wanneer de stukken van algemene aard apart zijn behandeld, blijven de stukken betreffende bijzondere onderwerpen over: het gehele bestand aan dossiers inklusief .07, .08 en -1.71 t/m -1.88, en daartussen enkele series betreffende bepaalde onderwerpen. Men dient overigens de voorkeur te geven aan de aanduiding 'stukken betreffende bijzondere onderwerpen' boven 'stukken van bijzondere aard'. Daar niet de aard van de stukken bijzonder is, maar die van de onder werpen, verdient het aanbeveling 'stukken betreffende bijzondere onderwerpen' als titel te gebruiken. De hoofdindeling van de code-VNG is: .07 algemeen hulpgetal voor openbaar bestuur, administratie, 'het organisme' .08 algemeen hulpgetal voor personeel 351 verzorgingstaken, belangenbehartiging -1.71 eigendom, openbare werken, belastingen -1.75 openbare orde -1.76 openbare zedelijkheid -1.77 openbare gezondheid -1.78 openbare veiligheid -1.79 waterstaat -1.81 verkeer en vervoer -1.82 economische aangelegenheden -1.83 arbeid -1.84 maatschappelijke zorg, verzekeringswezen -1.85 volksontwikkeling en opvoeding, religie -186 landsverdediging -1.87 justitie -1.88 buitenlandse aangelegenheden en internationale verhoudingen Onder .07 valt o.m. de financiële administratie, onder -1.75 de bevolkingsadministratie en onder -1.77 ook milieuhygiëne, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Van een aantal onderwerpen blijft na selectieve vernietiging zo weinig over, dat de titels van deze rubrieken (c.q. subrubrieken) niet meer in overeenstemming zijn met de wer kelijk aanwezige stukken. De code-VNG kent rubriekaanduidingen die uit meervoudige begrippen bestaan zoals 'Eigendommen, openbare werken, belastingen' (-1.71) en 'Instelling, ontwikkeling, op heffing' (.07.1). Wanneer slechts stukken over eigendommen aanwezig zijn, dient dit te blijken uit de benaming van de desbetreffende rubriek, dus 'Eigendommen' in plaats van 'Eigendommen, openbare werken, belastingen'. [554] De vraag is besproken, of ook enkelvoudige begrippen als 'Waterstaat' (-1.79) en 'Eko- nomische aangelegenheden' (-1.82) zouden moeten worden aangepast. Denkbaar is, dat binnen een rubriek Ekonomische aangelegenheden alleen stukken over Banken van Lening aanwezig zijn: zou dan de rubriek niet de verengde benaming 'Banken van Le ning' dienen te krijgen? Dit laatste is niet raadzaam, omdat dan, afhankelijk van de mate van volledigheid binnen een rubriek, begrippen uit de code op vergelijkbaar ni veau soms wel en soms niet zouden moeten worden aangepast; inventarissen met on evenwichtige rubriekenschema's zouden het resultaat zijn. Ook in andere gevallen dan na vernietiging moet men wel 'koppen' wijzigen. De om schrijvingen in de code-VNG van de algemene hulpgetallen .07 en .08 zijn als koppen onbruikbaar. Voorgesteld is de term 'Gemeentelijke huishouding' voor -2.07 en -2.08 samen, en 'Interne organisatie' voor -2.07 afzonderlijk. Minder geslaagd is de rubriekaanduiding -2.07.4 'vorming, samenstelling en ontbinding van vertegenwoordigende lichamen', daar de onderverdeling uitsluitend betrekking heeft op verkiezingen van vertegenwoordigende lichamen. De samenstelling en ontbin ding van de raad etc. kan beter onder .07.51 en .07.52 worden geplaatst, dus onder de desbetreffende bestuursorganen1. Een echt foute kop is het onderscheid in de code -2-08.8 'andere personeelsaangelegen heden' en -2.08.9 'overige personeelsaangelegenheden'. Deze aanduidingen sluiten el kaar niet wederkerig uit. In de meest recente uitgave is dit verbeterd. Ook de aanduiding voor 351: 'verzorgingstaken, belangenbehartiging' achtte men ver warrend; beter is 'taakuitoefening'. De plaatsing van de bevolkingsadministratie als onderdeel van -1.75 openbare orde is onbevredigend. De bevolkingsadministratie kan men beter niet meer als aspekt van de openbare orde beschouwen, maar als de meest algemene taak, en dus voor -1.71 plaatsen. Van '-1.76 Openbare zedelijkheid' zal vaak niet meer dan 'bestrijding van drankmis bruik' overblijven. De rubriek is dan met 'openbare orde' samen te voegen. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting zijn binnen -1.77 'op te waarderen' tot afzon derlijke rubrieken 1.777/8. Historisch is de plaatsing van ruimtelijke ordening en volks huisvesting als aspekt van de preventieve gezondheidszorg natuurlijk heel goed ver klaarbaar, maar deze opvatting is na 75 jaar voor de doorsnee gebruiker niet meer na te voelen. De burgerlijke armenzorg was oorspronkelijk (1818) ook bedoeld ter bestrij ding van landloperij en prostitutie, en niettemin treft men dit onderwerp terecht niet onder -1.75 aan. 1 In gemeenteadministraties worden de stukken betreffende verkiezingen voor provinciale staten en tweede kamer vaak onder -3 en -4 geplaatst. Deze cijfers mag men echter slechts gebruiken, als men het archief van een provinciale of rijksinstelling beschrijft; voor de gemeenten is het organi seren van verkiezingen een normale bemoeienis, die men beter op -2.07.4 kan plaatsen; hetzelfde geldt mutatis mutandis voor stukken betreffende het Koninklijk Huis en bezoeken door de com missaris der koningin. [555]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1981 | | pagina 30