op het overbodige af, toch ook die charters nog even in het kort aanduiden. We
zien overigens vaak hetzelfde bij Muller en Fruin, bij wie het regest en de uitvoerige
beschrijving in de inventaris elkaar niet zoveel ontlopen. Ik zou dus die uitvoerigheid
wat willen inperken, maar verder vind ik het niet zo erg dat stukken, omderwille
van de volledigheid, op twee plaatsen genoemd worden. Ik zou in zo'n geval dus
liever een lijst van alle charters maken.
Formsma: Dus van alle korte beschrijvingen, op het gevaar af van talrijke dou
blures?
Dekker: Ja.
Kort: Wat ik hier hoor over het maken van regesten van losse charters, als die ook
al in de inventaris worden genoemd dat staat mij helemaal tegen. Wat ik mij
had voorgesteld was precies het tegenovergestelde: we nemen die allemaal heel
keurig op in de inventaris en zijn dan helemaal van het idee van die losse charter-
lijst af. Ik dacht dat dat ook de bedoeling van de heer Dekker was, als ik dat goed
begrepen heb, met zijn aanval op regesten. En wat we nu gaan zitten doen is die
via een omweg toch weer introduceren, niet? U maakt dan alles dubbel op.
Dekker: Ja. Ik zie daar niet zo'n bezwaar in. Wat wou u nu weglaten?
Kort: Dan kan die charterlijst weg.
Dekker: Goed. Als u een inventaris hebt, waarin heel veel charters expliciet behan
deld kunnen worden, dan zou u eens kunnen bekijken of het nu wel nodig is om
die allemaal te herhalen. Maar in een ander archief, waar veel charters samengaan
eigendomstitels met twee, drie, vier tot tien retroacta erbij bijv. dan vind ik
het toch wel nodig om die te noemen. En zitten daar dan eigendomsoverdrachten
tussen zonder retroacta, als u die dan wilt weglaten geef het dan in ieder geval
aan. Ik vind: de archivaris moet wel vrijheid hebben, maar hij moet ook verant
woording afleggen van wat hij doet. Het moet duidelijk zijn voor de gebruiker. Per
soonlijk zou ik dan ook die stukken, waar geen retroacta bij zitten en die ik al ge
noemd heb, in de charterlijst laten compareren.
Kort: Ik zie, dat er in ieder geval al één belangstellende is voor een toekomstige
inventaris van de grafelijkheid van Holland. Ik kan u dan zeggen, dat ik daar zelf
mee bezig ben. En ik had mij zeker niet voorgesteld om daar nog een charterlijst
bij te maken. Dus u zult het waarschijnlijk wel moeten doen met die loutere in
ventaris.
Pirenne: U maakt dus ook geen regestenlijst?
Kort: Neen, dat was niet de bedoeling.
Dekker: We hebben gelukkig altijd nog de zestiende eeuwse inventaris van de char
ters Suys.
388
Vraag 17: Er is een groep die vindt, dat de heer Dekker te veel op de nadelen van
het regest heeft gewezen en de voordelen nauwelijks aan de orde heeft gesteld. In
een andere groep is één van die voordelen naar voren gekomen en wel, in tegen
stelling tot wat de heer Dekker gezegd heeft, dat het regest toch wel degelijk voor
de historische onderzoeker van belang is. Graag de mening van de heer Dekker.
Dekker: Dat wil ik niet ontkennen. Natuurlijk, ik heb zelf ook met regesten gewerkt,
het is van belang, zonder meer. Dat ik de nadelen sterker beklemtoond heb dan de
voordelen, dat heb ik bewust gedaan. De voordelen zijn genoeg benadrukt. Mijn
bedoeling is het regest discutabel te stellen. Ik vind, dat juist de nadelen en dan
niet van een regest op zich, maar van het maken van regesten van met name grote
fondsen wel eens sterk overwogen moet worden. En m.i. weegt dit niet zo
zwaar als je alleen maar één regest beziet en evenmin bij een regestenlijstje van een
heel klein archiefje. Maar het vanzelfsprekende van regestenlijsten, als nadere toe
gang op de inventaris ja, ik vind dat heel duidelijk beklemtoond moet worden,
aansluitend ook bij wat Heringa heeft gezegd, dat dat niet doenlijk is.
Essink: Ik ben archivaris in het Land van Cuyk en wij zijn ook nogal geconfron
teerd geweest met verschillende middeleeuwse charters. Daar zijn dan regesten
van gemaakt, ook door mijn collega Douma. De laatste jaren zijn wij ook bezig met
het maken van regesten van de rechterlijke archieven, en wel de voluntaire afdeling.
Nu gaat het om die stelling: het samenstellen van een regestenlijst conform de
'Handleiding' is een uitermate tijdrovende bezigheid. Accoord. Maar de tijdro
vendheid wordt nog meer bevorderd door het feit, dat een archivaris soms weken-
of maandenlang niet in staat is regesten te maken, doordat hij zich genoopt ziet
allerlei karweitjes op te knappen. Een archivaris, die praktisch dagelijks regesten
maakt, zal veel vlugger opschieten en efficiënter werken dan een archivaris, die
slechts te hooi en te gras bezig is met het vervaardigen van regesten. Zelf maak ik
per week ca. drie en een halve dag per week dan gemiddeld negentig a hon
derd regesten in kladvorm en wel aan de hand van de minuten, die voorkomen in
de rechterlijke archieven van het Land van Cuyk, voluntaire jurisdictie. Regesten
hebben, dat zei ook de heer Dekker, toch wel een historische betekenis.
Wat het formalisme betreft: bij de rentebetalingen e.d. spreken we niet van Der
tienavond of van Driekoningenavond, maar gewoon van 5 januari; Lichtmisavond
is bij ons 1 februari etc. etc.
Dekker: Ik ben het daar wel mee eens. Ik heb in ander verband juist de inventaris
van de heer Douma bestudeerd. Zijn manier van regesten maken vind ik voor dit
archief volkomen verantwoord. Hij heeft inderdaad talrijke overbodige franjes ach
terwege gelaten en het archief is niet immens groot. Ik vind dat prima. En wat die
buitengewone omstandigheden betreft, dat een archivaris slechts een paar dagen
per week aan die objecten kan werken, dat moet je gewoon verdisconteren in je
planning; daar moet je dan mee rekenen als je zo'n zaak aanpakt.
389