Auteursrecht en archieven
rode fluweel is gedroogd en opgeborsteld. Daar het zegel niet van de katern kan
worden gescheiden (het koord dat de zeven bladen bij elkaar houdt bevat geen
enkele knoop, de.beide uiteinden lopen door de was), hebben de restaurateurs met
de grootste voorzichtigheid te werk moeten gaan. Voor het resultaat van hun arbeid
kan men slechts bewondering hebben.
Dank zij de tegenwoordigheid van geest en het edelmoedige gebaar van de schenker
is dit charter, dat gereed lag voor de vuilnisman, van de ondergang gered en aan
de vergetelheid ontrukt; op deskundige wijze hersteld is het om meer dan één
reden het pronkstuk geworden van de vitrines der Stichting, waar het, naar waarde
geschat en met liefde bewaard, voortaan aan iedere belangstellende kan worden
getoond.
H. C. M. van der Krabben
RÉSUMÉ
Bénéficiaire d'un don généreux, la Fondation pour ie Progrès de la Science Nota-
riale, qui existe a Amsterdam depuis 1951, se félicite de posséder, parmi d'au-
tres documents d'archives pouvant illustrer l'histoire du notariat latin, une charte
en forme de cahier, couvert de velours, scellé sur lacs et qui, en septembre 1971, a
été, aux Archives Générales du royaume des Pays-Bas, l'objet d'une restauration
réussie. Ecrit par endroits a l'encre d'or et rédigé dans un latin qu'on pourrait qua
lifier de boursouflé, s'y étend sur une douzaine de feuillets de parchemin le texte
d'un acte par lequel, le 5 mars 1652, l'empereur Ferdinand 111 confère la dignité de
comte palatin a Gérard Lauwerman, licencié en droit, conseiller du prince de Solms,
secrétaire de la ville et syndic du chapitre Saint-Martin d'Emmerich, ainsi que
plusieurs fois chargé de mission auprès de quelque prince de l'Empire.
Or, selon les termes mêmes de l'acte, Gérard Lauwerman, désormais, dans sa qua-
lité de comte palatin, aura le droit et le pouvoir de créer des notaires, de légitimer
toutes sortes d'enfants naturels, de nommer tuteurs et curateurs, de consentir adop
tions et émancipations, de déclarer majeur, d'affranchir des serfs, d'ordonner des
restitutions en entier, de réhabiliter les infames de droit, d'accorder des armoiries
et d'admettre aux divers grades universitaires, y compris celui de poète lauréat.
La teneur de eet acte confirme done que 'de simples bourgeois, titrés comtes pa'a-
tins, instituaient des notaires impériaux' (Boüard, Manuel II, p. 190, note 2) et nous
rapelle quelles pouvaient être, en terre d'Empire, du moins, et au milieu du XVTF
siècle, les autres prérogatives de ces fonctionnaires.
Fonctionnaires, en effet, car il saute aux yeux que le mot palatinat, dans ce con-
texte, bien loin de signifier pays élant sous la domination d'un palatin, désigne une
fonction publique conférée a vie, un office. Existe-t-il des rapports entre eet office
et le Palatinat du Rhin? Combien de comtes palatins-officiers publics ont été
créés au cours des siècles? Quelles étaient les trois formes possibles du palatinat qui
leur était conféré? Autant de questions auxquelles a su répondre Jürgen Arndt
dans une étude intitulée Zur Entwicklung des kaiserlichen Hofpfalzgrafenamtes
von 1355-1806 et qui constitue l'introduction du premier volume de son Hofpfalz-
grafen-RegisterNeustadt-an-der-Aisch, 1964, pp. V-XXIV.
262
Inhoud
0. INLEIDING
1HOOFDLIJNEN VAN HET AUTEURSRECHT
1.1. auteurswet, literatuur
1.2. aard van het auteursrecht
1.2.1. omschrijving
1.2.2. auteursrecht naast eigendomsrecht
1.3. werken waarop auteursrecht rust
1.3.1. omschrijving
1.3.2. geen auteursrecht op wetten enz.
1.4. de maker
1.4.1. omschrijving
1.4.2. arbeid in dienst van een ander
1.4.3. aanneming van werk
1.5. inbreuken op het auteursrecht
1.5.1. omschrijving
1.5.2. openbaarmaken
1.5.2.1. omschrijving
1.5.2.2. uitlening
1.5.2.3. besloten kring
1.5.2.4. voordracht t.b.v. onderwijs of wetenschap
Hartelijk dank voor kritiek en suggesties ontvangen van prof. mr. H. Cohen Jehoram,
hoogleraar aan de universiteit van Amsterdam, J. A. van der Horst, hoofd van het bureau
interdepartementale documentatie zaken van het ministerie van binnenlandse zaken, drs.
R. A. D. Renting, gemeentearchivaris van Rotterdam en diens medewerkers mevr. A. J.
Spijkman-Visser en de heer R. P. van Broekhoven (geluidsdocumentatie) en de heer
P. Ratsma (historisch-topografische atlas), van drs. R. L. Schuursma, hoofd van het docu
mentatiecentrum van de Stichting film en wetenschap te Utrecht, en van mr. D. W. F.
Verkade, advocaat en procureur, wetenschappelijk medewerker aan de universiteit van
Amsterdam.
Voor de in dit artikel neergelegde opvattingen is uiteraard alleen de auteur verantwoor-
woordelijk.
263
