Archiefrecht XII
Kroniek
Op de lijst van archiefbewaarplaatsen, bibliotheken en andere instellingen waaraan
de beheerder van een archiefbewaarplaats verplicht is archiefbescheiden voor een
bepaalde tijd uit te lenen (artikel 23 Archief besluit) is geplaatst de archiefbewaar
plaats van het hoogheemraadschap Schieland, Willem Ruyslaan 63 te Rotterdam
(beschikking van 17 januari 1974, nr. MMA/Ar 169.002). In de Staatscourant
(1973-31), waarin deze beschikking is gepubliceerd, is ook de volledige lijst van
aangewezen instellingen opgenomen (zie voor de laatstelijk geldende lijst Neder
lands archievenblad 77 (1973) 132-143).
De Archiefraad, die over een aanwijzing krachtens artikel 23 van het Archiefbe-
sluit gehoord moet worden, verwees in zijn advies nr. 59 naar zijn advies nr. 54.
Daarin deelt de Raad mee thans (anders dan in advies nr. 1, opgenomen in het ver
slag over 1969, blz. 28-32) van mening te zijn dat, voor wat betreft archiefbewaar
plaatsen in de zin der wet, geen nadere eisen, zoals een geregelde behoefte aan het
lenen van archiefbescheiden, moeten worden gesteld, mits de bewaarplaats voldoet
aan de in het Archiefbesluit gestelde voorwaarden van deskundig beheer en veilige
bewaring. Ten aanzien van bibliotheken en andere instellingen blijft de Archiefraad
op het standpunt staan dat eerst een geregelde behoefte aan het lenen van archief
bescheiden moet zijn gebleken alvorens aanwijzing krachtens artikel 23 van het
Archiefbesluit kan worden overwogen.
Uit advies nr. 54 volgt verder dat, in het geval gemeenten samenwerken in een
streekarchief (één bewaarplaats voor alle aangesloten gemeenten) of in een streek-
archivariaat met een centraal bureau waar voortdurend gekwalificeerd toezicht en
begeleiding van de raadpleging der bescheiden kan plaatshebben, die streekarchief
bewaarplaats in beginsel zonder bezwaar (mits veilige bewaring en deskundig be
heer gewaarborgd zijn) op de lijst van aangewezen instellingen kan worden ge
plaatst.
Afgesloten 17 januari 1974
F. C. J. K.
[74]
Verslag van de Archiefraad over 1972
Dit verslag verscheen in juni 1973 bij de Staatsuitgeverij, nadat het op 1 februari
1973 was vastgesteld. De Archiefraad hield zich in 1972 o.a. bezig met de vernie-
I'§in§ van archiefbescheiden die hun waarde voor de overheidsadministratie, de
recht- en bewijszoekende burger en het historisch onderzoek hebben verloren 1 en
met de inbewaringgeving van bepaalde rijksarchieven aan gemeenten in het belang
van het lokaal- en regionaal-historisch onderzoek. Op verzoek van de toenmalige
staatssecretaris Vonhoff adviseerde de Archiefraad over het terugbrengen van de
termijn na verloop waarvan archiefbescheiden naar de openbare archiefbewaar
plaatsen moeten worden overgebracht van 50 tot 25 jaar. Wat de organisatie en de
personeelsformatie van de rijksarchiefdienst betreft, moest de raad concluderen,
dat in 1974 en 1975 de dienst met totaal 78 man moet worden uitgebreid om de
sedert 1970 toegepaste bezuinigingen in te lopen. De uitgebrachte adviezen zijn als
bijlagen bij het verslag opgenomen.
De Archiefraad adviseerde in 1972 op grond van daartoe in 1971 ontvangen aan
vragen over inbewaringgeving aan de gemeenten Groningen, Heerlen, Rotterdam
en Gouda van de archiefbescheiden van de binnen die gemeenten gevestigde nota
rissen 1842-1895; verkorting van de termijn na verloop waarvan archiefbescheiden
naar de archiefbewaarplaatsen moeten worden overgebracht van 50 tot 25 jaar
(voorlopig advies); ontwerp-Besluit algemene richtlijnen vaststelling lijsten vernie
tiging archiefbescheiden; de toelichting op de lijst van voor vernietiging in aan
merking komende archiefbescheiden van het ministerie van onderwijs en weten
schappen en de hoofdstukken a.G. (hoofdafdeling personeelszaken) en a.J. (hoofd
afdeling financiën en comptabiliteit) van die lijst 2; wijziging van de lijst houdende
opgaaf van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in de provinciale
archieven dagtekenende van na 1850 3. Voorts over machtiging aan de gemeente
1 Zie Ned. Archievenblad 1972 blz. 207-208, 211-212 en 298-299. De toelichtende brief
van de staatssecretaris van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk aan de ministers
op blz. 301-302.
1 Zie Ned. Archievenblad 1972 blz. 208-209.
3 Zie Ned. Archievenblad 1972 blz. 209-210.
[75]