Dr. WJvan Hoboken nam afscheid als gemeentearchivaris van Amsterdam Aan dr. W. J. van Hoboken werd wegens het bereikt hebben van de pensioenge rechtigde leeftijd m.i.v. 1 januari 1974 eervol ontslag verleend als gemeentearchi varis van Amsterdam, welke functie hij sedert 1 januari 1961 vervulde. Tot zijn opvolger benoemde de gemeenteraad de adjunct-archivaris dr. S. Hart. Op 4 januari 1974 had in de intieme kring van medewerkers ten archieve het afscheid van dr. Van Hoboken plaats. Hij werd toegesproken door zijn opvolger die zijn loopbaan van ruim twee en dertig jaar bij het archief in het kort schetste' en door de adjunct-archivaris, mej. dr. I. H. van Eeghen, die enige persoonlijke herinneringen ophaalde. Namens het gezamenlijke personeel bood dr. Hart een ingelijste prent aan uit de atlas-Fouquet, voorstellende de Amstel niet ver van het archiefgebouw. In zijn dankwoord memoreerde de scheidende archivaris de pret tige wijze, waarop door alle archiefmedewerkers van hoog tot laag steeds was sa mengewerkt. Dr. Van Hoboken herinnerde met grote dankbaarheid aan zijn voor ganger mr. W. F. H. Oldewelt, de geestelijke vader van het onlangs voltooide bouw plan voor het archief. Hij behoefde diens uitgestippelde beleid slechts door te trekken om zowel in het personele als het materiële vlak de archiefdienst tot grote bloei te brengen. Hij hoopt nu weer wetenschappelijk werk te gaan doen en als ar chivaris van de Amsterdamse Hervormde Gemeente, welke functie hij blijft be kleden, nog veel voor het belangrijke kerkarchief te kunnen doen. Op vrijdag 11 januari bood het gemeentebestuur de afgetreden archivaris een af scheidsbijeenkomst aan in de raadzaal ten stadhuize. Burgemeester dr. I. Samkal- den schilderde daarbij de volstrekt Amsterdamse loopbaan van de archivaris met de Rotterdamse naam, die in de hoofdstad werd geboren, er de lagere school en het Stedelijk Gymnasium bezocht, aan de Gemeentelijke Universiteit geschiedenis stu deerde en aan het Gemeentearchief volontair was bij zijn studie voor wetenschap pelijk archiefambtenaar der eerste klasse. Van adjunct-commies werd hij er ge meentearchivaris. Intussen was hij aan de Gemeentelijke Universiteit in 1955 ge promoveerd op een proefschrift over Witte de With in Brazilië 1648-1649. Aan het einde van zijn toespraak kon de burgemeester mededelen dat het H. M. de Konin gin behaagd had dr. Van Hoboken te benoemen tot officier in de Orde van Oranje Nassau. Onder luid applaus van de talrijke aanwezigen speldde de burgemeester dr. Van Hoboken de bij die onderscheiding behorende versierselen op. [52] Als tweede spreker trad dr. L. P. L. Pirenne, voorzitter van de Vereniging van Archivarissen in Nederland, naar voren. In een geestige toespraak kenschetste hij collega Van Hoboken als iemand die letterlijk en figuurlijk met kop en schouders boven de vakgenoten uitsteekt. Als lid van de commissie ter voorbereiding van het Archiefbesluit, als samensteller, samen met de collegae Van der Gouw, Harden- berg en Panhuysen, van de Nederlandse Archiefterminologie (1962), als lid van de Archiefraad en als vice-voorzitter van de Vereniging van Archivarissen heeft hij zich grote verdiensten verworven voor het Nederlandse Archiefwezen. Bij dat alles heeft hij getoond een open gevecht niet te schuwen. Laatste spreker was het gemeenteraadslid mr. E. Dienaar, tevens lid van de raads commissie voor de strafverordeningen en zaken van algemene aard, waaronder het archief ressorteert. Hij wees op het grote belang van een goed functionerende ar chiefdienst en dankte dr. Van Hoboken voor alles wat hij op dit gebied voor de gemeente gepresteerd heeft. Mr. Dienaar noemde in het bijzonder de problemen rond het hulpdepot in de oude meelfabriek Ceres en het onlangs op zijn initiatief opnieuw door de gemeenteraad onderstreepte belang van de concentratie van de archieven op één plaats. In zijn dankwoord betuigde de afgetreden archivaris allereerst dank aan H. M. de Koningin voor de hem verleende onderscheiding. Hij citeerde de limerick, die de vroegere archivaris mr. A. Ie Cosquino de Bussy destijds gemaakt had naar aan leiding van de aan hem verleende koninklijke onderscheiding en betrok zijn mede werkers in de hem verleende eer. Hij hoopt nog lang lid van de Vereniging van Archivarissen te kunnen blijven en in en buiten verenigingsverband nog vaak vak genoten te ontmoeten. Temidden van hen heeft hij zich altijd bijzonder thuis ge voeld. Mr. Dienaar dankte hij in het bijzonder voor diens inspanningen ten bate van het archief, die hem een ware steun geweest zijn en waarvan hij hoopt, dat zijn opvolger die niet zal ontberen. Ongeveer 160 personen maakten van deze gelegenheid gebruik de heer en mevrouw Van Hoboken de hand te drukken. Onder hen waren vele collegae en oud-collegae, zodat zich in de fraai met bloemen en planten aangeklede raadzaal menige archief ontmoeting afspeelde. [53]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 30