_MAF»_ ;-_ij-J-i-j:A-i---J------1 -- - -.r-f-ïriA-I»' van 90 m2 voor de dienstruimten; het (onpractisch ingedeelde) Leprooshuis met een totaal vloeroppervlak van ca 900 m2 moest in de jaren 1968-heden in het te kort aan dienst- en opslagruimten voorzien. Voor de plaatsing van de verschillende ruimten met hun eigen functies ten op zichte van elkaar is gebruik gemaakt van de reeds genoemde analyse van doelstel lingen en aktiviteiten van de archiefdienst, die ik te zelfder tijd heb moeten op stellen. Zij volgt hierachter in een bijlage; bij de bespreking van het nieuwe com plex zal er in de aanhaling van de coderingscijfers steeds naar worden verwezen. De ruimten ten behoeve van 1.1 en 1.2 zijn dienstruimten, die van 1.3 publieke ruimten (beide hebben hun eigen ingang). De aktiviteiten van 1.1 vereisen alleen kantoorwerk; geven zij echter op een be paald ogenblik aanleiding tot opneming van archieven en documentatiemateriaal dan vindt na transport via de helling (tek.nr. 09) de eerste opvang plaats in de kelderruimte (tek.nr. 01). Daar kunnen de archiefbestanddelen worden schoonge maakt en vernietigbare stukken verwijderd, waarna het te bewaren gedeelte op wagentjes via de lift (tek.nr. 014) naar de archiefbewaarplaats (1.2.1; tek.nrs. 102, 202 en 302) wordt vervoerd. In de archiefbewaarplaats is het "klimaat" beheerst (18° C. en ca 60% rel. vochtigheid); de rest van het complex heeft een gewone c.v.-installatie (installaties geplaatst in zolderruimte (tek.nr. 402)). In het gehele complex zijn rookmelders aangelegd. Archiefstukken, die eerst gerestaureerd moe ten worden (1.2.1), verblijven eerst nog in het restauratie-atelier (droog gedeelte: tek.nr. 5; nat gedeelte: tek.nr. 4). De vorming van de schaduwarchieven (1.2.2) vindt plaats in de ruimten van de fotograaf (opname atelier dicht bij de atlasruim te: tek.nr. 7; tek.nrs. 06, 07 en 03, resp. ruimten voor opberging van negatieven bij temp. van 6° C., donkere kamer en afwerkruimte). Voor het formeel en in houdelijk toegankelijk maken van archieven, de historisch-topografische atlas en de bibliotheek zijn bestemd de ruimten van tek.nrs. 1, 6, 217 en 317. Atlas en bi bliotheek worden voor zover het de kostbaarste gedeelten betreft bewaard binnen de archiefbewaarplaats (atlas: tek.nr. 102a; bibliotheek; tek.nr. 202a), waar zij ge zamenlijk over een oppervlak van 150 m2 kunnen beschikken. De fotoverzameling van de atlas wordt bewaard in ruimte tek.nr. 1, terwijl de bi bliothecaris nog de beschikking krijgt over een zg. krantenzaal (tek.nr. 217). Naast de hierbovengenoemde ruimten voor opberging van en werkzaamheden aan de archieven en collecties zijn er voor het personeel kantoorruimten (tek.nrs. 114, 115, 214, 215, 224, 225, 314, 315). De ligging van de publieke ruimten, waarin de sub-doelstelling 1.3 wordt verwe zenlijkt, is zo gekozen dat het publiek zich alleen binnen een beperkt en compact geheel van het archiefcomplex behoeft te verplaatsen. Hierdoor kunnen overschrij dingen van de publieke ruimten naar de dienstruimten al in een vroeg stadium worden geconstateerd, hetgeen beveiliging van de collecties ten goede komt, ook overdag, als de alarminstallatie buiten werking is gesteld. Bezoekers zullen bij hun binnenkomst gebruik maken van het "bordes" (tek.nr. 38), waarna zij door de receptioniste (tek.nr. 36) via de garderobe met toiletten [197]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1976 | | pagina 19