zien met ook eigentijdse kunstwerken over hun wijk. Een aantal kunstenaars kreeg
een voor hen aantrekkelijke opdracht en daarmee ook werk. Ten slotte kwam de
gemeente in het bezit van een aantal interessante kunstwerken die te zijner tijd
na bruikleen aan het wijk- en dienstencentrum een aanwinst voor de verzame
ling van het Gemeentearchief zullen zijn.
Belangrijk zijn in dit kader ook de onderlinge samenwerkingsverbanden van ver
schillende gemeentelijke instanties en het betrekken van de wijk hierbij. Op deze
wijze wordt een gezamenlijke bijdrage geleverd aan een op spreiding gericht kunst
beleid.
E. Develing
lil Atlas en wijktentoonstellingen
Het Haagse Gemeentearchief heeft nu ruim een jaar ervaring in het meewerken
aan wijktentoonstellingen: mei 1975 de Archipelbuurt; oktober 1975 de Schilders
wijk; november 1975 Mariahoeve en mei 1976 het Laakkwartier-Noord.
Voor het archief als geheel en voor de atlas in het bizonder brengt dit actieve
meedoen aan wijktentoonstellingen nogal wat konsekwenties met zich mee. Het
materiaal voor deze tentoonstellingen komt voor het merendeel uit de atlas van
het archief en in mindere mate van de buurtbewoners of van derden, zoals bij de
tentoonstelling "Kunstenaars zien een wijk" in het Laakkwartier-Noord, van de
gemeentelijke commissie voor de beeldende kunsten.
De selectie van het materiaal voor de tentoonstellingen in de Archipelbuurt en de
Schilderswijk hebben het hoofd van de afdeling Haagse Historie van het Gemeen
temuseum en ik gedaan. Het ging daarbij vooral om foto's uit de atlas en daar
naast om het materiaal, dat de buurtbewoners na oproepen onzerzijds ter be
schikking stelden. Het resultaat van die oproepen was niet geweldig. We hadden
gehoopt op veel oude familie- en buurtfoto's, maar de oogst viel wat tegen. Al
was er dan voor de tentoonstellingen weinig bruikbaar materiaal bij, voor de ver
zameling konden we wel het nodige laten reproduceren.
Toch was er bij de foto's, die we voor de Schilderswijk kregen één. die bewijst,
dat niet het kwantitatieve maar wel het kwalitatieve resultaat van een oproep on
der de buurtbewoners van belang is. We kregen van een oud-schilderswijker een
bruine foto van een man voor zijn huis in de Van Ravesteynstraat, nu een van de
meest verkommerde straten in de buurt. Bolhoed op. pijp in zijn mond en pan
toffels aan zijn voeten. Naast hem stond zijn oudste zoon. fiets aan de hand (een
luxe artikel in het begin van de eeuw) en op zijn hoofd een pet in plaats van de
gebruikelijke strohoed. Vader en zoon poseerden duidelijk trots voor hun nieuwe
huis. De deur van het bovenhuis stond open en voor de ramen stond een wieg en
zaten twee dames, de vrouw des huizes en een baker. De foto was haarscherp en
gedateerd. Er stond achterop: Van Ravesteynstraat ca. 1900. Zo was het mogelijk
te achterhalen wie de man op de foto was: een onderwijzer, wiens verdere (korte)
levensgeschiedenis hier niet ter zake doet. De foto was voor de tentoonstelling van
groot belang. Een van de dingen, die we wilden laten zien was namelijk, dat deze
[186]
De onderwijzer Albert J. Knies voor zijn woning in de Van Ravesteynstraat 143. Deze
foto werd door een buurtbewoner voor de tentoonstelling afgestaan (anonieme foto, ca.
1900).
[187]