Het geheel is aan de buitenkant met kalfsleer overtrokken; zij het dat de boven- en onderkant van de rug in een later stadium provisorisch, waarschijnlijk met schape- leer, zijn gerepareerd. Diezelfde reparatie heeft mogelijk de gebruikelijke kapitaal- band, een geborduurde rand aan de rugopeningen ter voorkoming van stof, doen verdwijnen. Aan de binnenkant zijn de platten met kalfsperkament beplakt, dat het leer aldaar gedeeltelijk doet overlappen. In renaissancestijl is op het leer blinddruk toegepast. Van messing vervaardigd beslag vindt men op diverse punten terug. Op zeven hoe ken, bij één hoek ontbreekt het, zitten door middel van klinknageltjes in het hout L-vormige beslagen. In het midden bevinden zich, voor en achter, ronde steunpun ten. Het geheel wordt dichtgehouden met twee sloten. Al het koperwerk is ver sierd met ingeslagen figuurtjes. Op de eerder genoemde steunpunten na doet het beslag voor die tijd provisorisch, bijna ongebruikelijk amateuristisch aan.21 Het wijst of op een slechte vervanging of op mogelijk haastwerk tijdens de vervaardi ging- Het geheel wordt dichtgehouden met twee sloten. De Inhoud Mag het materiaal waarvan het Cartularium gemaakt is voor restaurateurs mogelijk interessant zijn, de archivaris en historicus zal waarschijnlijk meer belangstelling tonen voor de inhoud. Daaromtrent, naast een schematische analyse welke als bijlage is toegevoegd, het volgende. In het Cartularium zijn transsumpten, afschriften en authentieke extracten verza meld van oorkonden m.b.t. verklaringen, sententies, kwitanties, transporten, bele ningen en rentebrieven. Alle zijn bedoeld als bewijsstukken voor de rechten en het goederenbezit van Aernt van Dorp. De stukken zijn gecollationeerd en gewaar merkt in de periode van 21 mei-10 oktober 1588 door mr. Pieter Hanneman, griffier van het Hof van Holland en door Johan Waghewijns, secretaris bij hetzelfde hof.22 Van de 244 aangegeven folio's ontbreken er 37 die zijn uitgesneden.23 Op de 207 overgebleven folio s staan in totaal 275 akten, welke in een geografische indeling, 21 Zo werd mij door de restaurateurs van het A.R.A. aan wie ik tevens mijn dank schuldig ben voor hun adviezen verzekerd. 22 Zie De Blécourt, bijlage VII en VIII. 23 Zijnde de folio's: 32-35; 54-57; 74; 97; 107; 151-153; 166-168; 180-184: 193-196- 201- 202; 216-218; 224; 231-233 en 240. [240] namelijk naar gewest, zijn afgeschreven. Daarbinnen is de splitsing minder conse quent toegepast. Kennen Holland en Zeeland nog wel een onderverdeling naar streek en/of plaats, bij Brabant en Vlaanderen, de overige voorkomende gewesten, is dit achterwege gebleven. In het eerder genoemde schema zijn deze niet genoemde plaatsen wel opgenomen. W. W. van Driel Geraadpleegde literatuur Blécourt, A. S. de. Memorialen Rosa. Haarlem 1929. Scherft, P. Het sterfhuis van Willem van Oranje. Leiden 1966. Schueren, I. B. J. N. ridder de van der. Brieven en onuitgegeven stukken van Jhr. Aerend van Dorp. Utrecht 1887-1888. 2 dln. Werken Historisch Genootschap. Nieuwe Serie no. 44 en 50. SUMMARY The cartulary of Aernt van Dorp This article is dealing with the cartulary of Aernt van Dorp (1524-1600), who played an important role in the beginning of the Eighty Years' War. The author tries to explain why Van Dorp made it. Also he writes about the origin, material and contents. [241

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1979 | | pagina 25