Herman Hardenberg 1901-1976
jaar geleden te Leiden bezigde aan het slot van de vijfde jaarvergadering: "Het or
gaan om samen te beraadslagen en onze wenschen bekend te maken, dat wij eindelijk
verkregen hebben, mag niet weder te niet gaan. Maar het kan niet blijven bestaan
door de steun van slechts enkelen: gij allen, elk op zijne beurt, moet Uwe krachten
inspannen om te behouden wat eenmaal is tot stand gebracht. Vis unita fortior".
Misschien mag ik helemaal tot slot ook hier de rake karakterisering van de Parijse
stadsarchivaris Gut herhalen die ik in Mainz aanhaalde en die zo prachtig van toe
passing is op een naar jaren grijze maar naar ik ervaar zo vitale vereniging als de
onze: "II y a du neige sur le toit mais du feu dans la cheminée". De meesten onder U
zullen het jaar 2000 nog als ambtelijk archivaris meemaken. Hopenlijk kunt U dan
nog deze vaststelling van vandaag beamen. Mij rest nu een welgemeend "Bedankt
voor alles."
Inleiding tot het bezoek aan het Haagse Gemeentearchief
Het Gemeentearchief is gevestigd op de zesde etage van het gemeentelijk administra
tiekantoor Loosduinseweg 17, waarin ook het Gemeentelijk Energiebedrijf en het
Gemeentelijk Centrum voor Automatisering zijn gehuisvest. De zesde etage is de
werkruimte, die plaats biedt aan 30 ambtenaren, w.o. 4 hogere en 10 middelbare
archiefambtenaren, 5 tewerkgestelden en 3 stagiaires. Eén vaii de middelbare archief
ambtenaren is belast met educatieve werkzaamheden. Op deze etage is ook de studie
zaal gelegen, die iedere dag en ook op zaterdag geopend is, en de tentoonstellingszaal
met een eigen ingang.
Op de studiezaal zijn de klappers op de Doop-, Trouw- en Begraafboeken, de Bur-
gerboeken, de Buurtboeken, de transportregisters, een deel van de boedels uit het
archief van de Weeskamer en notariële protocollen. Aan de laatste klapper wordt
gewerkt door de tewerkgestelden. Verder staan er inventarissen, belangrijke genea
logische werken, woordenboeken en boeken over 's-Gravenhage en haar historie.
De ambtenaar, die waakt over de studiezaal en de bezoekers inlichtingen geeft en
met raad en daad bijstaat, zit in een aparte kamer met een glazen wand naar de
studiezaal. In een zelfde kamer, aan de andere kant van de studiezaal, is de catalogus
van de historisch topografische bibliotheek opgesteld. De bezoekers die beeldmate
riaal willen zien wenden zich tot de ambtenaar van de studiezaal, die het gewenste
aanvraagt bij de historisch-topografische prentenverzameling, die op de zelfde
etage gehuisvest is. De ambtenaar van deze afdeling komt het materiaal op de studie
zaal brengen. Bij de prentenverzameling hoort het fotografisch atelier. Op de werk-
etage is ook de afdeling binderij-restauratieatelier ondergebracht.
Het depot is ingericht in twee lagen bovenin het gebouw. Er is 12 km strekkende
plankruimte, waarvan 5^ km is gevuld met archiefstukken. Een gedeelte der stel
lingen is verrijdbaar. Het hele gebouw is 66 m lang en 18 m breed.
Het Gemeentearchief heeft dit gebouw betrokken in oktober 1972. Van 1926 tot
1972 is het archief gehuisvest geweest in een oude school aan het Rijswijkseplein,
waar een depot was met 3^ km strekkende plankruimte. Van 1909 tot 1926 was
het archief ondergebracht in een herenhuis aan de Zwarteweg; in dit gebouw was
1 y2 km strekkende plankruimte ter beschikking. Vóór 1909 was het archief opge
borgen op de zolders van het oude stadhuis.
[100]
Herman Hardenberg, die van 1 november 1953 tot 1 september 1966 algemene
rijksarchivaris was, overleed op de eerste paasdag 18 april 1976 te Brussel, waar de
familie was bijeengekomen in het gezin van een van de dochters. Hardenberg bleef
tot aan het einde zeer actief en vitaal en was, sinds zijn pensionering, heel opgewekt.
Op 3 maart 1976 nam hij nog deel aan het feestelijk begin van de nieuwbouw van
het algemeen rijksarchief. Hij sprak met minister Van Doorn over zijn ervaringen
ils algemene rijksarchivaris. Zij, die toen met hem het glas hieven op het gebeuren,
waar hij lang naar had uitgezien, konden niet vermoeden, dat dit een laatste ont
moeting was.
Op de avond voor pasen kreeg hij hoofdpijn. Snel volgde bewustzijnsverlies en de
dag erna, 's avonds kwart voor twaalf in een ziekenhuis, de dood. Hij werd te
's-Gravenhage op donderdag 22 april begraven, naar het kerkhof begeleid door de
naaste familie.
Herman Hardenberg was op 11 juli 1901 te 's-Gravenhage geboren. Zijn vader,
oom, grootvader en overgrootvader waren generaal (Nederland's Patriciaat 53
1967 pp. 121-123). Liet eindexamen H.B.S. behaalde hij op jeugdige leeftijd. Over
eenkomstig de wens van zijn vader ging hij naar Delft, vanwaar hij spoedig, na een
in korte tijd volbrachte studie voor het aanvullend staatsexamen, naar Leiden trok
en rechten ging studeren. Later betreurde hij het niet de geschiedenis te hebben
gekozen. Het doctoraal examen werd in 1926 afgelegd. Van 1927 tot 1929 werkte
hij op het consulaat-generaal der Nederlanden te Parijs, van 1929 tot 1931 bij het
algemeen secretariaat van Philips N.V.
Op 1 juli 1931 ging hij als volontair werken bij het algemeen rijksarchief. Hij was
ijverig en studieus, in zijn optreden soms bruusk. Het diploma wetenschappelijk
archiefambtenaar der eerste klasse werd snel, op 17 juni 1932 verworven. Een
vroege inventarisatieopdracht betrof de papieren van de vice-admiraal Ver Huell.
De in 1933 gepubliceerde inventaris was een omvangrijk, knap werk. Hardenberg
behield belangstelling voor de Napoleontische tijd, waaraan hij een van zijn eerste
publicaties over koningin Hortense wijdde. In de op den duur sterk gespreide
onderwerpen van zijn artikelen en boeken valt de loopbaan af te lezen.
Vermeldenswaard zijn ook de inventarissen van de archieven van senaat en facul
teiten, benevens het archief van de Academische Vierschaar van de Leidse univer
siteit en de met Graswinckel gemaakte inventaris van het archief van het kasteel
[101