in de wetenschappelijke voorbereiding van deze studiedagen een groot aandeel ge had heeft gezorgd heeft voor de technische verwerking van de stukken en het arrangeren van de congres- en slaapruimte. De sprekers, tevens forumleden, de heren Fox, Dekker, Mentink en Van der Laan, worden daarna voor hun bijdrage bijzonder bedankt. Deze dankbetuiging gaat ver gezeld van de overhandiging van boekenbonnen. Vervolgens richt de heer Pirenne zich tot de leden van het organisatie-comité, de dames Leuring en Wentholt en de heren Graafhuis en Masselink, aan wie een wijngeschenk ter hand gesteld wordt. Eerst wordt dank gebracht aan de heer Graafhuis, als voorzitter van het organi satie-comité en als coördinator van de vragen, die uit de groepsdiscussies naar voren gekomen zijn. Ook de gedachte om in groepen te discussiëren is van de heer Graafhuis afkomstig. Hij is een soort all-round manager, die in onze vereniging niet gemist kan worden. Mevrouw Leuring wordt in het bijzonder dank gebracht voor de belangrijke rol, die zij in de gehele administratie gespeeld heeft. Mejuf frouw Wentholt, vertegenwoordigster van de Gemeentelijke Archiefdienst van 's-Gravenhage, die een uitstekend verhaal over de geschiedenis van de boulevard van Scheveningen geschreven heeft en op de eerste dag een geweldige inleiding verzorgd heeft in de Visserskerk aldaar, wordt eveneens hartelijk bedankt. Haar wordt gevraagd namens het congres dank te betuigen aan de heer Mensonides, ge meentearchivaris van Den Haag en regent van de Morrenstichting, die niet aan wezig kon zijn. De heer Masselink wordt bedankt voor zijn groot aandeel in de algemene gang van zaken. Aan de zes discussieleiders, de heren Van Albada, Van Bree, Downer, Halfman, Poelstra en Vriens, wordt onder dankbetuigingen dezelfde attentie aangeboden. Last but not least is er een dankwoord en een geschenk voor de ploeg voor de ge luidsinstallatie en tekstverwerking, mevrouw Spijkman en haar assistent, de heer Van Broekhoven, van de Gemeentelijke Archiefdienst van Rotterdam. De voor zitter verzoekt hen de dank van het congres over te brengen aan de heer Renting, gemeentearchivaris van Rotterdam en oud-voorzitter van de vereniging, die zelf deze studiedagen niet kon bijwonen. Aan de heer Van Meerendonk wordt, als directeur van de Morrenstichting, gevraagd om dank te brengen aan de directie van het hotel voor de bijzondere goede zorg, die aan allen besteed is. Vervolgens be dankt de heer Pirenne de binnen- en buitenlandse gasten voor hun deelname. De voorzitter besluit zijn betoog als volgt: 'Een archivaris is altijd geneigd tot as sociëren, dat is een beetje zijn vak. Hij moet soms bepaalde feiten toepraten naar een jubileum, hij moet af en toe zijn gegevens wel eens zo sorteren dat er iets uit komt, waarmee een overheidsbestuur iets kan doen. Zo las ik gisteren in het werk stuk over Scheveningen van mejuffrouw Wentholt over die grote bioscoop, het 'Palais de Danse', waarin de 9de juni 1896 de eerste vaste bioscoop in Nederland werd gevestigd. Daarin draaiden verschillende films, die we, met enige fantasie, kunnen toepassen op de situatie van nu: 'l'arrivée du train', dat was dan gisteren. Het thema 'l'arroseur arrosé' mag men volgens mijn Belgische vriend Wijffels zó vertalen: dat degene die met de tuinslang sproeit het risico loopt, dat hij het water op zijn nek krijgt. Als men een lezing houdt of bepaalde uitgangspunten stelt, dan 396 is men meestal de dupe van zijn eigen creativiteit en inventiviteit. Men moet er een vervolg op schrijven, er nog wat dieper op ingaan. Dat geldt dan voor onze sprekers, die moeten doorgaan met hun werk en dus 'arroseurs arrosés' zijn gewor den. Dan werd daar ook nog de film gedraaid 'Sortie de l'usine Lumière' we hebben hier licht opgedaan, al zijn er misschien nog duistere gebieden. Het zijn toch twee lumineuze dagen geweest, het is een soort fabriek van cratief denken geweest. Die fabriek gaat nu uit. Ik wens u nog een goede maaltijd, een goede reis en hartelijk dank voor aanwezigheid in zo groten getale. Hopelijk mogen wij dit een volgend jaar in stijgende lijn voortzetten. Ik dank u wel.' 397]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 39