standbeeld b.v. (en het verkopen, dus openbaar maken, van die verveel
voudiging) was dus geoorloofd.
1.8.5.2.1. Artikel 18 is echter gewijzigd. Thans is nog slechts toegelaten de verveel
voudiging of openbaarmaking van een verveelvoudiging van een blijvend
op of aan de openbare weg zichbaar opgesteld teken-, schilder-, bouw
en beeldhouwwerk enz. indien het werk daarbij niet de hoofdvoorstelling
vormt en bovendien de verveelvoudiging door grootte of werkwijze een
duidelijk verschil vertoont met het oorspronkelijk werk en zich, voor
wat bouwwerken betreft, tot het uitwendige bepaalt. Thans is dus voor
het publiceren van een foto van een beeldhouwwerk dat blijvend aan de
openbare weg is opgesteld in een fotoboek enz. toestemming van de ma
ker nodig. Zie 1.8.2.6. voor wat betreft een korte opname in een actuele
foto-, film- of televisiereportage.
Ingevolge het overgangsartikel III is uitgave van gedrukte geschriften
die in geheel dezelfde vorm worden uitgegeven als waarin dit reeds vóór
7 januari 1973 is geschied, geoorloofd. Foto's (met name prentbriefkaar
ten) die op grond van het oude artikel 18 vóór de inwerkingtreding van
de herziening zijn vervaardigd, mogen gedurende vijf jaar nog in het ver
keer gebracht worden.
1.8.5.2.2. De gemeente kan een in opdracht vervaardigd standbeeld blijvend in
een plantsoen tentoonstellen (hetgeen zonder toestemming van de recht
hebbende op het auteursrecht geoorloofd is zie 1.8.7.). De gemeente
mag echter van het beeld alleen foto's publiceren indien hetzij de maker
toestemming heeft gegeven, hetzij het auteursrecht geheel of gedeeltelijk
uitdrukkelijk aan de gemeente is overgedragen (zie 1.6.2.). Het zelfde
geldt b.v. ook voor een bouwwerk. Er zijn natuurlijk gevallen waarin
het auteursrecht aan de gemeente toekomt, b.v. wanneer de gemeente-
architekt het bouwwerk heeft ontworpen (zie 1.4.2.).
Portretten
Onderscheiden moeten worden portretten (schilderij, tekening, foto,
beeld, medaille enz.) in opdracht van of vanwege de geportretteerde
vervaardigd (1.8.6.1.) en portretten die niet in opdracht zijn vervaar
digd (1.8.6.2.).
De maker van een portret heeft op deze schepping het auteursrecht. Als
inbreuk op dat recht wordt volgens artikel 19 niet beschouwd de verveel
voudiging van het portret door of ten behoeve van de geportretteerde of,
na diens overlijden, zijn nabestaanden (ouders, echtgenoot en kinderen).
Het portret mag evenwel niet openbaar gemaakt worden. Betreft het
echter een fotografisch portret dan geldt de openbaarmaking in een
nieuwsblad of tijdschrift door of met toestemming van de geportretteerde
of een van zijn nabestaanden niet als inbreuk op het auteursrecht. Wel
moet dan de naam van de maker (als deze op of bij het portret is aan
geduid) vermeld worden.
1.8.6.
1.8.6.1.
[276]
Staat een aantal personen op een portret, dan is ieder van hen tot ver
veelvoudiging gerechtigd, doch ten aanzien van de portretten van de an
deren slechts met hun toestemming of, gedurende tien jaren na hun over
lijden, van hun nabestaanden.
1.8.6.2. Is het portret vervaardigd zonder opdracht, gegeven door of vanwege
(of ten behoeve van) de geportretteerde, dan mag de maker (rechtheb
bende op het auteursrecht) het portret niet openbaar maken, voor zover
een redelijk belang van de geportretteerde of zijn nabestaanden zich daar
tegen verzet (artikel 21). Het begrip redelijk belang is in de rechtspraak
nader uitgewerkt.
De publikatie van een overigens onschuldige foto van een groep men
sen, kan, in combinatie met een bepaald onderschrift, in strijd komen
met een redelijk belang van een der (toevallig) op de foto afgebeelde
personen.
1.8.7. Tentoonstelling van tekeningen en schilderijen door de eigenaar
De eigenaar van een teken-, schilder-, bouw- of beeldhouwwerk of van
een werk van toegepaste kunst mag dit (tenzij anders is overeengekomen)
zonder toestemming van de rechthebbende op het auteursrecht in het
openbaar tentoonstellen of een afbeelding daarvan, met het oogmerk het
werk te verkopen, in een catalogus publiceren (artikel 23).
Het openbaar maken op andere wijze dan door het ten toon te stellen
(bv. foto van het schilderij in het jaarverslag) is ongeoorloofd zonder
toestemming van de maker.
[277]