met art. 1 van de Archiefwet 1962 (ervan uitgaande dat daar bedoeld wordt, dat gemeentelijke archiefbescheiden onder de gemeentebesturen moeten (blijven) berus ten), of met par. 7 van de Handleiding (daaruit afleidende dat gemeentelijke archi valia en archivalia van besturen, wier rechten of functiën overgegaan zijn op ge meentelijke bestuursorganen, opgenomen moeten worden in gemeentelijke archief bewaarplaatsen). Schijnargumenten; wet en handleiding constateren waar de ver schillende categorieën van archieven structureel gezien thuishoren, maar stellen anderzijds duidelijk dat ze daar bewaard dienen te worden, waar dat gebeurt in het belang van de raadpleging of van het behoud der bescheiden (Archief- besluit art. 11). Plaatsing in goed functionerende gewestelijke archiefbewaarplaat sen, zo dicht mogelijk bij huis, is volkomen verantwoord. Er wordt toch ook geen bezwaar tegen gemaakt, wanneer twee of meer gemeenten, gebruik makend van de wet-gemeenschappelijke regelingen, gezamenlijk één archiefdienst en één archief bewaarplaats stichten? Grote of kleine gewesten Door Drentse en Zeeuwse collega's is naar voren gebracht dat de door ons gedachte volledig functionerende gewestelijke archiefdiensten voor kleine gewesten een fata morgana zijn. De drie kleine Drentse gewesten zouden toe kunnen met een inter- gewestelijke archiefdienst te Assen, waarin de drie gewesten door middel van een gemeenschappelijke regeling samenwerken. Ook provinciaal- en rijksarchief zouden moeten deelnemen. Daar gelaten dat de commissie constateert dat getendeerd wordt naar de totstand koming van grote gewesten en dat de minister de vorming van grote provincies in het vooruitzicht stelt, zijn wij aan de ingebrachte bezwaren tegemoet gekomen door de mogelijkheid van intergewestelijke samenwerking expliciet in het rapport op te nemen. Indien er in Zeeland kleine gewesten komen, zou één intergewestelijke archiefdienst in Middelburg wellicht belast kunnen worden met taken als inspectie, restauratie enz., terwijl in de kleine buitengewesten archivarissen werkzaam zouden kunnen zijn, zoals elders rayonarchivarissen. De mogelijkheid van een combinatie van intergewestelijke archiefdienst en rijks archiefdienst in die provincie zou misschien realiseerbaar zijn, wanneer de provincie klein blijft; het laatste staat, zoals we weten, te bezien. Regionale archiefzorg binnen de gewesten Met de Zeeuwse archivarissen zijn we het eens dat het vooruitzicht, dat de gewesten archiefzorg en archiefbeheer gaan overnemen, sommige gemeenten ervan zou kun nen weerhouden initiatief te ontplooien tot oprichting van gemeentelijke archief diensten of streekarchivariaten. Uitdrukkelijk verklaren wij daarom die oprichting [28] te blijven toejuichen. Elke nieuwe gemeentelijke archiefdienst of streekarchivariaat kan de aanzet zijn tot oprichting van de door ons gedachte rayon-archiefbewaar plaatsen. Die rayon-archiefbewaarplaatsen vertonen veel overeenkomst met het huidige instituut der streekarchivariaten. Van de ervaringen, die daarmee zijn op gedaan, kan dan ook een goed gebruik gemaakt worden. Het streekarchief zal als prototype model staan bij de oprichting van de rayon-archiefbewaarplaats. De rayonarchivaris zal een belangrijk deel van de taak en misschien ook de archiefbe waarplaats overnemen van de gemeentearchivaris en de streekarchivaris. Regionale archiefdiensten in de vorm van streekarchivariaten mogen hier en daar succesvol opereren, het ideaal van een gesloten systeem van locale archiefzorg is met hun verschijning ten tonele niet bereikt. In het algemeen wil het met gemeen schappelijke regelingen op basis van vrijwilligheid niet zo erg vlotten. Binnen de begrenzingen van het streekarchivariaat bestaan veel 'witte plekken' van gemeenten, die niet meedoen. De begrenzingen zelf zijn nogal eens toevallig en lang niet altijd historisch bepaald. Als een ernstig bezwaar voor de raadpleging wordt ondervonden dat de meeste bestaande streekarchivariaten niet één centrale archiefbewaarplaats hebben, maar evenveel archiefkluizen als deelnemende gemeenten. Wanneer nu in de gewestwet de verplichting tot gewestelijke archiefzorg wordt voorgeschreven, zullen alle gemeentebesturen, die nu voor geen gat te vangen zijn, zich gewonnen moeten geven en zullen de 'witte plekken' vanzelf verdwijnen. Vol gens ons concept zullen zowel de éne gewestelijke archiefbewaarplaats als de éne rayon-archiefbewaarplaats dwingend aangewezen worden door de gewestraad, dit om de zgn. 'kerktorenpolitiek' van de gemeenten te voorkomen. Tenslotte zullen de archiefrayons krachtens de wet moeten worden ingesteld. Ik meen dat op deze wijze een organisatie bereikt wordt, die geheel overeenstemt met de wensen van het 'dispuut van jonge chartermeesters' en diverse andere leden van onze Vereniging. Van een beweerde 'sterke betrokkenheid tussen een gemeente en haar archief, die verloren gaat als zij door een onbekende figuur ver buiten het grondgebied wordt beheerd' (ik citeer één der briefschrijvers hij zal onze rayonarchivaris bedoelen), is bij de meeste gemeenten zonder archivaris niet veel gebleken, in elk geval niet, wanneer archiefzorg geld ging kosten. Ook de uitspraak dat een archief te allen tijde binnen het gemeentelijk territorium' moet blijven, omdat anders de inwoners ervan vervreemden, lijkt ons, alle geconstateerde ongeïnteresseerdheid in aanmer king nemende, niet zo zinvol toe. Naar de mening van de commissie zal een re gionale archiefdienst uiteindelijk beter gecentraliseerd in één behoorlijke archief bewaarplaats met goede personele en materiële voorzieningen kunnen functio neren, dan in een x-tal mini-archiefbewaarplaatsen, elk zonder voorzieningen. Een beperkte centralisatie met goede service valt te prefereren boven decentra lisatie zonder outillage. De commissie, door één der streekarchivarissen daarop gewezen, hecht veel waarde aan vaststelling van hogerhand van rayongrenzen, die zo veel mogelijk samenvallen met de historische grenzen van oude administratieve, gerechtelijke of kerkelijke regio's met ondeelbare eigen archiefbestanden. Het zou juist zijn die eigen archief - [29]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 18