tisch en sociaal opzicht. Het materiaal bestaat grosso modo uit twee afdelingen en wel uit de stukken die te maken hebben met de creativiteit van de betrokkene en uit de papieren, die de mens van staatswege in zijn leven vergezellen. Voor ordening en selectie is een begeleidingscommissie in het leven geroepen, be staande uit stafmedewerkers van mevrouw Koba en bevoegde wetenschapsmensen, die zich daarbij laat leiden door de marxistisch-leninistische theorieëen op het gebied van kennis en kennisoverdracht. Deze "'spiritualiteit" leeft in heel Oost-Europa, het sterkst in het puriteins-orthodoxe Oost-Duitsland7. Het materiaal van als klassiek te beschouwen auteurs en kunstenaars wordt nagenoeg in zijn geheel bewaard en bij de voorstellen tot vernietiging van documenten wordt grondig nagedacht over de eventuele vraagstelling van toekomende generaties. We hebben de indruk, dat de archiefdiensten in de Sovjet-Unie minder passief afwachten welke bezoekers er komen. Door het ontbreken van familieonderzoek alleen grote namen tellen in het land van de kleine man mee zijn de studiezalen van belang rijke archiefdepots in de grote steden relatief klein. De archiefdiensten voeren om die reden een inventief en agressief beleid om "de waar" aan de man te brengen via radio, televisie en tentoonstellingen. Ook zijn medewerkers zeer actief bij het pro duceren van wetenschappelijke studies. De staf van het archief en museum van Kunst en Literatuur in de Ukraine produceerde in de jaren 1971-1974 meer dan 90 artikelen en bronnenuitgaven naar aanleiding van de geboorte in 1870 van Lenin, de 50e verjaardag van de formele stichting van de Sovjet-Unie in 1922, de 30e ver jaardag van de bevrijding van de Ukraine in 1943 en andere jubilea. Ook leveren de collecties van architecten gegevens voor de restauratie van monumenten op welk gebied de staten in de Sovjet-Unie een bewonderenswaardige activiteit ontwikkelen. De geschiedenis wordt, zou men zeggen, niet verzwegen. Het rapport van mevrouw Koba geeft dan een opsomming van de instellingen in verschillende landen, die zich met het verzamelen van archieven van kunstenaars en letterkundigen bezig houden. In vele gevallen wordt hieraan door musea en vooral ook bibliotheken meer gedaan dan door de eigenlijke archiefdiensten8. Alleen Groot-Britannië, Finland, Tsjecho-Slowakije en de Sovjet-Unie kennen wet telijke bepalingen ten aanzien van de verwerving van private archieven door de overheidsdiensten. In andere landen lijkt het wel eens op een chaos. Ook in Oost- Europa is op dit gebied nog veel te doen. De directeur-generaal van het archiefwezen in Polen, de zeer sympathieke en hoffelijke Chajn, klaagde over het gebrek aan communicatie in zijn land tussen archieven en musea. In Tsjecho-Slowakije was er eveneens weinig ordening. Maar zelfs in het gastland werkte de specialisatie deels averechts doordat films, foto's en geluidsbanden van litteratoren en andere kunste- 7 Treffende staaltjes van de bijdrage van de archieven aan de overwinng van het commu nisme in B. Brachmann, Die Hochschulausbildung der Archivare in der Deutschen De- mokratischen Rupublik, Archief- en Bibliotheekwezen in België, XLVI (1975), 169 e.v. 8 Vgl. voor Nederland E. P. de Booy, Documentatiecentra, private archieven en het historisch motief, N.A.B. 78 (1974) 314; open 8 (1976) 81. 16] naars weer in speciale instellingen worden bewaard, die technisch waren geëquipeerd om dit soort materiaal onder de beste voorwaarden te bewaren. De themata op deze vierde en vijfde zitting leenden zich amper voor een discussie maar meer voor toelichtingen op de situatie thuis. Het meest afstandelijk ten op zichte van de taak, die de overheidsarchiefdiensten hebben bij de acquisitie van ar chieven van kunstenaars, architecten en schrijvers stelden zich Italië, de Duitse Bondsrepubliek en Frankrijk op. Verzameling van archieven in niet eigenlijke zin zoals particuliere collecties wordt in Italië aan musea en bibliotheken overgelaten, aan academies en universiteiten, schrij versgenootschappen en kerkelijke instellingen. De Vaticaanse bibliotheek heeft een schitterend bestand handschriften van kunstenaars. De Bondsrepubliek kent, zoals Dahm (voorzitter van de Verein Deutscher Archiva re) en Booms (president van het Bundesarchiv) opmerkten, enige specialistische in stellingen op dit gebied zoals het Goethemuseum, het Heine-Archiv en het National- museum in Marburg. Favier (Frankrijk) erkent uiteraard het belang van deze archieven voor de weten schap, maar bepleit een uiterste vorm van respect voor de familie van een kunstenaar, wiens schriftelijke nalatenschap dikwijls als een pieus bezit ervaren wordt. Voor wat de criterie van acquisitie, ordening en selectie betreft zou hij elk vooropgezet gedachtenpatroon willen bannen, zich daarbij duidelijk richtend tot de gedele geerden van de oost-europese landen. Mahieu uit Frankrijk was wel voor een fichier central en stelde voor, dat "de archi varis zich daarbij zou moeten laten bijstaan door een adviesgroep uit de kringen van architecten, schouwburgdirecteuren, letterkundigen en drukkers. Een vermenging van specialisten van de andere kant uit, waarbij archivarissen wor den benoemd aan bibliotheken, musea en reeds lang bestaande theaters juist voor het beheer van de papieren van vooraanstaande kunstenaars, schrijvers en architecten, wordt in praktijk gebracht in Israël en Canada. Onder leiding van de sympathieke, steeds sterker naar de voorgrond groeiende, zake lijke Dr. Wilfred Smith ontwikkelen de federale archieven van Canada een grote activiteit op alle gebieden. Zonder enige zweem van zelfverheerlijking stelde hij vast: "We are the national archives of litterature and art, also the national archives of business and sience". Prasad (India) vond het maken van een scheiding tussen archieven van kunstenaars, architecten en letterkundigen enerzijds en belangrijke figuren als bijvoorbeeld staats lieden anderzijds nogal kunstmatig. Hoe kunnen we, zo stelde hij, in de archieven van b.v. Nehroe en Churchill de politieke stukken scheiden van hun literaire werk? Beïnvloeden bekende auteurs ook weer niet de geschiedenis op nationaal, regionaal of lokaal niveau? In de gedachtenwisseling over de verschillende uitgangspunten pleitte Vladimir Victorovitch Lashkevitch, directeur van het Staatsarchief van Belorussia te Minsk en aan de conferentietafel de vriendelijke overbuur van de nederlandse delegatie, uiteraard voor concentratie van kunst- en literatuurarchieven en wees daarbij in' analogie op wat mevrouw Koba in haar rapport ten aanzien van de Ukraine had [17]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1976 | | pagina 12