De aandacht wordt gevestigd op
Archiefrecht XIX
Open van november en december 1979, waarin J. G. Brouwer schrijft over Microfilm
en archiefbescheiden (blz. 560-566 en 612-617). Zijn bijdrage verscheen reeds eerder in
het Nederlands Juristenblad van 1978 (blz. 960-967) en het Nederlands geodetisch Tijd
schrift van 1979 nr. 4.
De auteur, die hoofd is van de afdeling Juridische Zaken bij de hoofddirectie van het
Kadaster en de Openbare Registers te Apeldoorn, behandelt enige aspecten betreffende
de bewaarplicht van archiefbescheiden en de mogelijkheid tot vervanging van deze be
scheiden door microfilms. Hij stelt daarbij aan de orde archiefproblemen bij het be
drijfsleven, bewijskracht van mechanische reprodukties en overheid en microfilm. Hij
legt in het bijzonder de nadruk op het verschil dat de wetgever gemaakt heeft tussen de
overheid en het particuliere bedrijfsleven, wat betreft de mogelijkheid archiefbeschei
den te vervangen door reproducties op microfilm. Bepaald zou moeten worden dat on
der bepaalde voorgeschreven omstandigheden tot stand gebrachte reproducties dezelf
de bewijskracht bezitten als de oorspronkelijke vervangen bescheiden.
Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie en het Iconographisch Bureau, deel
33, 1979, waarin Rainer Hoppe schrijft over Genealogisch onderzoek ten behoeve van
het medisch erfelijkheidsadvies (blz. 76-85). Dit onderzoek heeft een drieledige
doelstelling. Het kan een diagnostische bijdrage leveren door het vaststellen of bevesti
gen van de erfelijkheidsmodus, het opsporen bevorderen van familieleden, die een
eventueel verhoogd risico hebben op het krijgen van kinderen met een erfelijke ziekte
of aandoening, en het percentage helpen bepalen van de bevolking dat drager is van
eenzelfde autosomaal-recessief overervend ziektebeeld.
Bij de verschillende overervingswijzen dient het stamboomonderzoek steeds op een an
dere manier te worden opgezet, hetgeen door de auteur aan de hand van drie voorbeel
den wordt uiteengezet. Ook wijst hij op de valstrikken die zich daarbij voor de klinisch-
geneticus kunnen voordoen.
[64]
Mr. L. Lieuwes, die in 1976 de verzorging van deze rubriek van mij overnam, heeft vo
rig jaar gevraagd van deze taak ontheven te worden. Op verzoek van de redacteur van
het Nederlands Archievenblad zal ik de rubriek vanaf heden weer verzorgen. Getracht
zal worden de sedert aflevering XVIII (NAB 80 (1976) blz. 224-229) ontstane achter
stand in het signaleren van onderwerpen die voor het archiefrecht van belang zijn, in te
lopen1.
Wet openbaarheid van bestuur
Op 1 mei a.s. treden in werking de wet van 9 november 1978 houdende regelen betref
fende de openheid en openbaarheid van bestuur (Wet openbaarheid van bestuur, Stb.
1978, 581) en het Besluit openbaarheid van bestuur (Stb. 1979, 590). Art. 1 van de
WOB schept voor de overheid de plicht tot informatie en geeft daarmee de burger een
recht op informatie: "Een verzoek om informatie, gericht tot een overheidsorgaan
wordt ingewilligd tenzij daartegen bezwaar bestaat op een van de in deze wet genoemde
gronden."
De wet is van toepassing op organen van rijk, provincies en gemeenten. Interessant is
dat de wet ook van toepassing is op privaatrechtelijke instellingen die "onder verant
woordelijkheid" van de overheid werkzaam zijn. In de nota van toelichting op het
Besluit openbaarheid van bestuur wordt gewezen op N.V.'s, stichtingen en verenigin
gen voor wie hetzij in hun statuut hetzij bij nadere regeling is bepaald dat zij zich moe
ten richten naar de opdrachten van overheidsorganen en/of dat zij onder verantwoor
delijkheid van die organen werkzaam zijn. Dit beginsel zal ongetwijfeld tot een rijke ju
risprudentie aanleiding geven.
Onder informatie wordt verstaan: gegevens neergelegd in documenten2, dat zijn
1 Voor de in 1978 totstandgekomen wijziging van de lijst van voor vernietiging in aanmerking
komende gemeentelijke archiefbescheiden (gepubliceerd in Stcrt. 1978, 215 en in Overheidsdo
cumentatie 1978, blz. 235) zie: NAB 83 (1979) blz. 35-37. Voor de vernietiging van een besluit
van de gemeenteraad van Goes wegens strijd met de Archiefwet 1962, zie: NAB 83 (1979) blz.
269-270.
2 Het begrip documenten in de zin van het Besluit openbaarheid van bestuur is beperkter dan het
begrip archiefbescheiden van de Archiefwet 1962 omdat niet als documenten worden be
schouwd "schriftelijke stukken en ander materiaal dat gegevens bevat, die bestemd zijn om te
worden verzonden of reeds zijn verzonden, totdat mag worden aangenomen dat zij de geadres-
seerde(n) hebben bereikt. Concepten voor en kopieën van zulke stukken en zulk ander materiaal
worden eveneens pas als documenten beschouwd als de stukken of het ander materiaal zelf de
geadresseerde(n) hebben bereikt."
Anderzijds is het begrip documenten ruimer dan het begrip archiefbescheiden: ook documenten
die berusten bij privaatrechtelijke instellingen die onder verantwoordelijkheid van de overheid
werken, vallen eronder.
[65]