voordoen tussen de archivaris-specialist oude archieven en de archivaris-specialist
nieuwe archieven, voor de hogere archiefambtenaar reeds in een fase van voorbe
reiding gekomen en voor de middelbare archiefambtenaar nog in een stadium van
studie verkerend. Hopelijk maakt deze kernsplitsing zoveel energie vrij, dat een
maximaal rendement wordt verkregen. U hoeft in ieder geval niet bevreesd te zijn
voor protesterende actiegroepen maar zult integendeel alleen bijval betuigende sup
porters ontmoeten.
Studiedagen
In 1975, dames en heren, kregen in onze kring de bedrijfsarchieven bijzondere
aandacht op de studiedagen van 13 en 14 maart. De inhoud van de lezingen en het
peil van de gedachtenwisseling rechtvaardigen het ten volle deze studiedagen als
zeer geslaagd te karakteriseren. Wij houden er een boeiend extra nummer van het
Archievenblad aan over, redactioneel verzorgd door personeelsleden van de Ge
meentelijke Archiefdienst van Amsterdam en financieel gegarandeerd door de alge
mene rijksarchivaris. Tevens verscheen binnen dit kader een "Overzicht van archie
ven van particuliere ondernemingen berustend in openbare archiefbewaarplaatsen"
door Drs. A. J. Looijenga en mevr. Drs. E. P. de Booy. Nagenoeg tegelijkertijd
werd in België de "Gids van de Bedrijfsarchieven bewaard in de openbare depots
van België" uitgegeven van de hand van mevrouw Coppejans-Desmedt. Het is wel
merkwaardig, dat zowel in België als in Nederland vrouwen in het ambt deze over
zichten samenstelden terwijl in het bedrijfsleven niet minder dan bij de overheid de
vrouw relatief nog weinig aan bod komt.
Bestuurscommissies
Onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de vereniging zijn vier commissies
actief. De commissie handleiding voor de selectie en vernietiging archiefbescheiden,
de oudste van de vier en reeds onder voorzitter Renting ingesteld, kon helaas niet
meer dan een pas op de plaats maken. Na ontvangst van zeer vele reacties op de
door collega Van Meerendonk samengestelde concept criteria als eerste onderdeel
van het grote rapport heeft het de bewerker aan tijd ontbroken om dit concept om
te bouwen tot een definitief hoofdstuk. De heer Van Meerendonk was geruime tijd
in de West en was verantwoordelijk voor de verhuizing en hechtere organisatie van
de rijksarchiefinspectie. Hoezeer het bestuur alle begrip heeft voor deze situatie
hoopt het in overleg en overeenstemming met de algemene rijksarchivaris te be
reiken, dat de heer Van Meerendonk opnieuw gelegenheid krijgt zich af te zonderen
om aan dit rapport verder te werken. De taak wordt anders voor hem, de grote
begeleidingscommissie en de hele vereniging wat frustrerend. Bovendien lopen we
het risico, dat de praktijk de theorie voorbijsnelt. De commissie van de V.N.G. voor
het opstellen van vernietigingslijsten is immers reeds druk aan het werk.
De commissie Archieven Lagere Overheden is daarentegen zeer actief geweest. De
commissie legde op 23 april een concept-ontwerp bij U op tafel. Het was de bedoeling
geweest dit rapport eerst op 27 mei te Doesburg in een ledenvergadering te behande
len. Later werd de datum verdaagd naar 4 november. Het onverwacht verschijnen in
[88]
juli van het concept-ontwerp van wet op de organisatie van het binnenlands be
stuur deed bij de zo genoemde A.L.O.-commissie onder voorzitterschap van Dr. J.
Heringa de vraag rijzen, of het niet tot de taak van de commissie zou behoren dit
concept-ontwerp van wet in haar besprekingen te betrekken. Het bestuur van de
vereniging conformeerde zich in zijn vergadering van 21 augustus aan dit voorstel.
Dit hield een gedeeltelijke koerswijziging in aangezien nu ook de positie van de
Rijksarchiefdienst niet geheel buiten spel kon blijven al bleef de nadruk in het rap
port liggen op de zorg voor en het beheer van archieven van lagere overheden. De
omwerking van het rapport kon niet tijdig klaar zijn om de voorgenomen behande
ling op 4 november doorgang te doen vinden. De overgrote haast van minister
De Gaay Fortman stelde het bestuur voor het dilemma zonder het polsen van de
leden zijn standpunt vóór 5 december kenbaar te maken, dit op uitnodiging van de
minister van C.R.M., die gehouden was vóór 15 december zijn collega van Binnen
landse Zaken van advies te dienen over de gevolgen van een eventuele bestuurlijke
herindeling voor de organisatievorm van het Nederlands archiefwezen. U hebt bij
de stukken voor deze jaarvergadering de tekst kunnen lezen van de zeer summiere
brief, die het V.A.N. bestuur aan minister Van Doorn heeft geschreven. Uit het
begeleidend commentaar hebt U kunnen afleiden, dat het bestuur met instemming
van de leden van de A.L.O.-commissie voorlopig afziet van een behandeling van een
z.g. definitief rapport in een ledenvergadering tot een bekendmaking van het defini
tieve ontwerp van wet reorganisatie binnenlands bestuur. Mocht de indiening echter
te lang op zich laten wachten dan zal het bestuur eerder Uw oordeel willen ver
nemen. Het is een onbevredigend verloop van zaken voor U, maar het meest voor alle
betrokkenen, die zo hard aan het A.L.O.-rapport hebben getrokken. De oorzaak
is naar mijn mening hierin gelegen, dat de V.A.N. in deze materie niet de feiten
achterna holt zoals boze geesten wel eens beweren maar integendeel op de ontwikke
ling te ver vooruit is gelopen met vele noodlottige gevolgen. De meningsvorming
verloopt niet langs duidelijke lijnen, maar volgt grilliger sporen omdat onze radar
ontvanger nog te wild ronddraait tussen de uitzendstations van zich telkens wijzi
gende inzichten over de bestuurlijke reorganisatie. Hieraan is naar mijn gevoelen
ook de ondergang te wijten van het rapport over gewestvorming en archieven van
de commissie-Renting met als onaangenaam bijverschijnsel, dat de pro's en contra's
een zekere scheiding der geesten hebben bewerkstelligd waarover ik in een andere
passage van mijn jaarrede nog het een en ander hoop te zeggen. De eerste vrucht
van kweker Renting moest te groen gegeten worden en bezorgde menigeen een indi
gestie. Met de tweede vrucht van tuinder Heringa wil het bestuur dit risico niet
lopen in de hoop dat dit product in volmaakte staat van rijpheid bij U op tafel komt.
Een derde commissie, de commissie archieven en automatisering, werd zoals ik
reeds memoreerde op 25 april geïnstalleerd. Zij bestaat uit de heren Schoone en
Van der Vlis uit eigen kring en uit deskundigen van andere groeperingen onder het
voorzitterschap van Drs. J. D. Winsemius, sinds 1 januari 1976 provinciaal archief
inspecteur in Zuid-Holland. Tot de oprichting van deze commissie was geadviseerd
door de eerste commissie "Archieven en automatisering" eveneens staande onder
presidiaat van Drs. Renting, die in haar eindconclusie opteerde voor een begelei-
[89]