alleen theoretisch blijft. Even belangrijk is het in korte tijd grondig leren kennen van de eigen verzameling, die dankzij elke tentoonstelling weer uitgebreid wordt met veel eigentijds materiaal waarvan het maar de vraag is of het zonder de dwang van de tentoonstelling ook gemaakt zou zijn. In het geval van het Haagse Gemeentearchief zijn dat na drie (eigenlijk vier) tentoonstellingen al honderden foto's met een duidelijk thematisch karakter! Belangrijk is ook de uitstekende samenwerking, die hierdoor (alweer in ons geval) met het Gemeentemuseum en andere gemeentelijke instellingen ontstaat; wij leve ren niet alleen zoals dat meestal gaat, het materiaal en daarmee uit, nee we doen zelf actief mee in selectie, in research maar ook in vormgeving. Tenslotte en daar heb ik al op gewezen, dit werk kost zoveel tijd dat het alleen mogelijk is als de atlas door een goed team gerund wordt; dat dit in Den Haag zo is bewijst mijn optreden hier. Er is nog een kant aan dit werk, die slechts zijdelings verband houdt met de wijk- tentoonstellingen, maar mijns inziens hier niet onbesproken mag blijven. Bij de wijktentoonstelling in het Laakkwartier zijn een vijftal hedendaagse Haagse beeldende kunstenaars ingeschakeld, die een schilderij, twee aquarellen, drie etsen, een potloodtekening en enkele fotoseries hebben bijgedragen. Hun werk blijft in het wijk- en dienstencentrum. Terecht. Het gemeentearchief heeft zelf sinds een jaar een vorm van samenwerking met beeldende kunstenaars ontwikkeld, die eveneens in een reeks tentoonstellingen, soms ook wijktentoonstellingen, zal uitmonden. De prenten, tekeningen en foto's, die de kunstenaars in het kader van deze samenwerking maken komen wel in de atlas, in permanent bruikleen. Omdat de acquisitiemogelijkheden voor dit soort verzamelingen per traditie nogal passief zijn, we dus moeten afwachten wat op de markt verschijnt en weinig kun stenaars buurten als de Schilderswijk en het Laakkwartier als onderwerp kiezen, dreigen er blijvende gaten in de atlassen te vallen, vooral in deze tijd van steeds rigoureuzere stadsvernieuwing. Zulke gaten kunnen gedeeltelijk worden opgevuld door fotografen, maar zonder de subjectieve en soms emotionele visie van kun stenaars ontstaat toch een onvolledig beeld. We hebben daarom aan het gemeentebestuur gevraagd in aanmerking te kunnen komen voor gemeentelijke kunstopdrachten. Op zichzelf niet zo bizonder, dat ge beurt elders ook, b.v. in Amsterdam. De manier waarop zich dit in korte tijd ont wikkeld heeft is mijns inziens wel bizonder. We hebben de volle medewerking van B W gekregen en zijn vorig jaar gaan praten met een groep kunstenaars, die werken in de zogenaamde Beeldende Kunstenaars Regeling, een vaak misken de en misbruikte regeling. In ons eerste gesprek met de kunstenaars hebben we ze voorgesteld dat ze alle maal hetzelfde onderwerp zouden aanpakken en wel het dagelijks leven in de Schilderswijk. Daar is een hele middag over gediscussieerd, maar uiteindelijk ver klaarden tien van de elf aanwezigen zich bereid om mee te doen. Ze gingen ac- coord met de beperking, dat hun werk topografisch herkenbaar moest zijn en op de Schilderswijk betrekking moest hebben. Het belang voor toekomstig onderzoek [190] Vrouwen in de Poeldijksestraat. Deze inkttekening is door de Haagse kunstenares Nicky van der Wilde gemaakt in het kader van het project "Dagelijks leven in de Schilders wijk", waaraan tien kunstenaars in samenwerking met het gemeentearchief hebben mee gewerkt. [191

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1976 | | pagina 16