vens uit de paalgeldregisters zijn o.m. door prof. Posthumus gebruikt7. Deze au teur heeft zich echter in het begin van de jaren '50 moeten baseren op een artikel uit 1894, dat gegevens bevatte van de paalgeldregisters van 1474-1476 en 1490-1492. Van eenzelfde belang zijn de registers van 1460 (in- en uitvoer), 1463-1465, 1468- 1472 (invoer) en 1470/71 (uitvoer). Alle hier genoemde delen zijn gemicrofilmd en copieën van de films dus eenvoudig verkrijgbaar. Zelf heb ik inv. nr. 3 (1468-1472) doorgewerkt om daaruit Oost-Nederlandse schip pers en vrachten te achterhalen. De uitkomst daarvan bevestigt de vooraanstaande positie van Kampen als schippersstad onder de IJsselsteden. 300.27 Missiven, registers van uitgegane brieven van het stadsbestuur van Danzig. Kernkamp wijdt in de 'Baltische Archivalia' aan deze afdeling van het stadsarchief weinig aandacht (p. 257-258). Men mag aannemen dat deze serie voor de periode van de 15de en 16de eeuw volledig op Hanzeatica is onderzocht. Daarbuiten trof ik in het deel 1489-1508 (inv. no. 7) niet zoveel brieven van belang voor de Neder landse geschiedenis aan. Men moet er rekening mee houden, dat voornamelijk de brieven met een diplomatiek karakter in deze reeks zijn afgeschreven. Een tweede steekproef in het deel 1588-1591 (inv. no. 42) gaf eenzelfde resultaat. Eén en ander neemt niet weg, dat deze bron voor de geschiedenis van Danzig en specifiek voor de bestudering van haar internationale contacten van grote waarde is, temeer daar de rubriek 'Acta internuntiorum' sinds 1945 als verloren beschouwd wordt. 300.28 Hanzeatica Van deze rubriek deelt prof. Kernkamp in 1909 al mee, dat daaruit de belangrijkste gegevens opgenomen zijn in het Hansisches Urkundenbuch, de uitgave van de Han- serecesse en in een toen te verwachten publicatie van prof. Simson, ons bekend als de 'Danziger Inventar', 1531-1591, München/Leipzig, 1913. De vele stukken betreffende de Nederlanden bevinden zich in deze rubriek nog steeds in de inventarisnummers 112 en 113. Vrij veel daaruit heeft betrekking op de contacten van de Hanze met de centrale regeringsorganen te Brussel, op deelneming van Nederlandse steden aan de Hanzebijeenkomsten en op het kantoor van de Han ze in de Nederlanden te Brugge, naderhand Antwerpen. 300,36 Wetenschap en Kunst In deze rubriek ondernam ik een steekproef in de inventarisnummers 12 en 13: brieven en requesten van letterkundigen, (resp. 1557-1600 en 1601-1623). Het tweede inventarisnummer bevat brieven van Johan Jost die t.b.v. het Danziger stadsbestuur zich elders in Europa op de hoogte stelt van moderne militaire opera ties. Uit zijn brieven geschreven te Frankfurt en Venetië blijkt, dat hij contacten heeft met Nederlandse militairen. Vanuit Venetië meldt hij (4 mei 1617) de aan komst van Nederlandse troepen. 7 N. W. Posthumus, De Oosterse handel te Amsterdam, Leiden 1953. 294] Inventarisnummer 64 van deze rubriek bevat brieven en requesten van grafische kunstenaars en illustratoren (1574-1809). Hierin trof ik twee brieven van ene Aegi- dius Diekman. De eerste uit 1617 zonder plaatsaanduiding met een aanbieding om Danzig 'aufs Kupfer zu bringen' en de tweede van 2 april 1624 geschreven te Haar lem, waarin hij bedankt voor de ondersteuning van het Danziger stadsbestuur bij zijn studies. 300.42 Instellingen van onderwijs In deze rubriek heeft het onderzoek zich beperkt tot het archief van het stedelijke gymnasium. Nummer 157 van de inventaris van deze rubriek is de lijst van profes soren en leraren Docenten uit de Nederlanden afkomstig heb ik niet aangetroffen, behoudens een Joh. Rodenborg Antwerpiensis, die in 1615 vanuit Wittenberg de post van conrector aanvaardde. Het album studiosorum van het gymnasium is volledig uitgegeven8. Aan de hand van het plaatsnamenregister waren 40 leerlingen van Nederlandse herkomst te traceren, waarvan het merendeel het gymnasium heeft bezocht tussen 1580 en 1600. Na 1650 komen er nauwelijks Nederlandse leerlingen meer voor. Van de 40 studenten kwamen er 15 uit Amsterdam. De overigen waren regelmatig ver spreid over een groot aantal andere steden als Deventer, Dordrecht, Rotterdam. 300.43 Rechterlijk archief van de stad Danzig (Ksiegi Lawnice) Over de rijkdom van de rechterlijke archieven voor tal van onderzoekingen behoef ik hier niet uit te wijden. Zonder indicering is de bestudering van deze registers ech ter een zeer tijdrovende zaak. Ik vermeld deze rubriek vooral om de aandacht te vestigen op een bron, die nadere bestudering vergt. Door mij is uitsluitend de index op de testamenten doorgenomen (17de en 18de eeuw). Een naam die mij aan Neder land deed herinneren was die van een Herman Thorbecke in 1614/15, maar het is uiteraard de vraag of we hier met een voorzaat van het latere Nederlandse geslacht te maken hebben. 30,53 Ingekomen brieven te Danzig vanaf 1526 In deze rubriek bevindt zich een aparte serie brieven uit de Nederlanden in de in ventarisnummers 794 e.v. Deze serie bestond al tijdens de onderzoekingen van Kernkamp (zie bij hem p. 211 e.v.), maar daarin zijn nu opgenomen de bij Kernkamp nog afzonderlijk vermelde stukken uit de rubriek 'buitenlandse betrekkingen'. Dat geldt voor de door Kernkamp beschreven pakketten nr. 121 en 122 en eveneens voor de stukken door hem beschreven op pag. 237 e.v. Zelf was ik met name geïnteresseerd in de brieven van Oost-Nederlandse herkomst en daarvoor heb ik de serie geraadpleegd tot en met inventarisnummer 797, waar in de brieven uit de periode 1601-1627. Niet alle door Kernkamp genoemde brieven waren terug te vinden. Andere brieven waarvan de aanwezigheid niet afgeleid kon worden uit de beschrijving van de beide 8 Catalogus discipulorum gymnasii Gedanenses; Ksiega upisow nezniow gimnazjum Gdanskiego, 1580-1814. Warszawa 1974. In de reeks 'Bibliotheca Gdanska'. [295

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1980 | | pagina 12