rechtspositie voor deze beginnelingen toch beter moet worden. Zo zou met name meer duidelijkheid moeten worden verkregen wat betreft het verkrijgen van een aanstelling, welke soms wel lang op zich laat wachten. De heer Caminada zegt voor de opvatting van het bestuur omtrent het lidmaatschap wel begrip te hebben, maar vraagt of het bestuur desondanks bereid is ten aanzien van deze groep overleg te plegen met de Rijksarchiefdienst. Hij is met beide vorige sprekers eens dat voor be doelde beginnelingen in het archiefvak op het punt van rechts- en salarispositie wel wat te verbeteren valt. Wat betreft de opmerking over het soms lang uitblijven van een aanstelling merkt de voorzitter op dat in bepaalde gevallen verlenging van de stage voor betrokkene toch wel gunstig kan zijn, nl. wanneer het alternatief bestaat uit verbreking van elke band. Dus ingeval men iemand nog een kans wil geven, Dit neemt echter niet weg, aldus de voorzitter, dat het bestuur, een en ander aangehoord hebbende, bereid is zich op dit punt nader te oriënteren en afhankelijk van de dan ver kregen indruk de Algemene Rijksarchivaris om een gesprek te vragen. 8. Jn zijn slotwoord zegt de heer Van Veldhuizen dat hij hoopt de volgende keer weer een spreker te kunnen aankondigen met een interessant onderwerp en verslag te kunnen doen van het overleg betreffende de organisatie van de Rijksarchiefdienst. Hierna sluit hij te plm. 12.30 uur de vergadering. De presentielijst is door 55 leden getekend. Notulen van de voorjaarsvergadering gehouden in het Gemeenschapshuis te Asten op dinsdag 23 mei 1972. De vergadering werd gecombineerd met de jaarvergadering van de Vereniging van Wetenschappelijk Archiefambtenaren in Overheidsdienst, welke 's morgens werd gehouden. Na de lunch in het Gemeenschapshuis opent de voorzitter de vergadering, waarbij hij een speciaal woord van welkom richt tot de heer E. J. Th. A. M. van Emstede, streekarchivaris van Peelland; de heer dr. G. W. A. Panhuysen, oud-rijksarchivaris in Limburg, geboren in Asten, en tot de heer André Lehr. Hij merkt op dat de reis naar Asten voor velen een onderneming geweest zal zijn, doch meent, dat deze excursie zeker nuttig kan zijn, daar met name het personeel van gemeentearchieven nog wel eens wordt geconfronteerd met de beiaardkunst. Vervolgens deelt de voorzitter mede dat hij een onderhoud heeft gehad met de alge mene rijksarchivaris over het organiseren van studiedagen. Dit najaar zal een symposion worden gehouden met een archivistisch thema, in 1973 zullen studie dagen worden gewijd aan de inventarisatie van oude- en nieuwe archieven aan de 164] hand van de proeve tot een handleiding van dr. W. J. Formsma en de syllabussen van de heren drs. G. J. Mentink en dr. Th. E. Jensma. In 1974 zal tijdens de studie dagen opnieuw het thema selectie en vernietiging aan de orde worden gesteld, in dien het rapport van de commissie handleiding, selectie en vernietiging zal zijn verschenen. De voorzitters wenst de collega's drs. P. J. Meij en dr. H. H. E. Wouters geluk met de hen toegekende koninklijke onderscheiding. Daarna houdt de heer André Lehr, campanoloog, een lezing getiteld: 'het archief onderzoek ten behoeve van de beiaardkunst', na afloop waarvan in twee groepen een bezoek wordt gebracht aan het Beiaardmuseum en aan de klokkengieterij van de Koninklijke Eijsbouts N.V., die juist haar honderdjarig bestaan viert. Van de bei aard, die vervaardigd wordt voor het raadhuis van de Duitse stad Esslingen, werden die middag twee klokjes gegoten. Het was voor ons een zeer bijzondere belevenis, daarbij tegenwoordig te kunnen zijn. De presentielijst werd getekend door 57 personen. Van 4 leden kwam bericht van verhindering binnen. 165]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1972 | | pagina 3