dere mogelijkheden het zou goed zijn indien archivarissen deze verder aftasten leveren dunkt mij grotere problemen op. Ik denk bijvoorbeeld aan ordening der vermelde stukken in chronologische volgorde zonder rubricering: iets dat in de praktijk bijzonder moeilijk kan blijken te zijn, indien zoals vaak vele vermel dingen van stukken niet van data zijn voorzien. Dit laatste moet trouwens ook Kort menig hoofdbreken hebben gekost. Niettemin voorziet hij alle ongedateerde vermeldingen van een datering tussen vierkante haken. In de meeste gevallen heel opmerkelijk zelfs niet meer dan één enkel jaartal in plaats van termini a quo en ante quem. Naar de wijze waarop hij deze heeft kunnen vaststellen is ze ker menig raadpleger van de inventaris niet weinig nieuwsgierig. Het moge zijn dat, zoals zo vaak bij de bespreking van een inventaris, ook nu te veel details dan in negatieve dan in positieve zin al te veel aandacht hebben ge kregen, niettemin is te hopen dat de lezer heeft begrepen hoezeer met de inventa risatie van het Voorne-archief door Jacob Kort een erg belangrijk werk is gedaan, waarmee hij een ieder die zich met de middeleeuwse geschiedenis van West-Ne derland bezighoudt en het archiefonderzoek niet schuwt een goede dienst heeft bewezen. P. A. Henderikx Kisten en kasten, 350 jaar kerkelijke archiefdienst, door dr. J. P. van Doo- ren, archivaris van de Ned. Hervormde Kerk. Uitgave 1976: Persbureau Ned. Herv. Kerk, lavastraat 100, Den Haag en Boekencentrum B.V., Scheveningseweg 72, Den Haag, 20 blz-, prijs 2,50. Enkele jaren na de Dordtse Synode van 1618-1619 begon men de neerslag van het daar besprokene te bewaren in een kist, die in een der grafelijke zalen te 's-Gravenhage werd geplaatst. Afgevaardigden van provinciale synoden kwamen pp 2 juli 1625 voor de eerste maal bijeen om toezicht te houden op deze archief- zorg. In een kist ten stadhuize te Leiden werden de stukken bewaard betrekking hebbende op de Statenvertaling, die sinds 1641 mede geregeld geïnspecteerd wer den. Hoe de inspectie verliep laat dr. Van Dooren ons zien aan de hand van uit gebreide citaten uit de acta van 1692. Het toezicht op de archieven bood veelal tevens de mogelijkheid aan de stadhouder bepaalde in de kerk levende wensen kenbaar te maken. In 1800 werden de archiefkisten overgebracht naar de kamer van de gedeputeer den van de Zuidhollandse synode in de Haagse Kloosterkerk. De zorg voor haar archief kwam in 1816 bij de Algemene synode te liggen. In 1878 vervaardigde ds. H. Q. Janssen de Catalogus van het Oud synodaal archief, met de indices der oude provinciale kerkelijke archieven. Daaruit blijkt dat het synode-archief, ten dele eigenlijk archief van de Zuidhollandse synode, veel meer bevat, ook aan 16e eeuwse stukken en stukken betreffende de synode van Dordrecht, dan de inhoud van de beide kisten. Daarvoor en voor de vele archivalia van vooral na 1945 zijn 214 er de kasten, waarvan in het tweede deel van de titel van deze publicatie sprake is. Over de kosten zullen we het hier niet hebben. Het pand Javastraat 100 te 's-Gravenhage werd in 1892 door de Algemene syno de aangekocht voor het houden van vergaderingen en het bewaren van het archief. Aanvankelijk werden de belangrijkste archivalia in brandkasten bewaard, doch bij de verbouwing in 1911 werd een betonnen kluis van behoorlijke afmetingen inge richt. Intussen was in 1903 een speciale gemachtigde voor de kerkelijke archieven aan gesteld in de persoon van de Utrechtse oud-conrector dr. G. A. Hulsebos, die tot zijn overlijden in 1919 in functie bleef. Na hem kwam de eerste beroepsarchiva ris dr. L. W. A. M. Lasonder, die vooral tot taak had toezicht te houden op de meer dan 4000 kerkelijke archieven in het gehele land. Naast dit toezicht staat het beheer van het archief van de synode, haar commis sies en organen van bijstand, van de Algemene Kerkvergadering, van de Gere formeerde Kerken in Hersteld Verband, die in 1946 met de Nederlandse Her vormde Kerk werden herenigd, en van enige predikanten, die een bijzondere rol hebben gespeeld in het kerkelijke leven. Behalve archieven in strikte zin vindt men op Javastraat 100 een uigebreide bibliotheek over het kerkelijk leven in binnen- en buitenland met als specialiteiten biografieën van predikanten en stichtelijke lectuur. De documentatieafdeling be vat o.a. kerkzegels, portretten van predikanten en afbeeldingen van kerkgebou wen en kerkelijke plechtigheden. Het ligt in de bedoeling de voorwerpen, die slechts gering in aantal zijn, t.z.t. over te dragen aan het Rijksmuseum voor ker kelijke kunst en uitbeelding van kerkelijk leven in het Catharijneconvent te Utrecht Dr. Van Dooren heeft aan het eind van zijn verhaal een tweetal oproepen opge nomen. In de eerste vraagt hij om vrijwilligers, die belangstelling hebben voor de archiefdienst en regelmatig vrije tijd ter beschikking willen stellen om te helpen registreren, verzamelen en ordenen. In de tweede vraagt hij om geschreven en ge drukt materiaal, dat lacunes in de archieven en verzamelingen zou kunnen op vullen. Wij wensen hem daarmede gaarne het gehoopte succes toe, dat hij wat ons betreft ten volle bereikt heeft met de bedoeling van zijn brochure, nl. beknopt maar zeer duidelijk uiteen te zetten hoe het in drie en een halve eeuw gegaan is met de archieven van de Nederlandse Hervormde Kerk. De goed gekozen illu straties, zowel op de omslag als tussen de tekst, hebben zeker tot dit resultaat bij gedragen en geven belangstellenden alvast de gelegenheid te gaan oefenen in het lezen van het oude schrift. Een lijst van publicaties, die merendeels nog bij de archiefdienst verkrijgbaar zijn, besluit het boekje. J. H. van den Hoek Ostende [215]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1976 | | pagina 28