zijn vervaardigd (artikel 7). De vervaardiging van het werk door de werk
nemer moet hebben gestrekt ter vervulling van zijn verplichting uit de
dienstbetrekking, wil de werkgever als maker worden aangemerkt. De
rechtspraak neemt aan dat het aanvaarden van een opdracht buiten de
eigenlijke functie om een stilzwijgende eventueel tijdelijke wijziging
der dienstbetrekking kan betekenen, afhankelijk van de omstandigheden.
1.4.3. Aanneming van werk
In geval van aanneming van werk (dat is het tot stand brengen van een
bepaald werk tegen een bepaalde prijs) is de in 1.4.2. gegeven regeling van
het auteursrecht op een werk, in dienst van een ander gemaakt, niet van
toepassing.
1.5. Inbreuken op het auteursrecht
1.5.1. Het openbaar maken of verveelvoudigen van een werk waarop auteurs
recht rust is een inbreuk op het auteursrecht van de maker, behoudens
de uitzonderingen die de wet kent. Daarbij moet men bedenken dat de
wet niet alleen enige uitzonderingen uitdrukkelijk noemt (zie 1.8), maar
ook uitzonderingen heeft vastgelegd door, met gebruikmaking van juri
dische constructie, bv. het begrip 'voordracht in het openbaar' te om
grenzen (zie 1.5.2.3. en 1.5.2.4.).
1.5.2.1. Openbaar maken heeft in de Auteurswet 1912 een bepaalde betekenis.
Daaronder wordt nl. mede verstaan: de openbaarmaking van een ver
veelvoudiging van het geheel of een gedeelte van het werk;
de verbreiding van het werk of van een verveelvoudiging daarvan zolang
het niet in druk is verschenen;
de voordracht, op- of uitvoering of voorstelling in het openbaar van het
geheel of een gedeelte van het werk of van een verveelvoudiging daarvan
(artikel 12, eerste lid).
1.5.2.2. Uitlenen van een nog niet uitgegeven werk aan één persoon is geen ver
breiding, dus geen auteursrechtelijk ongeoorloofde openbaarmaking.
Wordt een nog niet in druk verschenen werk aan een ruime kring uitge
leend (bv. een manuscript dat aan een kring belangstellenden wordt rond
gezonden), dan wordt dit wel als openbaarmaking aangemerkt. Volgens
de rechtspraak valt ook toezending van niet-gedrukte exemplaren van een
werk aan zodanige personen, waarvan men weet dat zij die bij lezers ver
spreiden, onder het begrip openbaarmaken.
1.5.2.3. Besloten kring
Als voordracht, op- of uitvoering of voorstelling in het openbaar geldt
óók de voordracht enz. in besloten kring, tenzij (en op dit punt is de wet
gewijzigd) deze zich beperkt tot de familie-, vrienden- of daaraan gelijk te
stellen kring en voor de toegang tot de voordracht geen betaling, in welke
vorm ook, geschiedt (artikel 12, tweede lid).
268
Hetzelfde geldt voor een tentoonstelling (zie voor tentoonstellingen van
schilderijen, tekeningen enz. door de eigenaar van deze werken 1.8.7).
Voordracht t.b.v. onderwijs of wetenschap
Nieuw is de bepaling (artikel 12, derde lid) dat onder een voordracht enz.
in het openbaar niet begrepen wordt die welke uitsluitend dient
1. tot het onderwijs dat vanwege de overheid of vanwege een rechtsper
soon zonder winstoogmerk wordt gegeven, voor zover de voordracht
enz. deel uitmaakt van het leerplan;
2. of tot een wetenschappelijk doel.
Of voor de toegang tot de voordracht enige betaling wordt gevraagd is
hier, anders dan bij de voordracht in besloten kring, niet van belang.
V erveelvoudigen
Evenals het begrip openbaarmaken heeft ook het begrip verveelvoudigen
in de Auteurswet 1912 een uitgebreide betekenis. Artikel 13 verstaat on
der de verveelvoudiging van een werk mede de vertaling, de muziekschik
king, de verfilming of toneelbewerking en in het algemeen iedere gehele
of gedeeltelijke bewerking of nabootsing in gewijzigde vorm welke niet
als een nieuw, oorspronkelijk werk moet worden aangemerkt.
Onder het verveelvoudigen word took verstaan (artikel 14) het vastleggen
op enig voorwerp dat bestemd is om een werk ten gehore te brengen of
te vertonen. Hiermede wordt bedoeld de drager (geluids- of beeldband,
plaat, cylinder enz.), niet de apparatuur, zoals een band- of videorecor
der. De wet onderscheidt niet op welke wijze het voorwerp dat bestemd is
om een werk ten gehore te brengen of te vertonen, moet zijn vervaardigd
om als verveelvoudiging te worden aangemerkt. Het vastleggen op ge
luidsband, videoband enz. van een werk dat uitgezonden wordt door ra
dio of televisie is dus een auteursrechtelijke verveelvoudiging en, tenzij
een van de uitzonderingen van toepassing is (zie 1.8.), ongeoorloofd.
1.5.3.2.2. Zelfs de zendorganisatie (omroeporganisatie of andere instelling die zend
tijd heeft verkregen) die de bevoegdheid heeft gekregen een werk door
radio- of televisieuitzending openbaar te maken mag niet zonder toestem
ming het werk bv. op band vastleggen, of het nu alleen is om het 'bij de
hand te hebben' of met de bedoeling om het later nog eens uit te zenden.
Wel mag zij (volgens het nieuwe artikel 17b) met haar eigen middelen en
uitsluitend voor haar eigen uitzendingen het ter uitzending bestemde
werk vastleggen. Deze vastlegging van geluid of beeld moet echter teniet
worden gedaan binnen 28 dagen na de eerste, met behulp daarvan, ver
richte radio- of televisieuitzending en in ieder geval binnen een half jaar
na de vervaardiging. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden be
paald dat en onder welke voorwaarden aldus vervaardigde opnemingen
van uitzonderlijke documentaire waarde 'in officiële archieven' (term
ontleend aan de Berner Conventie) mogen worden bewaard.
1.5.2.4.
1.5.3.1
15 3 9 1
[269]