van de subjectieve visie van een aantal hedendaagse kunstenaars op hetzelfde on derwerp speelde in deze discussie een belangrijke rol. De keus van het onderwerp was door meer dan een reden bepaald: de Schilders wijk is wel de snelst veranderende wijk in Den Haag: hij wordt geleidelijk aan af gebroken en weer in een andere vorm opgebouwd; er waren weinig prenten en tekeningen van deze wijk in de atlas en zouden we er niet snel bij zijn geweest, dan hadden we die ook nooit meer gekregen. Tenslotte was er een praktische re den: de wijktentoonstelling over de Schilderswijk was juist geopend en bood voor de kunstenaars een goed uitgangspunt. Tijdens die eerste bijeenkomst is de afspraak gemaakt om van een geslaagd expe riment het resultaat op een tentoonstelling in het archiefgebouw te laten zien en dan ook met deze projecten door te gaan; onderwerpen genoeg voor vele jaren. Voor ze aan het werk gingen zijn alle kunstenaars eerst een middag in het archief en vooral in de atlas geweest, waar ze konden zien wat er met hun werk zou gaan gebeuren en waar we een overzicht hadden gemaakt van het soort werk dat we graag zouden hebben. Sommigen kwamen al snel daarop eigen werk te koop aan bieden. Ook een winstpunt: prettige relaties met zoveel mogelijk kunstenaars heeft een atlas nooit genoeg. Het resultaat van dit eerste experimentele project gaf iedereen, zeker ook de kun stenaars zelf, zoveel voldoening, dat we er niet alleen een tentoonstelling in ons eigen gebouw van maken onder de titel "De Schilderswijk Getekend", maar ook een wijktentoonstelling, die in de kunstkar van het Gemeentemuseum de Schilders wijk in zal gaan. Tien kunstenaars hebben bijna vijftig kunstwerken ingeleverd, die in verschillen de technieken en volgens verschillende thema's samen een ongelofelijk helder maar ook huiveringwekkend beeld van de wijk geven. Er zijn tekeningen bij van de hoertjes, die in een van de straten werken, van de hofjes die er nu nog bij tien tallen in de buurt zijn, van stratenmakers, van speelterreinen, van een zonderlinge cafehoudster, van een duiventil op een huis, van een lorrenpakhuis, enfin teveel om op te noemen. Een volgend project waaraan tweemaal zoveel kunstenaars meedoen is inmiddels gestart met als thema de dienstverlening op straat. De kun stenaars voelen zich door deze vorm van samenwerking gemotiveerd en de atlas kan op een boeiende manier actieve acquisitie plegen, lege plekken in de verza meling opvullen en het vallen van nieuwe gaten voorkomen. C. H. Slechte Foto's: Verzameling Gemeente Archief van 's-Gravenhage. [192] De nieuwbouw van de A r chief dienst van de gemeente Dordrecht Op 25 augustus 1975 sloeg wethouder C. de Kovel de eerste paal voor de uitbrei ding van het archiefgebouw aan het Stek. De werkzaamheden van de aannemer Van der Vorm begonnen op 1 september d.a.v. en zullen eind 1976/begin 1977 worden voltooid. De archiefdienst van de gemeente Dordrecht krijgt een ruime en goed ingerichte behuizing, waarom sinds 1959 voortdurend is gevraagd. In de zes tiger jaren stond het als gevolg van het Dordtse saneringsplan wel vast, dat het archiefgebouw aan het Stek, daterend van 1917, moest worden afgebroken voor de aanleg van de zg. Stekroute, die de binnenstad voor het verkeer zou ontsluiten. Voor de nieuwe behuizing werd in 1968 aangewezen het Leprooshuis, een vroeg- 18e eeuws gebouw, dat zeer wel geschikt leek als kantoorgebouw met voldoende grond rondom voor de bouw van een modern depot. Een eerste schetsontwerp daartoe kwam gereed, maar de uitwerking moest achterwege blijven. De inzichten omtrent de opzet van het saneringsplan eigenlijk een verkeersplan waren inmiddels gewijzigd; de Stekroute raakte definitief van de baan en het oude ar chiefgebouw kon blijven staan. De gedachte aan bouwkundige uitbreiding van de archiefdienst bleef echter ook bij het Dordtse gemeentebestuur levend, zodat in 1973 een programma van eisen en analyse van functies en doelstellingen werd ver langd, dat door de gemeentearchitect, de heer R. Terlouw, op uiterst deskundige wijze bouwkundig en architectonisch werd "vertaald". De verminderende werkge legenheid in de bouwwereld maakte, dat in september 1975 met de realisering van het plan kon worden begonnen. Het programma van eisen was gebaseerd op de bestaande behoefte en een prog nose van de toekomstige voor de komende 25 jaar. De eigenlijke archiefbewaar plaats heeft een oppervlak van 600 m-' en kan in de opstelling van 2 lagen vaste en 1 laag verrijdbare stellingen ca 4,5 km archief bergen. In de depotlagen met vaste stellingen zijn toch de rails voor verrijdbare aangebracht, zodat bij over schakeling van vaste op verrijdbare stellingen nog eens 2 km archief kan worden weggezet. De dienstruimten, waarvan nadere specificatie hierbeneden volgt, heb ben een totaal oppervlak van ca 1100 m2. Naast het te realiseren complex (met een grondoppervlakte van ca 800 m2) is nog eens een evengroot perceel voor uit breiding in de toekomst gereserveerd. Ter vergelijking: het oude archiefgebouw had een vloeroppervlak voor de archief bewaarplaats van 360 m2 (2 km archief in een vaste opstelling van de rekken) en [193]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1976 | | pagina 17