Mededelingen van het bestuur
J. Th. M. Giesen te Baarlo wordt: Schimmelpenninckstraat 15, Zevenaar
G. H. de Kinkelder te 's-Gravenhage wordt: Trompstraat 308, 's-Gravenhage
Drs. R. C. J. van Maanen te Leiden wordt: Spieghelstraat 42, Leiden
A. Mensema te Zwolle wordt, Luttekestraat 30, Zwolle
D. J. Moes te Amsterdam wordt: van Nijenrodeweg 742, Amsterdam-Buitenveldert
E. J. Nandorff te 's-Gravenhage wordt: Pijnboomstraat 92, 's-Gravenhage
H. Peschar te 's-Gravenhage wordt: Van Loostraat 97, 's-Gravenhage
B. J. van der Saag te IJsselstein wordt: Juliana van Stolberglaan 23, Lopik
Mej. H. Ch. Schoonhoven te Utrecht wordt: Simon Stevinlaan 24, Soesterberg
L. E. G. Schwidder te Amsterdam wordt: Beethovenstraat 9 I, Amsterdam-Nieuw Z.
W. K. van der Veen te Groningen wordt: Coendersweg 91, Groningen
Mr. J. Veldman Boer te Rijswijk wordt: V. d. Poest Clementlaan 6, Poortugaal
Th. P. H. Wortel te Alkmaar wordt: Bannewaard 52, Alkmaar
Rectificatie:
Mr. C. van Heel te Middelburg moet zijn: Mr. Caspar van Heel
Afgesloten 13 augustus 1973
Aanvulling en wijziging Staat Archiefwezen
Aanvulling en wijziging lijst van archiefconsulenten van de Nederlandse Hervormde
Kerk zie Ned. Archievenblad 1972, blz. 130-131).
drs. J. Allersma (classis Appingedam)
W. B. Heins (II) (classis Amersfoort, ring Zeist)
dr. J. Heringa (1) (classes Assen, Meppel en Emmen)
ds. W. P. J. Osinga (classis Assen, ring Gieten)
ds. J. Pannekoek (classis Haarlem, ringen Haarlem en Haarlemmermeer)
J. W. van Petersen (II) (classis Zutphen, ring Zutphen)
Archief van de Remonstrantse Broederschap
p.a. Remonstrantse Gemeente van Amsterdam,
Herman Gorterstraat 31, Amsterdam Zuid
Archivaris van de Broederschap: Drs. P. M. Luca, Lomanstraat 44, Amsterdam
Zuid; tel. 020-791648.
[240]
Werkgroep automatisering
De werkgroep automatisering van de Vereniging van Archivarissen in Nederland
werd door het bestuur ingesteld naar aanleiding van de bijeenkomst in het gebouw
van de Gemeentelijke Archiefdienst te Rotterdam op maandag 29 november 1971,
waaromtrent door de heer H. W. van Veldhuizen verslag is uitgebracht in het Ne
derlands Archievenblad van 1972 op de bladzijden 21-29. De werkgroep heeft drie
maal vergaderd, nl. op 1 februari, 2 april en 29 augustus 1973. Zij heeft de haar
opgedragen taak afgerond met een verslag van haar bevindingen, dat met een
aantal suggesties voor door het bestuur te treffen maatregelen op 17 september
1973 aan het bestuur werd toegezonden. Voorzitter en secretaris van de werkgroep
hebben verslag en suggesties op 22 oktober met het bestuur besproken, waarna de
werkgroep is ontbonden onder dankzegging voor haar werkzaamheden.
Het bestuur zal zich naar aanleiding van de suggesties tot een aantal autoriteiten
en besturen richten ten einde de aandacht te vestigen op het archiefkarakter van
de computerbescheiden en de daaruit voortvloeiende consequenties. Over de sa
menstelling der door de werkgroep voorgestelde commissies beraadt het bestuur
zich.
De volgende acht punten werden door de werkgroep, bestaande uit de heren drs.
R. A. D. Renting (voorzitter), H. W. van Veldhuizen (secretaris), mr. A. L. G. M.
van Agt, drs. H. Bordewijk, H. H. M. Dinkgreve, E. A. Hemken, mr. J. H. van
den Hoek Ostende, T. van der Hoek, mr. K. Schaap, dr. J. E. A. L. Struick, mr.
J. H. de Vey Mestdagh en drs. J. D. Winsemius naar voren gebracht:
Aanbevelingen werkgroep
1 Gelet op de definitie van het begrip 'archiefbescheiden', in artikel 1 van de
Archiefwet 1962 en de destijds door de staatssecretaris van onderwijs, kunsten en
wetenschappen daarop gegeven toelichting, moeten computerbescheiden van de
overheid tot de archiefbescheiden worden gerekend.
Omdat wij de stellige indruk hebben dat niet ieder, die in deze bepaalde verant
woordelijkheden draagt, zich van dit feit voldoende rekenschap geeft, lijkt het ons
dringend gewenst dat het voorgaande duidelijk in de Archiefwet 1962 wordt vast
gelegd. Wij stellen u voor een verzoek hiertoe te doen uitgaan aan de minister van
cultuur, recreatie en maatschappelijk werk.
Uwerzijds zou bedoelde minister er tevens op kunnen worden gewezen dat op dit
punt de gevolgen van de automatisering ook in andere wetten niet zijn voorzien
en daarom ook deze wellicht dienen te worden aangepast. Om de aanvulling van
de Archiefwet 1962 echter zo min mogelijk te stagneren, dient o.i. voorkomen te
worden dat deze wordt gekoppeld aan de wijziging van andere wetten. Wij menen
[241]
hRr