De aandacht wordt gevestigd op
Het Jaarverslag van het Hoogheemraadschap van Delfland 1972, waarin Mieke
Canneman schreef over de drie verguld zilveren hensbekers van het Hoogheem
raadschap: de Hertog Albrecht van 1648, de beker uit 1682 en de beker uit 1716.
Zij werden respectievelijk gebruikt in de Gemeenlandshuizen te Delft en Maassluis
en bij de vergaderingen van dijkgraaf en hoogheemraden te 's-Gravenhage en
Scheveningen. Uit de Hertog Albrecht is sinds 1795 niet meer gedronken. De beker
van 1682 is na 1837 incidenteel tot 1857 gehanteerd, de beker van 1716 na de
Franse tijd alleen nog in 1837.
De hensbekers worden met de bijbehorende hensboeken, waarin zij, die uit de
beker dronken, hun naam schreven, vaak vergezeld van dichtwerkjes, bewaard in
het Gemeenlandshuis te Delft. De beker van 1648 is gemaakt door Jeremias Mi-
cheel te 's-Gravenhage, vermoedelijk naar ontwerp van Pieter Post. De Haagse
zilversmid Herman van Gulik maakte de beker van 1682, de Delftenaar Cornelis
van Dijk die van 1716. De drie hensbekers zijn bij het artikel afgebeeld met de
bladzijde uit het hensboek bij de beker van 1682, waarop stadhouder Willem V
op 29 mei 1781 betuigde het welzijn van Delfland te Maaslandssluys met deze
beker te hebben gedronken.
Overheidsdocumentatie van maart 1973, waarin een bericht voorkomt over de ver
nietiging van calques uit het tekeningenarchief van de Dienst Publieke Werken der
gemeente Heerlen, die niet meer van belang zijn voor die dienst, nadat deze op
microfilm zijn opgenomen. De algemene rijksarchivaris heeft aan burgemeester en
wethouders medegedeeld geen bezwaar te hebben tegen deze vernietiging, daarbij
overwegende, dat de toestemming van burgemeester en wethouders tot vernietiging
afhankelijk zal zijn van de volgende voorwaarden:
a de microverfilming van de tekeningen zal geschieden volgens de Richtlijnen
voor het tekenen en verfilmen van technische tekeningen (normblad NEN 3526
van het Nederlands normalisatie-instituut);
b de duplicaat-opnamen van deze tekeningen zullen in het gemeentearchief wor
den bewaard;
c de door derden bij de Dienst Publieke Werken te Heerlen ingediende afdruk
ken van tekeningen worden naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats overge
bracht.
In Overheidsdocumentatie van april 1973 geeft B. M. Weetink een overzicht van
de evolutie der denkbeelden en de bestaande voorschriften omtrent openbaarheid,
toegankelijkheid en uitlening van archieven.
304]
Overheidsdocumentatie van mei 1973 opent met een reactie van ons bestuur op
de opmerkingen van S.O.D. voorzitter W. N. Berends aan ons adres uitgesproken
op de algemene vergadering van die organisatie te Zwolle op 19 oktober 1972 en
gepubliceerd in het decembernummer 1972 van Overheidsdocumentatie. De heer
Berends besluit zijn naschrift met de opmerking, dat het de S.O.D. verstandig lijkt
deze kwestie enige tijd te laten rusten. Uit Overheidsdocumentatie van juni 1973
blijkt, dat de verstandhouding tussen de Vereniging van Archivarissen en de S.O.D.
op de Studiedagen van laatstgenoemde begin mei verbeterd is, al klopt niet hele
maal, wat in het zelfde juninummer staat over een gezamenlijke vakopleiding. In
het septembernummer werd daaromtrent een rectificatie opgenomen.
Trefpunt van juli/augustus 1973, waarin een bericht over samenwerking op archief-
gebied. Op 14 juni vergaderde de adviesraad voor culturele samenwerking tussen
de landen van het koninkrijk in het Algemeen Rijksarchief. Een tentoonstelling
van prenten, kaarten en bescheiden en bezichtiging van overheids- en particuliere
archieven gaven een indruk van de nauwe bestuurlijke betrekkingen tussen deze
gebieden in de afgelopen drie eeuwen. In een open discussie werden de mogelijk
heden tot samenwerking besproken. Van de zijde van het Algemeen Rijksarchief
werd daarbij verwezen naar het intensieve contact met Indonesië. Aan het overleg,
dat geleid werd door oud-minister dr. G. Veringa, werd deelgenomen door het
hoofd van de directie Musea, Monumenten en Archieven, de heer P. J. Yperlaan,
en door vertegenwoordigers van de centrale afdeling Internationale Betrekkingen,
beide van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. In het
kader van de archiefsamenwerking zal dr. A. F. Paula, hoofd van het Centraal His
torisch Archief van Curasao, een werkbezoek van drie maanden brengen aan het
Algemeen Rijksarchief.
In Trefpunt van september 1973 staat n.a.v. de begroting voor 1974 het volgende
over de archieven:
'Als gevolg van de beperking van de financiële middelen moest in 1973 de uitbrei
ding van de personeelsformatie achterwege blijven. Hierdoor komt de wettelijke
verplichting van openbaarheid van de rijksarchieven, alsmede het dienstbetoon van
de rijksarchiefdienst in gevaar. Dankzij de goede contacten met het departement
van Defensie is het in 197^ mogelijk gebleken enkele tientallen gewetensbezwaarden
bij de rijksarchiefdienst te werk te stellen.
De Rijks Archiefschool breidt zich gestadig uit om te kunnen voldoen aan de
groeiende vraag naar hogere en middelbare archiefambtenaren.
Aan de deplorabele huisvesting van het Algemeen Rijksarchief zal binnen afzien
bare tijd een einde komen, aangezien de nieuwbouw in de planning van de Rijksge
bouwendienst voor het jaar 1974 is opgenomen.'
De begroting van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk 1974 beloopt in to
taal 4.240.237.100. Voor 1973 was toegestaan 3.071.150.000. Voor Culturele
Zaken is dat 233.238.500 en 191.288.900. Voor de archieven 9.582.500 en
7.732.700.
305