De opening van het nieuwe archiefgebouw te Amsterdam op 28 november 1973 werken, staat nog te bezien. In vele gemeenten, waar het huidige uitgavenpeil aller minst op het gewenste niveau staat, zou toch onmogelijk van kostenverhoging sprake mogen zijn, indien eindelijk de uitgaven, die reeds veel eerder in de begroting tot uiting hadden moeten worden gebracht, gerealiseerd gaan worden. Financiering op basis van verrekening met de centrumgemeente, zoals ook wordt gesuggereerd, zou impliceren dat er geen gecentraliseerde gewestelijke archiefdienst zou ontstaan, maar een dominerend gemeentearchief. Dit zou bepaald de quintes- sens van ons rapport ondergraven. Te vrezen ware naar onze mening dat van uit de omliggende gemeenten maar zelden een beroep op het archief gedaan zou worden. Elk verzoek om inlichtingen zou immers geld kosten. Ook de idee om de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voor onze plannen te winnen om sterker te staan tegenover eventuele financiële bezwaren van gemeenten, heeft de commissie niet aangesproken. Het zou de procedure immers maar verlen gen en bovendien nog nodeloos, wanneer, zoals wij verwachten, aan de gewesten eigen financiële middelen toebedeeld zullen worden. Procedure Dames en heren. Er is haast geboden; er zijn reeds enige gewesten tot stand geko men. Indien de ledenvergadering zich met het rapport verenigt, zouden wij het graag spoe dig door het Bestuur zien toegezonden aan de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, met het verzoek de inhoud ervan te realiseren. Dat de minis ter dan, behalve de Archiefraad ook de V.N.G. om advies zal vragen, kunnen wij gevoeglijk aannemen. Om de verdere kennisneming van en meningsvorming over het rapport te bevorde ren dient het intussen op ruime schaal verspreid te worden bij de direct betrokke nen. Behalve de minister van Binnenlandse Zaken zijn dat zeker de gemeentelijke, gewestelijke en provinciale besturen. Via integrale publicatie in het Nederlands Ar chievenblad zullen zowel de betrokkenen als de geïnteresseerden snel bereikbaar zijn. Onnodig toe te voegen dat de commissie hoopt dat de vergadering na de monde linge toelichting van vandaag met haar instemmen wil, dat via de gewestvorming vele gebreken met betrekking tot de zorg voor en het beheer van de locale archieven op een efficiënte wijze verholpen kunnen worden en dat daarom deze kans moet worden aangegrepen. Als dit het eindoordeel van de vergadering zal zijn, geeft dat de commissieleden de voldoening dat het door hen met genoegen verrichte werk niet tevergeefs is geweest. Namens de Commissie-Gewestvorming van de Vereniging van Archivarissen, in Nederland, R. A. D. Renting. [36] Inleiding Woensdagmiddag 28 november 1973 om half vijf opende de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, mr. H. W. van Doorn, het vergrote en geres taureerde gebouw van de Gemeentelijke Archiefdienst. Tijdens deze gebeurtenis sprak prof. dr. Th. van Tijn, hoogleraar in de economische en sociale geschiedenis aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, over 'Schepen tellen in het Archief'. De Gemeentelijke Archiefdienst is sinds 1914 gevestigd in het oude raadhuis van de gemeente Nieuwer Amstel aan de Amsteldijk. Toenemend ruimtegebrek in dit gebouw deed de Amsterdamse gemeenteraad in 1955 besluiten tot uitbreiding van het gebouw met een tweede archiefbewaarplaats en een zogenaamde werkvleugel. Tengevolge van een bouwstop en bestedingsbeper king duurde het tot 1961 voor er begonnen werd met de realisering van het plan. De nieuwbouw- en restauratiewerkzaamheden zijn uitgevoerd onder leiding van de afdeling Bouwwerken van de dienst Publieke Werken. De totale kosten bedroe gen 5,2 miljoen gulden. De archiefbewaarplaats en de werkvleugel zijn ontworpen door architect B. Odink van Publieke Werken, terwijl het interieur is verzorgd door architect G. F. Laarhoven eveneens van Publieke Werken. Bij de inrichting van de vergader- en expositiezaal in het oude raadhuis is verder advies verleend door ar chitect Bart van Kasteel. Ter gelegenheid van de opening was in deze expositieruimte een kleine tentoon stelling van archivalia, boeken en tekeningen ingericht, waarbij zowel de bewaring der gemeentelijke archieven in vroeger eeuwen als de omgeving van het huidige archiefgebouw de aandacht kregen. Vroeger werden de archieven van de stedelijke bestuursorganen bewaard op het stadhuis, eerst op de Dam, sedert 1808 op het Prinsenhof aan de Oudezijds Voor burgwal. In 1892 werd het oud-archief (vóór 1813) gehuisvest in het Waaggebouw op de Nieuwmarkt, dat echter al spoedig te klein bleek. In 1914 verhuisde dit oud archief naar het voormalig raadhuis van Nieuwer Amstel, Amsteldijk 67 hoek Tol straat. Het nieuw-archief (na 1813) bleef ten stadhuize en verhuisde in 1923 naar een voormalige bank van lening aan de Herenmarkt. De bezwaren van deze verspreiding over twee ver uiteen liggende gebouwen en de ongeschiktheid van het gebouw Herenmarkt voor de veilige bewaring van ar chieven hebben reeds vóór de Tweede Wereldoorlog geleid tot plannen om het ge- [37]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 22