Venray, een gemeenschap van vrijwel zuiver agrarische dorpen, die zich sinds de laatste oorlog steeds meer evolueert tot een industriegebied. Daarbij werd opgemerkt, dat Venray van ouds een Peeldorp was en geen Maasdorp. De naam Rode duidt verder aan, dat wij hier te doen hebben met een relatief jong kolonisatiegebied. Terwijl het oudste bekende jaartal 1220 is, mogen wij ver onderstellen dat het begin der kolonisatie dateert van omstreeks het jaar 1000. Zeer waarschijnlijk is de kern Venray het oudste. Daaromheen ontstond in de loop van de middeleeuwen een kring van kleinere bewoningsconcentraties, waarvan de naam veelal met -lo eindigt. Lange tijd bleef het een zuiver agrarisch en bijna autarkisch gebied, dat in zijn mogelijkheden werd beperkt door een chronisch tekort aan meststoffen. Dit laatste probleem werd pas opgelost met de aanwending van de kunstmest. Bijzonder interessant waren de mededelingen van spreker over de inmiddels legen darische Schaapscompagnie die omstreeks 1840 zou zijn ontstaan. Deze organisatie, waarvan de geschiedenis waarschijnlijk nooit geschreven zal kunnen worden omdat de familiepapieren die het materiaal zouden moeten leveren verloren zijn gegaan, bracht de deelnemers in een groot deel van Europa. Schapen werden gehaald uit Denemarken, Litauen en zelfs Zuid-Rusland. Het voornaamste afzetgebied was Noord-Frankrijk. Na een korte uiteenzetting over de kloosters van Venray vertelde de heer Camps nog het een en ander over de bestuurlijke aspecten van de geschiedenis van deze streek, waarbij de aandacht werd gevestigd op de willekeurige wijze waarop de hui dige grenzen hier tot stand zijn gekomen. Het was een boeiend verhaal. Vervolgens vertrok het gezelschap naar het fabriekscomplex van Rank Xerox (Ne derland) N.V. Dit bedrijf dat in 1965 werd geopend en toen 12 man telde, biedt thans werk aan meer dan 2000 mensen. Aanvankelijk werden alleen verbruiksar- tikelen voor de apparaten gemaakt, naderhand ging men de apparaten zelf assem bleren en sinds kort worden er ook onderdelen vervaardigd. Behalve een groot kan toorgebouw en een aantal kleinere gebouwen zijn er dan ook drie formidabele fa briekshallen, de 'consumables plant', de 'parts manufacturing hall' en de grootste: de 'assembly hall' welke laatste onlangs (in 1971) nog een enorme uitbreiding ver kreeg. Na het bezoek aan deze moderne dynamische industrie, die, om nog een paar cijfers te geven een totale oppervlakte beslaat van circa 35 ha, waarop zich zo'n 100.000 m2 aan bedrijfsruimten bevinden, keerden de deelnemers terug naar het centrum van Venray, waar onder de deskundige leiding van de heren Camps en W. J. M. Willemsen de laatgotische kerk van St. Petrus Banden en met name de daar aanwezige prachtige verzameling middeleeuwse beelden werden bezichtigd. Vlaardingen. Het eerste jaarverslag van de op 1 juni 1971 in functie getreden ge meentearchivaris Th. J. Poelstra vertoont op de omslag de plattegrond van Vlaar dingen door Jacob van Deventer uit 1572. Hoe het er vier eeuwen later uitziet to nen zes foto's, waarvan vier naar aquarellen van Jan Burgerhout, die in het ver slagjaar werden aangekocht. [222] Op 6 mei 1971 stelde de raad der gemeente de Archiefverordening van de gemeente Vlaardingen vast. Burgemeester en wethouders namen op 18 mei de Archiefvoor- schriften van de gemeente Vlaardingen aan en op 23 november de Instructie van de gemeentearchivaris te Vlaardingen. Op 1 januari 1972 traden deze regelingen in werking. De archivaris vervaardigde een catalogus van indices op archivalia en verzamelingen op het Gemeentearchief van Vlaardingen, aan de hand waarvan ook de weinig of niet getrainde archiefbezoeker snel en doeltreffend kan nagaan welke bronnen hij tot zijn beschikking heeft. Het ligt in de bedoeling deze catalogus te integreren in een gids voor het Vlaardingse Gemeentearchief, die uiterlijk voor 1973 op het programma staat. Het reeds aangevangen inventariserings- en indiceringswerk werd voortgezet. Be langrijke archiefstukken werden gemicrofilmd om het voortbestaan te waarborgen van uniek historisch materiaal, dat door veelvuldig gebruik of rampen verloren zou kunnen gaan. Voor nieuwe taken als de archiefinspectie, het begeleiden van het onderwijs in geschiedenis en andere maatschappijvakken en het organiseren van tentoonstellingen zal niet te ontkomen zijn aan personeelsuitbreiding. Het aantal bezoekers bedroeg 274 (v.j. 205), die 784 (v.j. 748) bezoeken brachten. Zwolle. Op 1 november 1971 kon begonnen worden met de uitvoering van de derde bouwfase. Als niet uiterlijk begin 1973 ook de vierde fase gereed komt, zal het zich ontplooiende educatieve werk moeten worden stopgezet. Zoals begrijpelijk is stond 1971 voor een groot deel in het teken van de Thomas a Kempisherdenking,2 Desondanks konden de eigenlijke archief werkzaamheden vrijwel normaal doorgang vinden, o.a. het vervaardigen van regesten van de nog niet beschreven charters en de inventarisatie van het oude administratieve archief van de gemeente Zwolle. Een lijst van schepenen, raden en meentelieden over de periode 1400-1800 werd vrijwel voltooid. Als aanwinsten worden genoemd enige charters, twee 16e eeuwse handschriften en het archief van het departement Zwolle van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. Het aantal bezoekers bedroeg 480 (v.j. 339), die 973 (v.j. 579) bezoeken brachten. Slreekarchivariaat Kwartier van Oisterwijk. Op 11 mei 1971 werd door de streek archiefcommissie een voor alle bij het streekarchivariaat aangesloten gemeenten uniforme Archiefverordening met het daaruit voortvloeiende Besluit Post- en Ar chiefzaken, alsmede een Reglement voor het Beheer en Gebruik der Archieven op gesteld, die in de loop van het jaar in de verschillende gemeenten werden aangeno men en vastgesteld. Het klapperen van huwelijksregisters, resoluties en verpondingskohieren enz. werd voortgezet. De archivaris publiceerde het boekje 'Udenhout in de oude ansichten' alsmede historische bijdragen in 'de Kleine Meijerij' en andere locale periodieken. 2 Zie Ned. Archievenblad 1971 blz. 310 en 1972 blz. 74-75. 223

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1972 | | pagina 32