of de leden van onze vereniging en onze gasten van mening zijn, dat deze vorm van discussiëren beter is dan tot nu toe het geval is geweest. Kunnen we op deze manier doorgaan of moeten we nog een andere oplossing zoeken. Kan de voorzitter deze vraag aan de orde stellen'? Wij hebben ons best gedaan (applaus). Pirenne dankt de heer Graafhuis die als stemme des volks blijkbaar goed is over gekomen. Hij geeft nog even het woord aan de heer Wijffels, in aansluiting op de discussie. Wijffels: Ik was eerst van zins alleen een woord te zeggen in verband met de con ferentie van meneer Dekker. Maar uit de discussie is een tweede punt naar voren gekomen, n.l. het gebruik van de computer (en dat betreft dan ten tweede ook meneer Van der Laan). In het algemeen, en ik zeg dit niet om meneer Dekker een plezier te doen en onplezier aan anderen, ben ik zijn mening volledig toegedaan wat betreft het aanleggen van uitgebreide, lange, van critische apparaten voorziene regesten. Het korte regest is volgens mij voldoende. Eén van de argumenten, die meneer Dekker niet naar voren heeft gebracht, is het volgende. Ik ben mediaevist, ik heb enorm veel regesten gebruikt. En nooit heb ik een gegeven uit een regest ge haald zonder naar het origineel te gaan; een historicus, een mediaevist gaat toch altijd naar het origineel. Dan wilde ik iets zeggen over het kort regest: dat kan gebruikt worden voor de computer. In Luik is een experiment aan de gang het is inmiddels bijna voorbij, want we gaan nu over tot het drukken. Er worden korte regesten gemaakt van een drieduizend ordonnanties van de bisschoppen van Luik. Het gaat om geformali seerde regesten. Niet alleen die regesten worden gepubliceerd, maar ook een index. Maar die index wordt niet uitsluitend gemaakt op de regesten dat zou betrek kelijk mager zijn maar op de gehele inhoud van de stukken. Het zijn zeventiende en achttiende eeuwse ordonnanties, die gedrukt zijn. Na het experiment op de ge drukte ordonnanties zullen wij overgaan tot een experiment op een oorkondenschat van de middeleeuwen. Wat het gebruik van de computer betreft, ik begrijp absoluut niet waarom men in Amsterdam overgaat tot indicering volgens oude methoden, waar de computer werkelijk het gedroomde instrument is om mee te werken. Vol gens mij zou u uw materiaal moeten programmeren voor een computer. Ik weet niet of iemand zich op de hoogte heeft gesteld van de programmering van een index op computer? Want, als u later uw zaak moet transponeren om het op com puter te brengen, dan zult u enorm veel tijd moeten besteden aan het gereedmaken voor de computer. Begrijpt u? Amsterdam moet toch mogelijkheden hebben; de stad beschikt over een computer. U zou toch wel een half uurtje per week over die computer kunnen beschikken? Bijna alle instellingen in België, die over een com puter beschikken, hebben geen volledige timing; ze betalen 24 uur huur, maar soms bijv. in de Koninklijke Bibliotheek gebruiken ze hem maar één uur. Ik heb nog geen rode duit uitgegeven voor computerwerk. We hebben één experiment dat af is, twee die aan de gang zijn en drie die nu geprogrammeerd worden. Dat gebeurt op de computer van de universiteit van Luik, waar tijd op de computer ter 394] beschikking is; er is overleg tussen de archivaris en de historici van de universiteit in dit opzicht. Het enige waar ik tussen zou en zal komen in de toekomst is ten aanzien van de aankoop van kaarten, disken enz. Dat is allemaal niet zo duur. Ik geloof, dat u dat probleem zou moeten onderzoeken. Pirenne dankt de heer Wijffels en beëindigt de discussie hierover uit tijdnood: Ik denk, meneer Van der Laan. dat Amsterdam een beetje de gevolgen ervaart van iedereen, die het eerst met een project begint. Je begint dan met een eigen systeem en bent dan ergens de dupe van je vooruitstrevendheid. (Interruptie Van der Laan: wij zijn niet de eerste, hoorde ik van de heer Ribberink. Pirenne: goed, maar toch wel een der eersten op deze schaal.) Ten aanzien van archieven en computers is het u misschien bekend er heeft ge loof ik nog niet veel over in het 'Archievenblad' gestaan dat er een commissie is geweest of eigenlijk nog bestaat, de commissie 'Archieven en Automatisering', onder voorzitterschap van de oud-voorzitter van de V.A.N., de heer Renting, die ook het voorzitterschap op zich heeft willen nemen van de commissie 'Archieven en Gewestvorming'. Daarvan is nu een werkpapier klaar, dat in het 'Archievenblad' zal worden gepubliceerd. Dat zal dan weer leiden tot het ontstaan van twee kleine commissies. Eén, die in samenwerking bijv. met de S.O.D., met de afdelingen Post en Archiefzaken, de belangen van de automatisering zuiver in de administratieve sfeer wil afwegen, althans, daarin een zekere inspraak zou willen realiseren van de kant van de archivarissen. En een andere commissie, die juist meer de mogelijk heden van het indiceren, van het gebruiken van de computer voor het wetenschap pelijk onderzoek zal bestuderen. Interruptie Ketelaar: Misschien wil de voorzitter nog wijzen op de cursus 'Voortge zette Vorming Computer en Archieven' van de rijks archiefschool volgend jaar. Pirenne: Ja, een cursus voortgezette vorming over archieven en automatisering zal worden opgezet. En dat zal daarom juist zo belangrijk zijn, omdat bij de bemanning van de commissies blijkt, dat we natuurlijk in ons midden toch nog een echt alpha-milieu, gelukkig zo weinig mensen hebben die hierover met kennis van zaken kunnen praten. Het moet toch voorkomen worden, dat over 25 jaar alle archivarissen ingenieurs zijn. Ik wil toch ook graag nog de historici en de juristen daarin een plaats geven. Vervolgens spreekt de voorzitter zijn waardering uit voor het feit, dat de redactie van 'Interactie', met name de heer Van Geldorp, een extra C.R.M.-editie, gewijd aan de studiedagen, heeft doen verschijnen.1 Daarna gaat hij over tot de afsluiting van de studiedagen en tot het bedanken van allen, die het congres mogelijk gemaakt hebben. Bijzondere dank wordt betuigd aan de IVde afdeling van het Algemeen Rijksarchief, die met volledige steun van de algemene rijksarchivaris die ook 1 Opgenomen in: Trefpunt van november 1973 en Overheidsdocumentatie van december 1973 (met naschrift van W. N. Berends). [395]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 38