heidslichamen van toepassing wordt, verklaard en dat er archiefverordeningeu enz. voor het gewest zullen worden vastgesteld. 3.2 De Archiefraad is blijkens zijn Advies nr. 35 d.d. 26 november 1971 van oor deel dat door een betrekkelijk eenvoudige wijziging van art. 37 van de Archief wet 1962 bereikt zou kunnen worden, dat op het stuk van de bepalingen om trent de zorg en het toezicht op de zorg voor, alsmede omtrent de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden van gewesten aansluiting wordt verkregen bij de terzake voor de gemeenten geldende bepalingen. Een desbetreffend voor stel is door de Archiefraad aan de minister van Cultuur, Recreatie en Maat schappelijk Werk gedaan. 3.3 Als taken van de gemeenten worden overgenomen, dan zullen om practische re denen ook de archivalia die betrekking hebben op die taken en voor zover ze voor de uitoefening daarvan niet gemist kunnen worden, door de gemeenten (misschien tijdelijk) overgedragen dienen te worden aan het gewest, dit vol gens het z.g. successie-beginsel (zie Nederl. Archievenblad jaarg. 70, blz. 122; Overh. Docum. 1969 nr. 10, blz. 198, 199). 4 Archief zorg een gewestelijke taak 4.1 Met betrekking tot de vaststelling van taken, die het bestuur van het gewest moet overnemen van de gemeentebesturen, geeft het ontwerp van wet weinig houvast. De provinciale besturen en de gemeentebesturen hebben zich wel met deze materie beziggehouden, maar archiefzorg wordt vrijwel niet als zodanig genoemd. In de nota 'Gewestvorming Zuid-Holland' (sept. 1972) komt op blz. 41 'archief' voor als een der gedachte gewestelijke taken. 4.2 De Archiefwet 1962 belast in art. 23 weliswaar de dagelijkse besturen van alle gemeenten met de zorg voor de archiefbescheiden van de gemeentelijke orga nen, maar stelt de benoeming van een gemeentearchivaris niet verplicht. Voor vele gemeenten, die geen archivaris hebben, komt de archiefzorg voor de naar de archiefbewaarplaatsen overgebrachte archiefbescheiden niet voldoende tot zijn recht (zie 1.2). Voor het merendeel van deze gemeenten valt een effectief archiefbeheer niet te verwezenlijken: de financiële middelen worden niet be schikbaar gesteld en in het algemeen gaat deze taak de krachten van de kleine gemeenten te boven. Voor een full-time archivaris is daar meestal ook niet vol doende werk. 4.3 Via gemeenschappelijke regelingen kan een aantal gemeenten wel tot stichting van een streekarchivariaat overgaan, maar de wet schrijft dit niet dwingend voor, met als gevolg dat de gemeenten die niet vrijwillig mee willen doen, zich van deelname kunnen onthouden. 4.4 Om uit de impasse van geen of onvoldoende archiefbeheer te geraken, waarin de genoemde vele gemeenten zich bevinden, biedt gewestvorming reële moge lijkheden. Het beheer van alle naar de gemeentelijke archiefbewaarplaatsen [14] overgebrachte archiefbescheiden en het toezicht op het beheer van de nog niet overgebrachte archiefbescheiden zou naar de mening van de commissie een gewestelijke taak moeten worden. Gewestelijke archiefdiensten zullen daarmee belast dienen te worden. 4.5 Archiefzorg dient daarom in de wet op de gewesten expliciet genoemd te wor den als een der verplichte gewestelijke taken. De praktijk heeft immers bewezen dat archiefzorg een van die gemeentelijke taken is, die vanwege de geringe kracht van een aantal van de gemeenten niet aan die gemeenten kunnen worden toevertrouwd (zie 2.6). 4.6 Ca. 15 der gemeenten heeft thans wel een archivaris, maar in de meeste van die gemeenten kan de gemeentearchivaris zijn taak slechts uiterst gebrekkig vervullen bij gebrek aan mankracht (zowel kwantitatief als kwalitatief) en aan financiële middelen. Noodzakelijke voorzieningen blijven dientengevolge ook in die gemeenten afwezig (zie 5.2, 5.3 en 5.5). De oplossing zal gevonden moeten worden in de opheffing van alle bestaande gemeentelijke archiefdien sten binnen het gewest en het overdragen van de taken daarvan aan de uiter aard door een goede financiële regeling geschraagde gewestelijke archiefdienst. 4.7 Wanneer een gemeentelijke archiefdienst goed functioneert, is naar de mening van de commissie bestendiging van de bestaande situatie in die zin mogelijk, dat aldaar rayon-archiefbewaarplaatsen gevestigd kunnen worden (zie 6.1). 4.8 Uitdrukkelijk verklaren wij voorshands de stichting van nieuwe gemeentelijke archiefdiensten en streekarchivariaten te blijven toejuichen. In de toekomst zullen immers ook deze nog te stichten diensten grotendeels kunnen blijven voortbestaan in de vorm van rayon-archiefbewaarplaatsen. 5 Taakstelling van de Gewestelijke Archiefdienst 5.1 Volgens de Archiefwet 1962 heeft de gemeentearchivaris als taak: a beheer van de naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden; b toezicht op het beheer van de nog onder de administratie berustende ar chiefbescheiden. 5.2 In het Advies nr. 15 d.d. 9 juni 1970 van de Archiefraad wordt uiteengezet dat de archivaris tweeërlei belangen dient: '1. dat van de overheid en de burger, wier rechten en verplichtingen in de archiefbescheiden zijn vastgelegd en 2. dat van het historisch onderzoek door vakman en amateur' (zie ook Advies nr. 19 d.d. 11 november 1970). Naast de primaire waarde van de archiefbescheiden (bewijs van rechten en verplichtingen) staat de secundaire waarde (wetenschappelijke of culturele waarde). Uit die secundaire culturele betekenis van het archief vloeit voort als derde taak van de archivaris: c aanleggen van audio-visuele verzamelingen, inrichten van tentoonstellingen, educatieve activiteiten enz. [15]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 11