De commissie heeft er zich eigenlijk over verbaasd dat juist namens 7 van de 11 archief inspecteurs naar voren gebracht wordt dat 'de gewestwet zich dient te beper ken tot bepalingen inzake de door de gewesten zelf te vormen archieven' en 'hoogst twijfelachtig' gesteld wordt 'of gewesten een taak hebben ten aanzien van de archie ven van gemeenten'. De briefschrijver-inspecteur persoonlijk geeft toe dat in zijn provincie 'inderdaad gemeenten bestaan, die op het gebied van de archiefzorg te korten vertonen, maar houdt tevens staande dat de meerderheid der gemeenten aldaar in het bijzonder aan hun oude archieven de nodige zorg besteden, dat de archieven goed geïnventariseerd zijn en dat de bewaarplaatsen aan hoge eisen vol doen'. Dit alles is tot stand gekomen dank zij 'een gezond locaal patriottisme Onze verbazing kreeg voedsel, toen wij in het Noord-Hollands Dagblad van 5 mei 1973 een interview aantroffen met de nieuw-benoemde provinciale inspecteur van Noord-Holland, waarin de erbarmelijke situatie in die provincie uit de doeken ge daan wordt: Gedeputeerde Staten hebben hem 'benoemd om de bezem te halen door de hemelschreiende bewaarmethoden van oude acten, oorkonden en burgerlijke standen Archivalia, die niet alleen grote historische waarde bezitten, maar ook onmisbaar zijn voor een modern bestuur van waterschap en gemeente!' En dan lezen we verder dat slechts drie gemeenten goede archiefdiensten hebben en dat voor het overige 'de archieven de sluitpost zijn op een niet sluitende begroting met alle ge volgen van dien Het 'dispuut van jonge chartermeesters' ziet daarentegen, evenals de eerstgenoemde briefschrijver-inspecteur, alles weer wat minder somber in. Onze uitspraak 'dat in 85 van de gemeenten in Nederland de archieven niet of onvoldoende worden beheerd' vindt het te boud. Het vraagt zich af of 'het niet prematuur is, slechts enkele jaren na het van kracht worden van de nieuwe Archiefwet en op een tijdstip dat de provinviale inspecties nog volop worden uitgebouwd, de situatie bij de kleine gemeenten als uitzichtloos te kenschetsen Het kan dat moet mij van 't hart de 'jonge chartermeesters', die op 22 juni jl. hun standpunt bepaalden, niet ontzegd worden dat ze excellente voelhoorns heb ben. Het antwoord van minister Van Doorn op vragen van het Kamerlid Van Ooyen, dat op 21 juni gedateerd is en dat dus op 22 juni niet of nauwelijks bekend kan zijn, ademt immers geheel dezelfde geest en bedient zich ook nog deels van dezelfde terminologie! Het waren de 'jonge chartermeesters', die als 'alternatieve oplossing' aandroegen de verplichting voor elke gemeente, 'hetzij zelf een bevoegde archivaris aan te stellen, hetzij zich aan te sluiten bij een streekarchief onder toepassing van de wet-gemeen- schappelijke regelingen'. Ook zij zochten dus naar wat ik 'een sluitend systeem van locaal archiefbeheer' noemde, ter opheffing van ook volgens hen bestaande gebre ken en leemten. Ook anderen, totaal afkerig van het middel gewestvorming zoals de Kring van Gemeente- en Streekarchivarissen in Noord-Brabant prefereren de impasse te doorbreken via al dan niet verplichte aansluiting bij streekarchivariaten. Bevorde ring van de totstandkoming, eventueel gedwongen, van streekarchivariaten, biedt ook, volgens de minister, mogelijkheden voor een doelmatiger beheer en een opti- [26] male toegankelijkheid van locale archieven, maar hij sluit andere vormen van samen werking, met name die tussen centrumgemeenten en omliggende gemeenten en waterschappen, geenszins uit (antwoord op Kamervragen d.d. 31 juli 1973). Dames en heren, wie zijn kop bepaald in het zand wil steken en gewestvorming 'een hersenschim noemt, kan vanzelfsprekend alternatieven vinden om uit het slop te geraken. Wij, commissieleden, moesten ik herhaal het nu juist uitgaan van het middel gewestvorming en niet van alternatieven. Als wij met alternatieve op lossingen gekomen waren, zoudt U ons nu moeten verwijten onze opdracht niet uit gevoerd, ja zelf misbruikt te hebben. Uw bestuur zou dan op het moment dat de wet op de gewesten verhoopt of onverhoopt werkelijkheid wordt, niet anders kunnen zeggen dan: die wet komt ons slecht van pas; de commissie, die ons te rapporteren had over de consequenties van gewestvorming, heeft zich niet met die consequenties bezig gehouden. Integendeel, zij heeft geconcludeerd dat alles ook heel prettig te regelen valt, als er geen gewesten komen Ze heeft ons aldus met een kluitje in het riet gestuurd. Ter zake, de commissie is allerminst tevreden met de huidige situatie. Als er col lega's zijn, die bij gelegenheid van een dreigende gewestvorming verklaren dat het met de locale archiefzorg in de kleine gemeenten hard meevalt, en dat we vertrou wen moeten stellen in de mogelijkheden, die de Archiefwet 1962 biedt om tekort komingen weg te nemen, dan strooien ze zich zelf heel wat zand in de ogen. Wie er werkelijk in gelooft dat de bepalingen van de Archiefwet 1962 weldra niet meer met voeten getreden zullen worden, bedenke dat de Archiefwet 1962 ten aanzien van archiefzorg en archiefbeheer in kleine gemeenten niet noemenswaard verschilt van de Archiefwet 1918 en dat sinds 1918 hele generaties archivarissen gekomen zijn in hope en heen gegaan zijn zonder aanschouwing Het is een realiteit dat in zeer vele gevallen ten gevolge van onwil, ondeskundigheid en gebrek aan financiële middelen de locale archiefzorg en het locale archiefbeheer te wensen overlaten. Een nota bene wettelijk gegarandeerde toegankelijkheid en openbaarheid vallen nauwelijks waar te maken. Het toezicht op het beheer van de niet overgebrachte archiefbescheiden op grond van art. 25 van de Archiefwet 1962 is zelfs in die gemeenten, waar een archivaris is, vaak een farce! Naar onze mening nu kan gewestvorming aangegrepen worden als middel tot redres van vastgelopen locale archiefzorg en archiefbeheer, mits deze verplichte geweste lijke taken worden. Wanneer de aan het gewest deelnemende gemeenten zelf zouden mogen blijven beslissen of ze locale archiefzorg een gewestelijke taak willen maken, dan zou hoogst waarschijnlijk veel bij het oude blijven. Afzonderlijke archiefver waarlozing komt immers altijd goedkoper uit dan gezamenlijke archiefzorg! Als evenwel de taken archiefzorg en archiefbeheer door de wetgever overgeheveld zul len worden van de gemeenten naar de gewesten, omdat ze in groter verband beter uitvoerbaar zijn, zal men dat con amore moeten accepteren en er niet blind voor willen blijven dat, naar de praktijk uitgewezen heeft, van efficiënte archiefzorg en archiefbeheer in het kleine gemeentelijk verband vaak bitter weinig terechtgekomen is. Er zijn collega's, die beweren dat gemeenschappelijke zorg en beheer strijdig zijn [27]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 17