Kroniek
Buitenlandse archivistische literatuur
Journal of the Society of Archivists. In vol. 5 no. 7 (april 1977) geeft Roderick Floud
voorbeelden van verschillenden soorten kwantitatieve onderzoekingen op grond van ar
chiefmateriaal, en vergelijkt de huidige methoden (waaronder de toepassing van stan
daardprogramma's voor het opsporen van fouten en voor statistische bewerkingen)
met die uit de begintijd van de computer. Hij pleit voor het permanent bewaren van de
door de onderzoeker verzamelde gegevens, tezamen met een beschrijving van zijn me
thode van werken. Michael Roper zet de bibliografie Automatic Data Processing in Ar
chives voort. Madeleine Gray beschrijft het compromis tussen kosten, toegankelijkheid
en behoud van het materiaal bij de berging van ruim 60.000 foto's door de Gwynedd
Archives. Bij de boekbesprekingen wordt aandacht besteed aan de herdruk van Charles
Trice Martin's klassieke The Record Interpreter, en aan A biographical register of the
University of Oxford, A. D. 1501-1540 door A. B. Emden.
Vol. 5 no. 8 (oktober 1977) bevat een presidential address door J. R. Ede, dat aansluit
bij het in vol. 5 no. 4 gepubliceerde. Nu worden behandeld de activiteiten van het PRO
die ook voor plaatselijke archieven van belang zijn.
In vol. 6 no. 1 (april 1978) toetst Felix Hull praktische problemen bij de acquistitie en
het beheer van particuliere archieven aan de archivistische theorieën van Jenkinson.
Malcolm Underwood behandelt de rechtspraak bij de universiteit van Oxford sinds de
zestiende eeuw. A. G. Veysey zet uiteen over welke bewaarplaatsen de parochiearchie
ven van Wales thans zijn verdeeld. Een bijdrage over de taak van de archivaris ten aan
zien van de 'oral history' vindt een weerwoord in vol. 6 no. 3. De boekbesprekingen
vermelden het overzicht Original parish registers in record offices and libraries, met het
eerste supplement (het tweede wordt besproken in vol. 6 no. 3), en A guide to genealo
gical source sin Guildhall library. L. Bell geeft kritische aanvullingen op M. Duchein,
Archive buildings and equipment.
In vol. 6 no. 2 (oktober 1978) betoogt D. G. Vaisey dat conservering niet alleen een
zaak van restauratoren is, maar ook de verantwoordelijkheid van de archivaris. Patri
cia M. Pugh beschrijft het Oxford Colonial Records Project, een grootscheepse actie
waarbij ondanks geringe personele middelen particuliere koloniale archieven systema
tisch werden bijeengebracht, beschreven, en ondergebracht in de Rhodes House Libra
ry te Oxford. Ten gevolge van gezinsverplichtingen van de auteur gebeurde het be
schrijven van het materiaal grotendeels in de avonduren. Boekbesprekingen zijn er van
S. S. Wilson, The cabinet office tot 1945, H. A. L. Cockerell en Edwin Green, Archives
[78]
administration: a manual for intermediate and smaller organizations and for local go
vernment.
Vol. 6 no. 3 (april 1979) bevat een beschouwing van Felix Hull over de verantwoorde
lijkheid van de archivaris voor vernietiging, beperking van slijtage, en inventarisatie,
die in het gedrang komen door educatieve activiteiten. M. Palmer behandelt gedetail
leerd ervaringen met het gebruik op scholen van door archiefdiensten samengestelde
educatieve pakketten.
V. Daniels beschrijft enige effecten van luchtverontreiniging op archiefmateriaal. Het
verslag van de jaarvergadering van de society bevat een discussie over handel in ar
chiefstukken.
In vol. 6 no. 4 (oktober 1979) geven D. J. Butler en W. H. Nicholson een beschrijving
van het geautomatiseerde beheer van de semi-statische archieven in Tyne and Wear
County; niet alleen bij opvraag van stukken onder hun oorspronkelijke nummers maar
ook bij de vernietiging speelt de computer een rol. Vergelijkbaar is het artikel van Mau
reen Patch, Records Management in Dyfed. M. J. Underwood zet uiteen hoe de archie
ven van St. John's College, Oxford, via de computer toegankelijk worden gemaakt.
H. J. E.
[79]