De aprilaflevering 1973 van Journal of the Society of Archivists (vol. 4, nr. 7) begint met een studie van K. Harrison over The Annus Domini in some early charters. Ook op het gebied der diplomatiek bewegen zich C. N. L. Brooke, G. Keir en S. Reynolds, die Henry I's charter for the City of London uit 1135 behandelen. L. Hector lost een paleografisch probleem op in een lettre de remis sion van de Franse koning uit december 1478, in een geïllustreerde bijdrage, ge titeld: The ghost of Cricket walks the archives. Met de moderne archieven houdt S. C. Newton zich bezig in een artikel over pre-archival records control in East Sussex. Onder de Shorter Communications mededelingen over de Britse geheime dienst tussen 1844 en 1939 en over de juridische aansprakelijkheid van de archivaris bij eventuele onjuistheid van door hem verstrekte gegevens. Notes and News geven o.a. nieuws over het archief van de Londense effectenbeurs en over dat van de Cunard Steam-Ship Company. De oktoberaflevering 1973 (vol. 4 nr. 8) heeft weer twee interessante bijdragen voor mediëvisten: P. Chaplais over Henry U's reissue of the canons of the council of Lillebonne of Whitsun 1080 (met twee illustraties) en J. B. Post over Some Limitations of the medieval peace rolls. G. L. Fischer in Letting the archival dust settle: some remarks on the record group concept komt terug op M. Ropers bijdrage over Modern departmental records in de Journal van april 1972. Fischer meent, dat de archivaris iets meer afstand moet nemen van de moderne archieven om vooral hun historische betekenis te kunnen vaststellen. 'More prying than ministers of the crown once were at royal births, archivists are on the scene from the very point of conception of records If most records only became the concern of archivists when they were almost inactive, perhaps, there would be better judgements about how and where to arrange them'. Four manuscript maps recently acquired by the British Museum worden beschre ven door H. Cobbe (met twee illustraties). Uit de Shorter Communications noemen we de critische bespreking door S. C. Newton van het 'draft model law on archives', door S. Carbone en R. Guêze opgesteld voor de Unesco in 1972. Van belang is ook de bespreking van A. D. Baynes-Cope van 'Document Repair', het door D. B. Wardle voor The Society of Archivists in 1971 geschreven handboek. De aprilaflevering 1974 (vol. 5, nr. 1) wordt geopend met een geïllustreerde bij drage van L. Bell over het nieuwe archiefgebouw in Kew. Eveneens geïllustreerd is de studie van M. Gervers over een fragment van een vroeg cartularium van de Orde van Sint Jan van Jeruzalem, dat zich in Cambridge bevindt. E. Green zet uiteen hoe het archief van de schatkist werd beheerd rond 1560. Het ontstaan van een archiefdienst voor de Bahama-eilanden wordt geschetst door E. Carsson. R. Hyde wijdt in de Shorter Communications aandacht aan zeven door kapitein Greenville Collins aan het eind van de 17de eeuw vervaardigde manuscriptkaarten van de Thames en haar oevers. [58] C. A. F. Meekings bespreekt uitvoerig Deutsche Archive in West und Ost van Friedrich Kahlenberg, dat bij ons een recensie kreeg van B. Woelderink in de vierde aflevering van het Archievenblad van 1974, blz. 341-343. De oktoberaflevering 1974 (vol. 5, nr. 2) begint met een studie van J. H. Hodson over middeleeuwse charters. Hij gaat daarbij vooral in op de vraag of de laatst ondertekenende getuige tevens de schrijver van de oorkonde is. C. A. F. Meekings behandelt stempels van de Kings' Bench uit de vroege periode 1584-1596. Dertien afdrukken van deze stempels zijn in reproductie bij dit artikel opgenomen. De Australische archivaris P. J. Scott sluit in zijn bijdrage aan bij die van G. L. Fischer in de aflevering van oktober 1973. Hij gaat in op de problemen, die rijzen als bij veranderingen in de administratie bepaalde series stukken niet worden voortgezet of worden voortgezet door geheel andere beheerseenheden. M. Roper maakt opmerkingen over computers bij administratie en archiefdienst. In de Shorter Communications schrijft J. B. Post over een nieuw demografisch gebruik van de post mortem inquisitions. Hij komt daarbij tot de conclusie dat Engelse meisjes in de dertiende en veertiende eeuw evenals nu in de aanvang van hun tienerperiode geslachtsrijp werden. Onder de boekbesprekingen o.a. H. Chapman over Posner's Archives in the Ancient World1. J. H. v. d. HO. Het Franse archievenblad La Gazette des Archives verscheen in 1974 als gebrui kelijk in vier afleveringen genummerd 84 t/m 87. De eerste beide nummers van deze jaargang (84 en 85) zijn voor een belangrijk gedeelte gewijd aan het 18de congres van de Franse archivarissen dat in oktober 1973 heeft plaats gevonden. Vijfentwintig jaar na de instelling aan de Archives Nationales door Charles Braibant, van afzonderlijke afdelingen voor de familiear chieven en voor de bedrijfsarchieven, werd op dit congres de balans van 25 jaren beleid opgemaakt en werden de toekomstwensen geformuleerd. Naar de rapporten uitwijzen ligt de verwerving van familiearchieven en persoon lijke nalatenschappen gunstiger dan die van de bedrijfsarchieven. Geleidelijk aan wordt het beleid in de eerste sector actiever en worden er gelegenheden aange grepen om via de moderne media de aandacht te vestigen op het belang voor de geschiedenis van dit stukje particulier bezit. Om een betere ingang in politieke kringen te verkrijgen is een speciale commissie in het leven geroepen door de Fondation Nationale des Sciences Politiques en de Directie van het Archiefwezen. Met de bedrijfsarchieven vlot het minder. Uit de rapporten van Madame I. Brot en van Vital Chomel wordt duidelijk dat de acquisitie stagneert. De meeste be- 1 Zie Ned. Archievenblad 1972 blz. 200-201. [59]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1976 | | pagina 33