"schriftelijke stukken en ander materiaal dat gegevens bevat, die berusten bij
overheidsorganen en bij instellingen, diensten en bedrijven, die onder verantwoorde
lijkheid van deze organen werkzaam zijn." Hieruit volgt reeds dat de WOB voor de ar
chivaris van groot belang is: de wet heeft immers betrekking op informatieverschaffing
over het handelen van de overheid voor zover dat uit documenten kan worden gekend:
bij uitstek het werkterrein van de archivaris. De WOB beoogt door openheid en open
baarheid een bijdrage te leveren aan "een goede en democratische bestuursvoering".
Ook daarmee is de archivaris reeds lang vertrouwd, sinds de eerste regeling van de
openbaarheid van overheidsarchieven (1829)3.
Al biedt daarom de WOB raakpunten met het archiefwezen, zij staat toch naast de Ar
chiefwet 1962. Van deze laatste wet moet worden aangenomen dat zij als lex specialis
derogeert aan de WOB die een algemenere materie regelt. Daarom moeten, ook al staat
dat niet uitdrukkelijk in de wet, de bepalingen van de WOB geacht worden niet van toe
passing te zijn op de archiefbescheiden die in de archiefbewaarplaatsen berusten en die
mitsdien (art. 7 Archiefwet 1962) openbaar zijn. Hoewel de WOB ten opzichte van de
Archiefwet 1962 een lex generalis is, gaat zij minder ver dan de Archiefwet 1962. Heeft
ingevolge de Archiefwet 1962 ieder het recht de in de archiefbewaarplaatsen berustende
archiefbescheiden te raadplegen en daarvan of daaruit afbeeldingen, afschriften of uit
treksels te maken, de WOB en het Besluit openbaarheid van bestuur gaan niet verder
dan een recht op informatie. De verzoeker moet bovendien vermelden "de bestuurlijke
aangelegenheid" waarover hij informatie wenst te ontvangen, wat ook beperkter is dan
het regime van de Archiefwet 1962.
De informatie wordt verstrekt door van de betreffende documenten
a. kopie te geven of de letterlijke inhoud ervan in andere vorm te verstrekken;
b. kennisneming van de inhoud toe te staan;
c. uittreksel of samenvatting van de inhoud te geven of
d. inlichtingen daarover te verschaffen.
Informatie uit documenten die zijn opgesteld ten behoeve van intern beraad wordt "in
geobjectiveerde vorm" verstrekt. Bij het kiezen tussen de genoemde vormen van infor
matie houdt het overheidsorgaan "rekening met de voorkeur van de verzoeker en met
het belang van een vlotte voortgang der werkzaamheden".
Voor het verstrekken van fotokopieën door de centrale overheid gelden tarieven die
door de minister-president, in overeenstemming met de minister van Binnenlandse Za
ken, worden vastgesteld.
De WOB is dus van toepassing op documenten die niet zijn overgebracht ingevolge de
Archiefwet 1962. Dat betekent dat informatieverstrekking uit het niet-overgebrachte
"archief van het archief" beheerst wordt door de WOB. Een burger die bv. wil weten
hoe een incidentele machtiging tot vernietiging tot stand is gekomen, kan op grond van
de WOB de archiefdienst om informatie vragen.
Art. 4 WOB geeft de uitzonderingen. Het verstrekken van informatie blijft achterwege
indien dit:
a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen of
3 H. J. van Meerendonk-A. E. M. Ribberink, De oorsprong van de openbaarheid, in: Verslag en
bijdragen rijks archiefschool 1970-1971, blz. 35-44.
[66]
b. de veiligheid van de staat zou kunnen schaden.
Het blijft eveneens achterwege indien het betreft
c. bedrijfs- en fabricagegegevens voor zover deze door natuurlijke of rechtspersonen
vertrouwelijk aan de overheid zijn medegedeeld.
Het vindt ook niet plaats indien en voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de
volgende belangen:
d. de betrekkingen van Nederland met andere landen;
e. de economische en financiële belangen van de staat en andere publiekrechtelijke li
chamen;
f. de opsporing en vervolging van strafbare feiten;
g. inspectie, controle en toezicht door of vanwege overheidsorganen;
h. het recht van een ieder op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en de be
scherming van medische en psychologische onderzoekresultaten, die individuele ge
vallen betreffen;
i. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegen
heid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden.
Men ziet dat alleen de gevallen a-c absoluut zijn geredigeerd; in de overige gevallen
moet de overheid het belang van informatieverstrekking afwegen tegen andere
belangen4.
Als een verzoek om informatie wordt afgewezen, kan de belanghebbende op grond van
de Wet administratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen (AROB) in beroep gaan
bij de Raad van State, afdeling Rechtspraak5. Dat geldt ook voor de derde, die zich ge
schaad acht door een besluit tot informatieverstrekking. Ook een besluit houdende wei
gering een besluit te nemen is (volgens vaste jurisprudentie van de administratieve rech
ter) een voor beroep vatbare beschikking.
Een besluit tot weigering van informatieverstrekking, zowel als een besluit tot weigering
een besluit te nemen, moeten schriftelijk worden gegeven, wil van een voor AROB-
beroep vatbare beschikking sprake zijn. Zo'n beschikking dient gemotiveerd te zijn.
De WOB verdient de aandacht van het archivariaat. In de eerste plaats omdat de plicht
tot verstrekking van gegevens uit nog niet overgebrachte documenten ook geldt voor de
4 Door de CRM-commissie "nota archiefbeleid" wordt overwogen voor te stellen t.z.t. de Ar
chiefwet 1962 in zoverre aan te passen aan de WOB dat de overheid bij het stellen van beperkin
gen van de openbaarheid ingevolge de Archiefwet 1962 niet verder zal mogen gaan dan de in art.
4 WOB geregelde gevallen. Nu is men volkomen vrij om bij de overbrenging naar een archiefbe
waarplaats beperkingen aan de openbaarheid van de archiefbescheiden te stellen: zie mijn arti
kel Openbaarheid en privacybescherming in het bijzonder met betrekking tot advocatenarchie-
ven, in: NAB 83 (1979) blz. 40.
5 Al is bij de parlementaire behandeling van de WOB uitgesproken dat van een beschikking hou
dende afwijzing van een verzoek om informatie AROB-beroep mogelijk moet zijn, onder gezag
hebbende juristen bestaat twijfel of een dergelijke beschikking wel een besluit is "gericht op
enig rechtsgevolg", wat een voorwaarde is voor AROB-beroep. Een recente beslissing van de
voorzitter van de afdeling Rechtspraak van de Raad van State (27 november 1979) maakt echter
tamelijk aannemelijk dat de Raad van State een dergelijk beroep wel ontvankelijk zal verklaren.
Zie A. A. L. Beers, De Wet openbaarheid van bestuur en de ontvankelijkheid van AROB-
beroep, in: Nederlands Juristenblad 55 (1980) blz. 199-206.
[67]