organen met de zorg die de locale bestuursorganen hebben voor hun archie ven. Om dezelfde reden kunnen wij in ons concept-rapport weinig aandacht besteden aan het toekomstig functioneren van de rijksarchieven in de provincies. Wel kan vastgesteld worden dat toepassing van de aanbevelingen van de Ad viezen nr. 4, nr. 29 en nr. 47 van de Archiefraad hierop van invloed zal zijn (zie 5.6). In dit verband memoreren wij ook Advies nr. 19 d.d. 11 november 1970 van de Archiefraad, waarin gezegd wordt dat het 'denkbaar zou zijn dat thans nu inmiddels de culturele functie van het archiefwezen aan betekenis sterk heeft gewonnen een andere benadering van de organisatie van rijksarchie ven en provinciale archieven noodzakelijk is.' 1.8 Wij zijn ons bewust dat verwezenlijking van onze voorstellen geld zal kosten, ongetwijfeld meer geld dan thans door de gezamenlijke gemeenten uitgegeven wordt aan archiefzorg. Er dient natuurlijk voor gezorgd te worden dat de gelden, die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de door ons gedachte gewestelijke archiefdiensten, hoe dan ook, gefourneerd worden. Zonder geld is een efficiënt locaal archiefbeheer nu eenmaal onmogelijk. 1.9 Hoewel onze voorstellen beogen de huidige onbevredigende organisatie van het Nederlandse archiefwezen op een belangrijk punt te hervormen door mid del van ingrijpende wetswijzigingen, zijn wij ons ervan bewust dat ons concept rapport slechts de grote lijnen aangeeft; de gedetailleerde uitwerking moet in een later stadium gerealiseerd worden. 2 Ontwerp van wet op de gewesten 2.1 Hoewel het ontwerp van wet houdende voorschriften met betrekking tot de gewesten waarschijnlijk door een nieuw ontwerp vervangen zal worden, kan aangenomen worden dat de wetgever zich door de aan het oorspronkelijk ont werp ten grondslag liggende beginselen, die in deze paragraaf aan de orde ko men, zal blijven laten leiden. Het (oorspronkelijk) wetsontwerp gaat blijkens de memorie van toelichting ervan uit dat het dagelijkse samenlevingsverband zich thans meestal uitstrekt over het gebied van meer dan een gemeente. Het verwijde samenlevingsver band zal door de instelling van gewesten weer onder één bestuurlijke noemer gebracht worden. Door middel van het gewest zal een bundeling van krachten moeten plaatsvinden ter vervulling van die locaalbestuurlijke taken, die het samenlevingsverband als geheel betreffen en de maat van de afzonderlijke ge meenten te boven gaan. 2.2 De gewestvorming zal tevens ruimere mogelijkheden bieden voor een gede centraliseerde uitoefening van overheidstaken, die thans op provinciaal of rijks niveau worden verricht. 2.3 Voor de gemeenten zullen die locaalbestuurlijke taken en bevoegdheden over- [12] blijven, die betrekking hebben op die gemeenten en 'die daar redelijkerwijze kunnen blijven. Door het gewest moet niet meer worden verricht dan voor een juiste belangenbehartiging nodig is' (memorie van toelichting). 2.4 Art. 13 van het wetsontwerp stelt vast dat aan het bestuur van het gewest ten aanzien van de belangen, ter behartiging waarvan de regeling is getroffen, en voor het gebied, waarvoor zij geldt, zodanige bevoegdheden van regeling en bestuur worden toegekend als aan de besturen van de aan de regeling deelne mende gemeenten toekomen. Bij toekenning van deze bevoegdheden wordt te vens de verhouding van de toegekende bevoegdheden tot die van de besturen van de aan de regeling deelnemende gemeenten geregeld. In de regelingen op de momenteel bestaande gewesten wordt dan ook op de een of andere wijze tot uitdrukking gebracht dat met betrekking tot de binnen het kader van het gewest toe te passen wetten of wettelijke voorschriften het bestuur van het gewest die bevoegdheden uitoefent, die ingevolge die wetten of wettelijke voorschriften aan de besturen van de gemeenten toekomen. 2.5 Art. 17 van het wetsontwerp stelt vast dat de regels, die bij of krachtens de wet zijn gesteld voor de bevoegdheden van de gemeentebesturen, voor de uitoefe ning daarvan en voor het toezicht daarop, ten aanzien van de aan het bestuur van het gewest overgedragen bevoegdheden van overeenkomstige toepassing zijn. 2.6 De memorie van toelichting stelt dat 'de gewesten door hun, over het alge meen genomen, grotere schaal in aanmerking kunnen komen voor de uitoefe ning van taken, die vanwege de geringe kracht van een aantal van de gemeenten niet aan de gemeenten kunnen worden toevertrouwd. In hoeverre dit in con- creto mogelijk zal zijn, is een vraag, waarop geen algemeen antwoord mogelijk is, doch die van geval tot geval in de desbetreffende bijzondere wetten zal moeten worden beantwoord.' De gemeentebesturen van Schiedam en Vlaardingen menen, evenals de wet gever, dat 'bestuurlijke taken, die de gemeentegrenzen overschrijden en het belang van het gebied in zijn geheel of een gedeelte daarvan betreffen, als mede die zaken welke om technische en/of economische redenen doeltreffen der centraal voor het gehele gebied of een gedeelte daarvan kunnen worden verricht dan door de gemeenten of andere t.b.v. de streek werkzame open bare lichamen' het best door het gewest verricht kunnen worden (zie drs. L. van Leeuwen, 'Gewestvorming de les van Rijnmond', blz. 48). 3 Archieven van de gewesten 3.1 De gewesten zullen eigen archieven krijgen. Regeling van de archiefzorg en het archiefbeheer is dus noodzakelijk. Omdat bij gewestvorming het accent wordt gelegd op de opbouw van een goede bestuurlijke organisatie, zal men er dili gent op moeten zijn dat in de regelingen aan archiefzorg en archiefbeheer de nodige aandacht besteed wordt in die zin, dat de Archiefwet ook op deze over- [13]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 10