Rapport van de Kommissie Normering Archieven Lagere Overheden, ingesteld door de Vereniging van Archivaris sen in Nederland en de Landelijke Kring van Gemeente en Streekarchivarissen* 1. VRAAGSTELLING, WERKWIJZE EN KONKLUSIE 1.1. Voorgeschiedenis Uit de diskussie rond het rapport van de kommissie Archieven lagere overheden (ALO)\ welke kommissie door het bestuur van de Vereniging van archivarissen in Ne derland (VAN) in 1974 werd ingesteld, kwam naar voren, dat bijlage IV van dat rap port, getiteld 'Normering van subsidiëring', te beknopt was om duidelijkheid te bren gen in deze moeilijke materie. De kommissie archieven lagere overheden was in haar rapport2 tot de konklusie geko men, dat het grondvlak voor een lokale of regionale archiefdienst eerst bij een inwoner tal van minstens 80.000 realiseerbaar is. Stelt men de jaarlijkse lasten op 200.000 tot 250.000 gulden, dan betekent zulks een bedrag van 3.per hoofd van de bevolking. Liever zou de kommissie het grondvlak groter zien om de technische outillage behoor lijk op te zetten, zodat samenwerking geboden is. Uit de diskussie kwam niet duidelijk naar voren welk getal archiefdiensten in totaal de kommissie archieven lagere overhe den voor ogen stond. In het rapport werd het getal van ongeveer 80 nieuwe diensten genoemd3, berekend op een inwoneraantal van circa 7.500.000, dat nog niet onder het verzorgingsgebied van een gemeentelijke archiefdienst viel. Op dat moment vielen on geveer 6.000.000 inwoners onder het verzorgingsgebied van ruim 60 gemeentelijke ar chiefdiensten. Intern was de kommissie tot de konklusie gekomen, dat 25 bestaande ar chiefdiensten een regionale funktie zouden kunnen krijgen, zodat met in totaal 115 ar chiefdiensten in een dekkend net van archiefverzorging kon worden voorzien. Er werd besloten om de uitwerking van dit gedeelte van het rapport, dat niet is afge drukt in het Nederlands Archievenblad (NAB) aan een nieuwe kommissie voor te leg gen, nu ingesteld door de vereniging van archivarissen in Nederland (VAN) en de Definitieve versie waarin onder meer rekening is gehouden met de opmerkingen, ge maakt op de gecombineerde ledenvergadering van de Vereniging van Archivarissen in Neder land en de Landelijke Kring van Gemeente- en Streekarchivarissen op 15 november 1978 te Zutphen, N.A.B. 83 (1979), p. 1-7. Rapport, toegezonden aan de leden bij schrijven van 17 september 1976. N.A.B. 81 (1977), p. 10-36 2 Bijlage IV. Rapport, p. 25 3 Idem; N.A.B. 81 (1977), p. 3. [2] Landelijke kring van gemeente- en streekarchivarissen (LKGS) tezamen, genaamd: de kommissie Normering archieven lagere overheden. 1.2. Vraagstelling Bij de bespreking van het rapport van de kommissie ALO was gebleken dat er in ver band met het oprichten van nieuwe plaatselijke of regionale archiefdiensten, en bij het uitbreiden van reeds bestaande diensten behoefte bestond aan een indikatie van de om vang, kosten en organisatiewijze van zo'n dienst in relatie tot de te beheren archieven, het beschikbare financiële draagvlak en andere plaatselijke omstandigheden. De vraagstellig werd door de VAN en de LKGS als volgt nader vastgesteld: la. het vaststellen van een wettelijk voor te schrijven takenpakket voor een lokale/- regionale archiefdienst, lb. het vertalen van dit takenpakket in financiële konsekwenties, rekening houdend met bijzondere omstandigheden waarin archiefdiensten kunnen verkeren, zoals omvang en aard van het oude en het nieuwe archiefbestand, de huisvesting en der gelijke. 2a. het vaststellen van een optimaal te achten takenpakket voor een lokale/regionale archiefdienst. 2b. als lb. 3a. aan te geven welk deel van de uitvoering en welk deel der kosten van het takenpak ket (la en 2a) ingebracht zou kunnen worden in intergemeentelijke regionale sa menwerkingsverbanden. 3b. aan te geven welk deel der uitvoering en welk deel der kosten van het takenpakket (la en 2a) ingebracht zou kunnen worden in een samenwerkingsverband met of zou kunnen worden overgedragen aan een hogere bestuurslaag (provincie oude of nieu we stijl, rijk). 4. het maken van een indeling in regio's van de gemeenten, rekening houdende met bestuurlijke en historische grenzen (b.v. analoog aan de indeling in Noord- Holland). 5. het geven van een indikatie van de grenzen waarbinnen het draagvlak voor een lokale/regionale archiefdienst zou moeten liggen. 1.3. Werkwijze van de kommissie 1.3.1. Oprichting en vergaderingen De eerste bijeenkomst had plaats te Zwolle op 5 april 1977. Sedertdien is de kommissie daar 10 malen bijeen geweest. Leden waren: drs F. C. Berkenvelder, gemeentearchivaris van Zwolle, voorzitter mr. Caspar van Heel, provinciaal inspekteur der archieven in Overijssel, sekretaris mr. Th. N. Schelhaas, adjunkt-gemeentearchivaris van Haarlem drs C. O. A. baron Schimmelpenninck van der Oije, gemeentearchivaris van Zutphen [3]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1980 | | pagina 4