xAm Het pronkstuk van de paltsgraaf Op 27 Januari 1951 is bij acte ten stadhuize van Amsterdam verleden voor E. Th. Scheltinga Koopman, notaris aldaar1, opgericht de Stichting tot Bevordering der Notariële Wetenschap; oprichters waren de heren Mr. A. Pitlo, hoogleraar, en H. A. Warmelink2 en K. Abma, notarissen. Naar uit de naam genoegzaam blijkt, heeft de Stichting ten doel het bevorderen van de beoefening der notariële weten schap; dit doel tracht zij te bereiken vooreerst, om met de termen der acte te spre ken, door het scheppen van een studiecentrum, vervolgens door het stichten en instandhouden van een bibliotheek, in de derde plaats door het aanleggen en con serveren van een verzameling voorwerpen van historisch belang voor het notari aat Studiecentrum en bibliotheek zijn sinds 8 November 1952 gevestigd in het pand Herengracht 278, Amsterdam (C.), waar ook de verzameling is ondergebracht. Tn de loop van meer dan twintig jaren 3 heeft het boekenbezit van de Stichting zich aanmerkelijk uitgebreid: reeds de in 1963 verschenen catalogus 4 telt 2579 titels. Wat betreft de collectie: vermelding verdienen allereerst de meer dan tweehonderd z.g. jetons de présence 5, uit de periode 1715-1893 daterende zilveren penningen die op de vergaderingen der Franse kamers van notarissen ten bewijze van hun aanwezigheid aan de leden werden uitgereikt om ter betaling van hun honorarium en ter vergoeding van de door hen gemaakte kosten te dienen. Anderzijds wordt, onder meer, met de nodige omzichtigheid gewerkt aan de vorming van een betrek kelijk kleine, maar belangwekkende collectie archivalia: met de nodige omzichtig heid, want, in tegenstelling tot handschriften, zijn archiefbescheiden nu eenmaal naar hun aard bestemd om te berusten niet in een verzameling, maar in een archief, d.w.z. onder het bestuur dat of de persoon die ze heeft ontvangen of opgemaakt. 1 Overleden 16 mei 1964 alvorens te zijn gedefungeerd; zijn protocol berust thans on der notaris H. Willemsen. 2 Gestorven 11 november 1959. 3 Zie Pitlo (A.), In de loop van twintig jaren, in Weekblad voor privaatrecht, notaris ambt en registratie CII (1971), p. 61 t/m p. 64. 4 Catalogus van de bibliotheek der Stichting tot Bevordering der Notariële Wetenschap, Amsterdam, 1963. 5 Zie Gillet (R.), Jetons de présence des compagnies de notaires de France, Joinville, 1897, en Boudeau (E.), Jetons des compagnies de notaires de France, 2-de druk, Parijs, 1908. [252] v:r»-A r.' fStn«A-OfJ igfemr. cwrartM' fmm Jr? ïrtmrydJjfcftu f ÓMMïtWU Vf 1 Het charter vóór de restauratie. Bij K.B. d.d. 29 April 1971, nr. 59, benoemd tot notaris ter standplaats 's-Graven- hage, heeft nu Mr. L. van Solkema, die in het bestuur der Stichting voor de can- didaat-notarissen zitting had, haar bij gelegenheid van zijn uittreden aanvankelijk in bruikleen, weldra in eigendom gegeven het archiefstuk dat het onderwerp is van mijn artikel. Dit archiefstuk is te Dieren (gem. Rheden) door de schenker aan getroffen in een kist vol archivalia behorende tot de nalatenschap van mevrouw M. Kroese-van der Boon, overleden te Arnhem, in 1964, en cousine van zijn moe derlijke grootmoeder: de gehele partij was mevrouw Kroese aangekomen van haar vader, J. N. van der Boon, notaris te Doesburg van 1876 tot 1908. Gespecificeerd naar de uiterlijke vorm, is het stuk een charter. Aan de definitie van een charter voldoet het overigens niet geheel: het bestaat niet uit één blad, maar uit zeven in elkaar gevouwen en ingenaaide bladen perkament, dus uit wat men bij uitbreiding van betekenis noemt een katern. Is een acte een geschrift opge maakt om als rechtsgeldig bewijs van het daarin vermelde te dienen, de onderha vige acte, gegeven te Wenen, 5 Maart 1652, vermeldt dat Ferdinand III, keizer van [253

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1973 | | pagina 7