dat hij een voortreffelijk voorzitter van zo'n tuchtcollege zou zijn. De straffen zouden meevallen! Dekker: Ik heb een suggestie van één van de deelnemers op mijn tafel gekregen, nl. om de regesten te bewaren voor dwangarbeid, op te leggen door dat in te stel len tuchtcollege. Fox: Als de leden van dat tuchtcollege een ambtelijke status zouden moeten heb ben, dus rijksambtenaar zouden zijn, dan vrees ik, dat ze de Nederlandse nationali teit zouden moeten hebben, dus dat anderen niet in aanmerking komen. Pirenne: Och, wetten zijn er om andere mogelijkheden te zoeken! Vraag 6. De heer Wijffels is van mening, dat we beter tien middelmatige inven tarissen dan één goede kunnen hebben; hij heeft zich althans in die geest uitgelaten. Dat is ook in de groepen gebeurd, vandaar de vraag: wat vindt het forum hiervan? Mentink: Er is wel gezegd, en het wordt nog gezegd en zal in de toekomst ook wel gezegd worden, dat men op de archiefschool zo zwaar op de hand en zo streng in de leer is; ik kan er wel aan toevoegen, dat die kwalificatie met name op mijn per soon wordt toegepast. Welnu, die kwalificatie draag ik met graagte en ik zal ook zeggen waarom. Als we niet in dat eerste jaar tot een zo goed mogelijk samenspel komen en daar ontbreekt, dat geef ik toe, nog genoeg aan tussen de Rijks archiefschool en de verschillende mentoren en door dat samenspel tot een zo goed mogelijke opleiding, waarbij dan ook alle aspecten bij wijze van spreken ideaal typisch worden weergegeven en waarbij de mensen zo veel mogelijk tot in de details toe wordt geleerd, hoe het eigenlijk wel zou moeten als dat in dat eerste jaar niet gebeurt, gebeurt het nooit meer. Ik vind het ook juist, dat het dan in het ver volg van de loopbaan van die archivaris niet meer gebeurt en dat het ook afzwakt; dat moet, dat kan ook niet anders. Maar ik ben er een sterk voorstander van, dat het in dat eerste jaar in ieder geval goed gebeurt. Daarmee kom ik bij de vraag. Ik geloof, dat ik het zo zou kunnen stellen: als het in dat eerste jaar zo goed mogelijk gebeurt, dan kunnen we met enige gerustheid de mensen op hun archieven loslaten. Dan kunnen we twee dingen combineren: een zo goed mogelijke inventaris én het feit dat iemand het gaandeweg minder zal gaan doen; maar ik geloof dat die twee elkaar niet uitsluiten. Al naarmate men het beter geleerd heeft, zullen er ook meer en betere inventarissen komen. Er hangt natuurlijk veel van het blijven inventariseren af. Ik ben dus de mening toegedaan, dat de ar chiefschool de twee standpunten ten aanzien van kwantiteit en kwaliteit der inven tarissen wat naar elkaar toe zou kunnen brengen. Ik meen van u meneer Wijffels, ook begrepen te hebben, dat dat juist ook uw grote zorg is in België, dat er geen archiefschool is en dat daardoor waarschijnlijk het niveau van de inventarissen zo uiteenloopt. Fox: Ik zou mij bij de heer Mentink willen aansluiten, maar misschien nog iets sterker willen laten uitkomen, dat ik dit een onaanvaardbaar alternatief vind, dat ik dan ook zou willen afwijzen. Het is natuurlijk zo, dat middelmatige inventarissen 378 ook een zeker nut kunnen afwerpen. En als wij nu spreken over middelmatige in ventarissen die in het verleden tot stand zijn gekomen, dan wil ik dus graag erken nen, dat er nog wel een zeker nut aan verbonden is. Maar als wij dit bezien vanuit het oogpunt van de programmering in de toekomst, dan zou ik toch zeggen: als wij een bepaalde taak te verrichten hebben, dan moeten wij er naar streven die taak zo goed mogelijk te verrichten; dan moet ons streven altijd gericht zijn op een goede inventaris en niet op een middelmatige. Bervoets: De vraag is deze: als we een alternatief gaan stellen 'beter tien middel matige dan één goede inventaris', dan krijgen we het volgende probleem. Als we uit gaan van het archief als een organisch geheel, dan kunnen we vooraf toch niet zeggen, dat het archief zich voor een middelmatige inventarisatie leent? Je bent ge woonweg gedwongen eerst de structuur van het archief op te sporen, dan dat ar chief te beschrijven om vervolgens na te gaan of er wat meer werkzaamheden ver richt zullen worden. Maar het toegankelijk maken van het archief en de indeling van het archief, die zijn toch altijd gegeven. Dus je blijft altijd dezelfde kwaliteit inventarissen houden: de kwaliteit van de inventaris wordt soms gedeeltelijk door het archief voorgeschreven. Je kunt niet zo maar zeggen: nou gaan we een middel matige inventaris maken. Dat kan gewoon niet. Smeets: Ik geloof, dat de achtergrond hier, die ik ook al enigszins proef in de op merkingen van de heer Wijffels uit België (in Maastricht komen we natuurlijk ook veel met Belgische inventarissen in aanraking) ik geloof, dat achter de hele zaak zit, dat we niet moeten gaan stellen: goede en middelmatige inventarissen. Ik ge loof, dat het archiefwezen tot nu toe het Nederlande archiefwezen aan per fectionisme heeft geleden. En van dat perfectionisme is het gevolg geweest, dat we veel te weinig geïnventariseerd, althans veel te weinig inventarissen gepubliceerd hebben. Nu weet ik niet of dat misschien een speciale Maastrichtse eigenschap ge weest is iemand die de Maastrichtse toestanden van vroeger iets beter kent, die weet misschien wel wat ik bedoel. Maar het is wel zo, dat er al te veel inventarissen op fiches staan, die nog niet helemaal klaar zijn, en die na twintig jaar volkomen de mist in gaan. En ik geloof juist: dat perfectionisme, daar moeten we het op hebben. En als ik dat dan vergelijk met Belgische inventarissen, die inderdaad min der perfect zijn, minder gedetailleerd misschien, hier of daar een indeling die ook wel eens anders zou kunnen zijn want dat is toch ook heel vaak bij het inven tariseren: je kunt verschillende oplossingen vinden maar wil je het perfect doen, dan blijf je over die oplossing niet twee dagen maar drie maanden dubben; met het gevolg dat die inventaris helemaal niet klaar komt. Ik ben er dus vóór: liever een inventaris die misschien een tikkeltje minder volmaakt is dus dan spreek ik niet over een middelmatige, maar over een inventaris die minder volmaakt isdan een inventaris die zo perfect is, dat niemand (zelfs de heer Fox niet) er nog iets uithaalt. Nogmaals, ik ben er voor: laten we meer inventarissen maken, die mis schien minder perfect zijn, maar die op een goede manier de zaken toegankelijk ma ken. En dat moet ik dan ook zeggen van de Belgische inventarissen meneer Wijf fels, neem mij dat niet kwalijk ze zijn misschien minder perfect, ze zijn minder 379

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1974 | | pagina 30