Foto Gemeentearchief Arnhem
Het levenswerk van Jhr. L. F. Teixeira de Mattos
L. F. Teixeira de Mattos De Waterkeeringen, Waterschappen en Polders van Zuid-
Holland, 's-Gravenhage, 1906-1961, 10 dln. in 14 bdn. 4°. Met krtn. en port.
De geschiedenis van de totstandkoming van dit boek mag geacht worden aan te vangen
in de zitting van de provinciale staten van Zuid-Holland van 17 juli 1894. De commissie
van rapporteurs over de begroting voor 1895 had in het verschijnen van de tweede druk
van de beschrijving der zeeweringen en waterschappen in Noordholland van Mr. G. de
Vries Az. aanleiding gevonden om aan gedeputeerde staten te vragen ook voor Zuid-
Holland zo'n boek te doen samenstellen. Op deze vraag was in het schriftelijk ant
woord niet gereageerd en dus herhaalde de heer J. F. W. Conrad de vraag ter vergade
ring. Het lid van gedeputeerde staten Mr. P. L. F. Blussé heeft zich toen enige moeite
getroost om aan te tonen, dat aan een dergelijk werk eigenlijk geen behoefte bestond,
dat het personeel van de griffie er geen tijd voor had en dat voor het totstandkomen er
van nodig was 'een auteur, die doordrongen van de behoefte aan het boek, het feu sa-
cré bezit om in die behoefte te voorzien. En zulk een, zoo hij bestaat, doet zich van zelf
voor'.
'Indien de heer Conrad of een ander van zijne bekwaamheid dat voorbeeld (n.l. van
Mr. De Vries) mocht volgen, twijfel ik er niet aan of deze Staten zullen, evenals die van
Noordholland, tot het doen drukken van dat werk besluiten', werd er hoopgevend aan
toegevoegd. Conrad speelde een troef uit door mede te delen, dat onlangs ook Noord-
Brabant zulk een boek had tot stand gebracht en besloot met de hoop uit te spreken,
dat die man met het nodige feu sacré zou worden gevonden.
Dat die man gevonden was, kwam aan het licht toen in 1906 bij Martinus Nijhoff te
's-Gravenhage het eerste deel verscheen van 'De Waterkeeringen, waterschappen en
polders van Zuid-Holland door Jhr. L. F. Teixeira de Mattos, civiel-ingenieur. Met een
voorrede van Mr. J. G. Patijn, commissaris der koningin in de provincie
Zuid-Holland', die het is opvallend het in die voorrede aldus stelt, dat juist de ge
deputeerde Blussé de wenselijkheid van het boek in bovengememoreerde statenzitting
heeft bepleit.
Jonkheer Louis Frederik Teixeira de Mattos stamde uit een Portugees-Israëlitische ban
kiersfamilie, waarvan de leden reeds vele eeuwen een vooraanstaande plaats in het
maatschappelijk leven hadden ingenomen. Hij werd op 18 mei 1872 te Amsterdam ge
boren als zoon van Isaac Eduard Teixeira de Mattos en Abigaël Mendes. Zijn vader was
de stichter van de Amsterdamse bankiersfirma Gebr. Teixeira de Mattos; de stijl van de
familie blijkt uit een schenking van 100.000,voor de bouw van een ziekenhuis te
Amsterdam in 1886. Louis Teixeira studeerde te Delft aan de Polytechnische School,
waar hij in 1896 met goed gevolg het examen voor civielingenieur aflegde.
[32]
[33]